H1.3 Diensten deel 1

H1.3 Diensten 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1.3 Diensten 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen? 
  • Start paragraaf 3 
  • Opdrachten maken 
  • Terugblikken les 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Noem een beroep uit
de dienstensector

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Leerdoelen paragraaf 3
  • Je kunt uitleggen waarom er steeds meer mensen in de dienstensector werken.  
  • Je kunt voorbeelden geven van voorzieningen met en zonder een baliefunctie . 
  • Je kunt voorbeelden geven van dagelijkse en specialistische voorzieningen. 
  • Je kunt voorbeelden geven van commerciële diensten en niet-commerciële diensten 
  • Je kunt met voorbeelden uitleggen waar je verschillende soorten voorzieningen vindt en waarom dat zo is. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Veel verschillen
De Nederlandse dienstensector (tertiaire sector): 
  • Grote sector door mechanisatie in andere sectoren
  • Meer mensen nodig in de zorg --> meer ouderen. 
  • Nieuwe diensten --> vb: websitebouwers, vloggers

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat zou het woord
voorzieningen betekenen?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Voorziening 
= Een bedrijf of instelling waar je naartoe gaat om een product of dienst te halen, die je nodig hebt om prettig te kunnen leven. 

Voorbeelden 
Product: schoenen
Dienst: kapper 


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken van  voorzieningen 
  • Wel of geen baliefunctie: 
    - wel in een ziekenhuis of restaurant 
    - niet bij een verzekeringskantoor 

  • Hoe vaak de voorziening wordt bezocht:
    - dagelijkse voorzieningen
    - gespecialiseerde voorzieningen 

  • Commercieel of niet-commercieel: 
    - een winkel moet winst maken 
    - een school niet 

Slide 8 - Slide

Baliefunctie= als klanten vooral zelf naar het kantoor (moeten) komen en de zaak niet schriftelijk of telefonisch af kunnen handelen

Dagelijkse voorzieningen: iedere dag of week --> bijvoorbeeld: supermarkt of bakker. 
Gespecialiseerde voorzieningen: heel af en toe --> voorbeeld: Rijksmuseum, pianowinkel

Check!
Voorziening: een bank 
  • Wel of geen baliefunctie? 
  • Is het een dagelijkse of gespecialiseerde voorziening? 
  • Is het commercieel of niet-commercieel 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag 
Wat: maken opdracht 1 t/m 5 (WB 13/14) (LB 12/13)
Wie: individueel of samen directe buur 
Hoe: fluistertoon
Tijd: 10 minuten 
Vraag?: Vraag hem eerst aan je directe buur
Klaar?: Vraag aan mij voor de volgende opdracht 
timer
10:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welk plaatje hoort bij welke sector? 
Secundaire sector 
Primaire sector 
Tertiaire sector 

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Wat betekent?
- Een voorziening
- Een baliefunctie 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Geef een voorbeeld:
- Een voorziening zonder een baliefunctie
- Een voorziening met een baliefunctie

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Welk begrip hoort hierbij?
Voorziening waarvan je de diensten of producten dagelijks gebruikt
A
Voorziening
B
Dagelijkse voorziening
C
Specialistische voorziening

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van een
specialistische voorziening
(geen ziekenhuis)

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Noem een voorbeeld van:
-commerciële diensten
-niet-commerciële diensten

Slide 16 - Open question

Niet commercieel: Dienstverlening niet gericht op het maken van winst. 


Volgende les
  • SO bespreken H1.1 en H1.2 
  • Huiswerk: opdracht 1 tot en met 5. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions