Dida - taal - OA -jaar 2 - les 7/8 maart 2022

Les 8. Leren lezen, schrijven en spellen

OA - jaar 2 - dida - taal

2021-2022
1 / 30
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Les 8. Leren lezen, schrijven en spellen

OA - jaar 2 - dida - taal

2021-2022

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Pak je stift en wisbordje en noteer..
1.
2.
3.

Slide 2 - Open question

1. anderhalvemeterknuffel
2. zelfquarantaine 
3. lockdownkilo's
Dagelijks een dicteetje... 
-> veel en vaak spellingcategorieën herhalen
1. anderhalvemeterknuffel
2. zelfquarantaine 
3. lockdownkilo's  

Wat is belangrijk bij het goed leren spellen volgens jou?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Programma

  • Herhaling spelling (3.7)
  • Herhaling lezen (3.7)
  • Herhaling stellen (3.7)

  • Opdracht

  • Formatief toetsje via LU
Doelen
Aan het einde van de les kun je:

  • benoemen welke factoren belangrijk zijn om kinderen goed te leren lezen, schrijven en spellen en weet je welke hulpmiddelen hierbij helpend zijn;

  • uitleggen hoe het systeem van onze spelling is opgebouwd en hier voorbeelden bij noemen en

  • achterhalen welke onderdelen van dit hoofdstuk nog je aandacht vragen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Grondregels spellingssysteem


Pak je werkblad van les 7 erbij (schema) en bekijk jouw voorbeelden (blz 123 boek)

  • Fonologisch principe: (klank) schrijfwijze zoals je het zegt
  • Morfologisch principe: (vorm) regel v/d gelijkvormigheid en regel v/d overeenkomst
  • Etymologisch principe: herkomst bepaalt schrijfwijze - leenwoorden, woorden met ei/ij
  • Syllabisch principe: (syllabe = klankgroep) verenkelings- en verdubbelingsregel

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opdracht. Syllabisch principe - regels aanleren
Hoe leer jij de kinderen uit jouw klas goed spellen?
Leer elkaar een van de regels aan alsof je het een kind uitlegt
timer
1:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bevorderen leesproces
Elementaire leeshandeling --> directe woordherkenning
  • Modelen (voor-koor-door)
  • Zoemend/zingend lezen
  • Wisselrijtjes lezen & flitsen (woordclusters)
  • Leeskilometers maken (tempo komt op gang)
  • Auditieve en visuele vaardigheden 
  • Concreet en visueel ondersteunen 
  • Herhalen
  • Spelenderwijs en gevarieerd oefenen (leescircuit)

Opdracht: wie wil voor-koor-door voordoen met de klas?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Lezen in de midden- en bovenbouw

  • Uitleg AVI (M en E) en DMT (redzaamheidslezen ipv racelezen)
  • Veel en gevarieerd lezen (werk met thema's en verschillende type teksten)
  • Inzetten op leesbevordering: help ze het juiste boek te vinden en wissel ervaringen uit
  • Laat de inhoud van een tekst leidend zijn -  alle kinderen in gesprek
  • Leesstrategieën modelen en inoefenen ter ondersteuning
  • Van begrijpend luisteren naar 'begrijpend' lezen

Wist je dat... Wij het enige land zijn dat begrijpend lezen als vak op het rooster heeft staan....?!
'Als je niet van lezen houdt, dan heb je alleen het juiste boek nog niet gevonden.'' (Chambers)

Slide 8 - Slide

DMT benoemen. Ook erbij vertellen dat professionals benadrukken dat racelezen geen zin heeft en juist demotiverend kan werken. Veel meer inzetten op leesplezier/bedvordering en redzaamheidslezen. Verschillende boeken.
Hoeveel procent van de leerlingen heeft dyslexie?
A
2%
B
5%
C
8%
D
10%

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Dyslexie
  • Betekent letterlijk ‘moeite met lezen’ (echter is dyslexie wat anders dan 'lezen lastig vinden').
  • Iemand met dyslexie heeft moeite met verklanken: hij/zij vindt het moeilijk om geschreven woorden om te zetten naar klanken
  • Het gaat om de techniek van het lezen
  • Is aangeboren
  • Je hersenen gaan anders met taal om
  • De koppeling tussen letters en klanken mist
  • Signalering door specialisten 
  • Pas hiermee op i.v.m het stellen van lage verwachtingen en ‘pseudodyslecten’.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Schrijfonderwijs

Fasen schrijven
  1. Het tekenen
  2. Krabbelen
  3. Ketens letterachtige vormen of letters
  4. Het gebruik van een of enkele letters voor het hele woord
  5. Invented spelling (fonetisch)

Werkblad opdracht 2.1. & 2.2.

Schrijfstrategieën

vertellend schrijven
  • 'praten op papier'
  • meteen beginnen
  • onderwerp waar je al veel van weet
  • alleen taalgebruik corrigeren 

denkend schrijven

  • eerst opdracht analyseren, schrijfwerk voorbereiden 
  • alle taalaspecten corrigeren

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Bekijk je werkblad.

