3TLfa - vr. 17/10/2025

Plattegrond 3TLfa
  BORD
 Thymen
  Robin
  Lotte
   Uisce
   Elin
  Yvon
       X
 Milan
   Jesse
  Dylano
   Alyssa
  Lieke
Jingsong
  Fedde
 Amina
 Dahnée
    Steyn
   Levi
    Isa
    Noa
      X
   Liam
    Ian
   Finn
  Corné
Thomas
   Vaya
Patricia
    X
   X
1 / 35
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Plattegrond 3TLfa
  BORD
 Thymen
  Robin
  Lotte
   Uisce
   Elin
  Yvon
       X
 Milan
   Jesse
  Dylano
   Alyssa
  Lieke
Jingsong
  Fedde
 Amina
 Dahnée
    Steyn
   Levi
    Isa
    Noa
      X
   Liam
    Ian
   Finn
  Corné
Thomas
   Vaya
Patricia
    X
   X

Slide 1 - Slide

3TL - le 17 octobre 2025
1.                                       - is iedereen er? 
2.   (H) bron G: Phrases-clés
3.   (H) bron H: de ww op -re
4.   Chapitre 2: C'est top! - Intro-filmpje
5. opdr. 1, 2, 3 maken
4.   WHWG?
5.   Taakwerk week 42

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

de ww op -re 


 
van regelmatige ww op -re
in de présent

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

verkopen = vendre
ik verkoop = ...
A
je vends
B
tu vends
C
il vend
D
elle vend

Slide 8 - Quiz

verkopen = vendre
jij verkoopt= ...
A
je vends
B
tu vends
C
il vend
D
elle vend

Slide 9 - Quiz

verkopen = vendre
hij verkoopt= ...
A
je vends
B
tu vends
C
il vend
D
elle vend

Slide 10 - Quiz

verkopen = vendre
zij verkoopt= ...
A
je vends
B
tu vends
C
il vend
D
elle vend

Slide 11 - Quiz

verkopen = vendre
wij verkopen = ...
A
nous vendons
B
vous vendez
C
ils vendent
D
elles vendent

Slide 12 - Quiz

verkopen = vendre
jullie verkopen / u verkoopt = ...
A
nous vendons
B
vous vendez
C
ils vendent
D
elles vendent

Slide 13 - Quiz

verkopen = vendre
ze (mnl mv) verkopen = ...
A
nous vendons
B
vous vendez
C
ils vendent
D
elles vendent

Slide 14 - Quiz

verkopen = vendre
ze (vrl mv) verkopen = ...
A
nous vendons
B
vous vendez
C
ils vendent
D
elles vendent

Slide 15 - Quiz

j'attends
tu attends
il attend
elle attend
ik wacht
jij wacht
hij wacht
zij wacht

Slide 16 - Drag question

nous attendons
vous attendez
ils attendent
elles attendent
wij wachten
jullie wachten
u wacht
ze (mnl) wachten
zij (vrl) wachten

Slide 17 - Drag question

Opdracht- zet in de goede vorm:
Je ........................... (vendre) des glaces.

Slide 18 - Open question

Opdracht- zet in de goede vorm:
Tu ........................ (attendre) ta mère?

Slide 19 - Open question

Opdracht- zet in de goede vorm:
Nous ...................... (rendre) les portables.

Slide 20 - Open question

Opdracht- zet in de goede vorm:
Vous ......................... (vendre) les meubles.

Slide 21 - Open question

Opdracht- zet in de goede vorm:
Marc et Eline ...................... (attendre) le bus.

Slide 22 - Open question

Opdracht- zet in de goede vorm:

1. Je te ....................................  (rendre)  ton stylo.
2. Nous ..............................  (entendre)  une  chanson.
3. Tu ............................... (vendre) des pommes de terre?
4. Vous ............................... (attendre) le bus?
5. Marc et Eline ............................ (descendre) l'escalier.

Slide 23 - Slide

Antwoorden:
1. Je te  rends (rendre)  ton stylo.
2. Nous  entendons  (entendre) une chanson.
3. Tu  vend (vendre) des pommes de terre?
4. Vous  attendez  (attendre) le bus?
5. Marc et Eline  descendent  (descendre) l'escalier.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

les Trois Vallées > 600 km
le Mont blanc > 4800 m
Aiguille du  Midi Chamonix >  24 km

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

le téléski   /
le chapeau pointu /

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Taakwerk semaine 42
Maken: 
-  bron : opdr. 1 t/m 32 

Leren:   
- Voca A, B, E, F FN/NF
- bron C, G: Phrases-clés  FN/NF
- bron D, H: Gramma: plaats + vorm het bijv. nw + de ww. op -re 

Slide 34 - Slide

Blijven zitten om over te gaan

Slide 35 - Slide