H. Grammaire l'adjectif possessif: exercices

H. Grammaire: exercices
leerdoel
je kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken
m.a.w. je kan zeggen van wie iets is
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H. Grammaire: exercices
leerdoel
je kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken
m.a.w. je kan zeggen van wie iets is

Slide 1 - Slide

Belangrijk!
Je moet dus goed weten of een zelfstandig naamwoord

- mannelijk           (le)                  le livre                    mon livre

- vrouwelijk            (la)                 la classe                     sa classe

- meervoud                  (les)         les stylos                    vos stylos

Slide 2 - Slide

OPGEPAST
klinkerbotsing!
une amie
la amie --> l'amie
ma amie --> mon amie

Slide 3 - Slide

OPGEPAST
klinkerbotsing!
une amie
la amie --> l'amie

Slide 4 - Slide

een voorbeeld:
Notre / nos livre est dans le sac

Slide 5 - Slide

een voorbeeld:
Notre / nos livre est dans le sac
notre/nos = onze
onze zegt iets over 'livre'
livre is mannelijk - enkelvoud (le livre)

Slide 6 - Slide

een voorbeeld:
Notre / nos livre est dans le sac

--> notre livre est dans le sac

Slide 7 - Slide

mijn
onze
jullie
jouw
hun
zijn / haar
mon
son
tes
notre
votre
leur
ma
ta
sa
leurs
nos

Slide 8 - Drag question

(mijn) amis vont aussi au collège
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 9 - Quiz

(onze) collège, c'est le collège Diderot
A
notre
B
nos

Slide 10 - Quiz

Madame Leblanc, (mijn) prof d'histoire a beaucoup d'humour
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 11 - Quiz

(haar) blagues sont vraiment drôles.
A
son
B
sa
C
ses

Slide 12 - Quiz

Elle ne contrôle pas (ons) devoirs
A
notre
B
nos

Slide 13 - Quiz

Comment est (jullie) prof d'histoire
A
votre
B
vos

Slide 14 - Quiz

Lucas c'est ton frère?
Oui, c'est ... frère.

Slide 15 - Open question

Bij de volgende opdrachten wordt een vraag gesteld. 
Een deel van het antwoord is al gegeven, jij moet enkel nog aanvullen met "mijn, jouw, ..." 
Denk logisch na wat past in de zin!

Slide 16 - Slide

C'est la table de Léna?
Oui, c'est ... table

Slide 17 - Open question

M. et Mme Feline sont tes parents?
Oui, ce sont ... parents.

Slide 18 - Open question

C'est la classe de Vincent?
Oui, c'est ... classe.

Slide 19 - Open question

C'est l'école de David?
Oui, c'est ... école.

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Wat gaat er al goed bij het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 22 - Mind map

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 23 - Mind map

Heb je nog een vraag?
Noteer die dan hier.

Slide 24 - Mind map

Au travail
Fais les exercices 
Chapitre 4 Le Pont
ex 17a - 17b en ligne

Maak de opdrachten 17ab uit Chapitre 4 Le Pont in de online methode

Slide 25 - Slide