week 2 hart en bloedvaten

1 / 19
next
Slide 1: Video
anatomie, fysiologie en pathologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

Wat weten jullie (nog) van het hart

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

De hartkleppen vormen de scheiding tussen
A
Boezems en aders
B
Kamers en aders
C
Boezems en kamers
D
Boezems en slagaders

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Een bloedvat loopt van het hart weg. Dit is een...
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Dit kan alle soorten bloedvaten zijn

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
Alle organen voorzien van zuurstof, voedingsstoffen en koolstofdioxide

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De hartwand
Het hart bestaat uit verschillende lagen weefsel:
  • Endocard: binnenbekleding van het hart
      - Vormt ook de hartkleppen
  • Myocard: Het spierweefsel van het hart
      - Spierweefsel is dikker aan de linker kant (waarom?)
  • Pericard: Hartzakje (2 lagen)
      - Bevat vloeistof in de pericardholte .

Slide 9 - Slide

Pericard (hartzakje) bestaat uit twee lagen. Tussen deze twee lagen zit vloeistof (in de pericardholte) waardoor de lagen over elkaar kunnen bewegen en het hart soepel kan uitzetten tijdens het kloppen. Het binnenste laagje van het hartzakje (dus het laagje tegen het hart aan) heet het epicard
Hartklep open

Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Open: 
Er stroomt bloed vanuit de boezems in de kamers.
open
open

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hartklep dicht
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Dicht: 
Er stroomt bloed uit de kamers.
Er kan geen bloed terugstromen naar de boezems.
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
dicht
dicht

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Halvemaanvormige kleppen open
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.

Open
Er stroomt bloed vanuit de kamers in de slagaders:

- de longslagader
- de aorta
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
beide open

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Halvemaanvormige kleppen: dicht
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.

Dicht: Het bloed kan niet terugstromen naar de kamers
beide dicht

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Wat is de kleine bloedsomloop?

A
Via de kleine bloedsomloop wordt bloed naar de longen gepompt. Daar wordt zuurstof opgenomen in het bloed.
B
In dit gedeelte van de bloedsomloop wordt lymfe opgenomen in het bloed.
C
Via de kleine bloedsomloop wordt bloed naar de darmen gepompt. Daar worden voedingsstoffen opgenomen in het bloed.
D
In de kleine bloedsomloop stroomt bloed van de boezems naar de kamers.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

vervoeren van zuurstofarm bloed naar de longen en zuurstofrijk bloed naar het hart

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat is waar ten aanzien van de grote bloedsomloop:

A
Vervoert zuurstofarm bloed naar de organen in het lichaam
B
Vervoert zuurstofrijk bloed naar de longen
C
Vervoert zuurstofrijk bloed naar de organen in het lichaam

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions