Zwembadvaardigheden
1 / 9
Lesson duration is: 1 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
A
Slide 2 - Quiz
This item has no instructions
Je geeft een demonstratie van het gebruik van brandblussers in de werkplaats. Aan het eind herhaal je kort de stappen. Welk signaalwoord kun je daarbij het best gebruiken?
A
in de eerste plaats
B
samenvattend
C
vervolgens
D
bijvoorbeeld
Slide 3 - Quiz
This item has no instructions
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
A
Slide 5 - Quiz
This item has no instructions
Welke vaardigheden
zijn handig in
het zwembad?
zijn handig in
het zwembad?
Slide 6 - Mind map
Kunnen zwemmen
Weten wat te doen bij kramp
Mensen uit het bad kunnen tillen
Zwemmend mensen kunnen redden
Weten wat je moet doen bij verslikken
Weten wat je beter wel en niet kunt eten voor of tijdens het zwemmen
Weten wat je moet doen als iemand duizelig wordt
...
Waar staat de afkorting EHBO voor?
A
Eerste Hulp Bij Onderwijs
B
Enige Hulp Bij Ongelukken
C
Eerste Hulp Bij Ongevallen
D
Eerste Hulp Bij Opvoeden
Slide 7 - Quiz
This item has no instructions
Welke wedstrijdslag wordt er gezwommen?
A
Kikker-vliegtuig-potlood
B
Borstcrawl
C
Vlinderslag
D
Tijgerslag
Slide 8 - Quiz
This item has no instructions
Hoeveel haren heeft een mens gemiddeld op zijn of haar hoofd zitten?
A
10,000-15,000
B
1,000,000-15,000,000
C
100,000-150,000
D
200,000-250,000
Slide 9 - Quiz
This item has no instructions
