Veiligheid TOETS

Veiligheid
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Veiligheid

Slide 1 - Slide

Wat gaat hier fout?
Schrijf op een blaadje

Slide 2 - Slide

1. Als ik de klas in kom
A
Leg ik mijn telefoon op tafel en mijn tas in het looppad.
B
Leg ik mijn tas daar waar niemand er over struikelt.
C
Schuif ik mijn tas onder de tafel onder mijn kruk.
D
Ga ik rennend naar mijn kruk.

Slide 3 - Quiz

2. Ik trek mijn labjas aan omdat:
A
Bepaalde stoffen gaten of vlekken in mijn kleding kunnen veroorzaken.
B
Bepaalde stoffen figuurtjes in mijn kleding achter kunnen laten
C
Het altijd erg koud is in het lokaal.
D
omdat iedereen dat doet.

Slide 4 - Quiz

3. Als ik het lokaal binnenkom ga ik eerst aan mijn klasgenootjes vragen hoe hun weekend was.
A
Uiteraard, ben nieuwsgierig aangelegd
B
Uiteraard, een beetje socializen hoort er bij
C
Natuurlijk niet, ik leg eerst mijn tas en telefoon weg
D
Uiteraard, we kletsen vrolijk verder.

Slide 5 - Quiz

4. op de tafel naast ons ontstaat er een grote steekvlam, ik raak in paniek en sla op de noodstop. mag dat?
A
NEE
B
JA
C
geen idee, ik duik wel onder de tafel
D
Geen idee, ik sta al buiten......

Slide 6 - Quiz

5. We komen de klas binnen en ik druk mijn klasgenoot onder de douche en trek aan de hendel. Mag dat?
A
Ja
B
Nee
C
natuurlijk wel, ken hem al langer dan vandaag
D
zeker wel, als ik zelf de troep maar op ruim.

Slide 7 - Quiz

6. Tijdens het practicum stoot er iemand een pan met kokend water om. Dit water valt over een klasgenoot.
A
Je loopt rustig naar de handdoek en overhandigd deze.
B
Je drukt deze klasgenoot onder de nooddouche.
C
Je pakt de brandblusser en spuit deze leeg op je klasgenoot.
D
Je gaat lachend staan kijken wat er gebeurt.

Slide 8 - Quiz

7. Jullie zijn met zuren bezig in reageerbuisjes. Je krijgt van dit spul op je vingers en wrijft dit in je ogen.
A
Je gaat met een traanoog vrolijk verder
B
Je vraagt om een tissue
C
Je spoelt je ogen met de oogdouche
D
Je blijft wrijven, totdat de bel gaat.

Slide 9 - Quiz

8. Je moet vloeistof verhitten in een reageerbuisje.
A
je houdt het reageerbuisje tussen je vingers.
B
Je vult het reageerbuisje tot 2/3
C
Je gebruikt een tang om het buisje beet te houden
D
Je vult het reageerbuisje 1/3 en je gebruikt een reageerbuisknijper

Slide 10 - Quiz

9. Ik heb niet goed opgelet bij de uitleg van het practicum.
A
Boeien, ik verzin wel hoe het moet.
B
Ga aan mijn collega vragen hoe het moet.
C
Ik steek mijn hand op en vraag het alsnog.
D
Jammer dan, volgende week beter.

Slide 11 - Quiz

10. Ik weet met mijn ogen dicht waar de blusdeken hangt .
A
Boven de wasbak
B
Naast de deur
C
Naast de zuurkast
D
Onder het raam

Slide 12 - Quiz

11. Ik weet hoeveel uitgangen mijn practicum lokaal heeft.
A
1 deur
B
2 deuren
C
3 deuren
D
4 deuren

Slide 13 - Quiz

12. Als ik mijn vingers heb gebrand aan de gasbrander hou ik.
A
mijn vingers minimaal 10 minuten onder langzaam stromende, lauwe, kraan
B
mijn vingers in mijn mond
C
mijn kaken op elkaar maar schreeuw inwendig
D
mijn mond en vertel het aan niemand

Slide 14 - Quiz

De brander

Slide 15 - Slide

Brander

Slide 16 - Slide

Drie vlammen
Van links naar rechts:
Pauzevlam
- Wanneer je de brander niet gebruikt
Stille blauwe vlam
- Iets warm houden / kleine hoeveelheid verwarmen
Ruisende blauwe vlam
- Grote hoeveelheid vloeistof verwarmen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Bij gebruik van een brander heb ik altijd een labjas aan
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Is lang haar toegestaan tijdens een practicum met een brander?
A
Nee, dit mag niet
B
Tuurlijk mag dat!
C
Alleen als er een aantal speldjes in zitten
D
Ja, mits je een staart maakt

Slide 20 - Quiz

Een brander kan alleen branden met een blauwe vlam.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Een blauwe gasvlam van de brander is heter dan een gele gasvlam.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Als je een brander aansteekt, moet de luchtschijf ................. zijn.
A
open
B
dicht

Slide 23 - Quiz

Wanneer je de brander niet gebruikt om iets te verhitten staat deze op de
A
pauze vlam
B
kleurloze vlam
C
blauw ruisende vlam
D
veilige vlam

Slide 24 - Quiz

Je houdt een reagerbuis met vloeistof boven de brander. De vloeistof gaat koken en spuit uit de reageerbuis.

Wat kun je aan de brander veranderen om dit te voorkomen?
A
de gaskraan verder dicht draaien
B
de gaskraan verder open draaien
C
de luchtschijf verder open draaien
D
de luchtschijf verder dicht draaien

Slide 25 - Quiz

Met welke knop zet je de brander uit?
A
Gasregelknop
B
Luchtschijf
C
De uit-knop
D
Gele hoofdkraan

Slide 26 - Quiz

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 27 - Mind map