Welke tip heb jij hoe je kinderen goed kunt begeleiden bij het schrijven en/of schrijfplezier kunt bevorderen?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Stelling; een goede tekst mag geen spelfouten hebben.

Ben je het hier mee eens of oneens?
Denk na over waarom je het er mee eens bent of niet.
Eens
Oneens

Slide 14 - Poll

This item has no instructions

Schrijfdidactiek
  • Aanleren van schrijfvaardigheden (gerichte instructie)
  • Verschillende teksten (procesgericht schrijven)
  • 'Ondergeschoven kindje'
  • Combineer het met andere vakken (zaakvakken zoals IPC)
  • Laat ze schrijven over een ervaring/interesses
  • Geef feedback (op het doel) en laat ze elkaar feedback geven

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Bestudeer de theorie van H3 en zoek voor jouw 'onbekende' begrippen op.

Is iets nog onduidelijk?
Noteer het.

Na afloop weet je welke gebieden nog je aandacht vragen
timer
10:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

1. Welk principe is geen principe van de Nederlandse spelling?
A
Fonologisch principe
B
Semantisch principe
C
Morfologisch principe
D
Etymologisch principe

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

2.

Meester Yasin geeft de kinderen de opdracht op een vakantieverhaal te schrijven. Ze mogen meteen beginnen.

Wat zijn de kinderen aan het doen?
A
Denkend schrijven
B
Vertellend schrijven

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

3. Welk woord is gespeld volgens het syllabisch principe?
A
duidelijk
B
verhaal
C
kleinste
D
veter

Slide 19 - Quiz

Verenkelingsregel (ve -- ter) 
4.
Meester Koen behandelt het thema 'werken' met zijn groep 6. Vandaag legt hij uit wanneer iemand met pensioen gaat aan de hand van een verhaal (context). Met welke stap is hij bezig?
A
Voorbewerken
B
Semantiseren
C
Consolideren
D
Controleren

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

5. Welk woord is klankzuiver (fonologisch principe)?
A
mooi
B
takken
C
beer
D
bal

Slide 21 - Quiz

bir 
mooj
takun 

BAL is precies zoals je t hoort. 

6. Juf Marja laat de kinderen uit haar klas het woordje 't - a - k'
hardop samenvoegen tot 'tak' al luisterend.

Welke vaardigheid wordt geoefend?
A
Auditieve discriminatie
B
Auditieve synthese
C
Temporeel ordenen
D
Auditieve analyse

Slide 22 - Quiz

Zit ook een stukje temporeel ordenen in: volgorde onthouden

7.
Wout van 2,5 jaar is met zijn oma aan het 'lezen' in een boekje
van Kikker. Zijn oma heeft al 10 keer het boek voorgelezen en
hij imiteert haar voorleesgedrag. Wat is deze peuter aan het doen?

Slide 23 - Open question

Pseudolezen
8.
De kinderen uit groep 8 hebben binnenkort een toets over tijdvak 9 van geschiedenis. Juf Els laat haar kinderen zien hoe je een tekst op een goede manier kunt samenvatten zodat ze leren hoe zij het best voor de toets leren.

Juf Els legt hardop denkend uit hoe je een hoofdzaak van een bijzaak onderscheidt (strategie - samenvatten). Waar doet juf Els aan?
A
Vocaliseren
B
Semantiseren
C
Modeling
D
Consolideren

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

9.
Juf Miriam leest met haar kinderen een tekst over hiërogliefen bij het thema Egypte. Ze laat de kinderen al naar de titel, kopjes en platen kijken en vraagt ze om in groepjes met elkaar op te schrijven waar ze denken dat de tekst over gaat.

Met welke leesstrategie oefenen de kinderen nu?
A
Voorkennis activeren
B
Voorspellen
C
Visualiseren
D
Vragen stellen

Slide 25 - Quiz

A ook goed gerekend omdat het activeren van voorkennis vaak kan worden ingezet bij het voorspellen van een tekst. 
10. Volgens welk principe is dit woord gespeld?
-- krant --
A
Morfologisch principe - regel van de gelijkvormigheid
B
Morfologisch principe - regel van de overeenkomst
C
Etymologisch principe
D
Syllabisch principe

Slide 26 - Quiz

krant - kranten
11.  Wat hoort bij elkaar?
klank
letter
grafeem
foneem

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

12. Geef de volgorde aan van de 3 stappen binnen de elementaire leeshandeling
betekenis geven
van links naar rechts koppelen van fonemen aan grafemen
auditieve synthese (plakken)
1.
2.
3.

Slide 28 - Drag question

De drie stappen van de elementaire leeshandeling
Afronding en terugblik
  1. Welke begrippen kun je na deze les goed uitleggen?
  2. Welk advies/tip neem je mee de praktijk in?
  3. Noem 1 onderdeel die je graag nog zou willen leren/verbeteren in de praktijk of vanuit de theorie.

Tip/top

Dank en succes met bestuderen van de stof!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Link

This item has no instructions