Onderzoek VHBO

1 / 18
next
Slide 1: Slide
VHBOMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Duurzaamheid

Duurzaamheid is een breed begrip, maar het komt er in het kort op neer dat in een duurzame wereld mens (people), milieu (planet) en economie (profit) met elkaar in evenwicht zijn, zodat we de aarde niet uitputten.

Slide 2 - Slide

PEOPLE

Bijvoorbeeld het fietsenplan, dit is goed voor de conditie van de mensen, door te fietsen zijn ze bewust bezig en het brengt geen schade aan het milieu. 

Een ander voorbeeld is de OV jaarkaart, door gebruik te maken van het openbaar vervoer, beperk je de CO2 uitstoot.

Slide 3 - Slide

PLANET
Bijvoorbeeld het gebruik van spaarlampen, bespaart energie en dit is weer goed voor de aarde. 

Verder gebruik maken van groene energie, hierbij wordt energie op een manier opgewekt op een manier die beter is voor het milieu. 

Andere manieren voor een onderneming om bewust bezig te zijn met het behoud van de aarde zijn; minder papier printen en afval scheiden.

Slide 4 - Slide

PROFIT
Bijvoorbeeld, als onderneming kan je ook goede doelen steunen, een deel van de winst schenken aan het goede doel is een optie. 

Verder gebruik maken van het fietsenplan en kennis over duurzaam ondernemen overdragen op het personeel, om zo ook hen bewust te maken van de gevolgen op het milieu.

Slide 5 - Slide

Dit waren voorbeelden
Volgende stap is: kies een onderwerp, maakt niet uit of deze onder People, Planet of Profit valt.

Maak gebruik van de actualiteit (Corona Crisis, zorgsytseem, RIVM maatregelen, digitaal onderwijs etc.) en/of je eigen omgeving (sport, school, stage, bijbaan).
Zorg dat het wel realistisch is!

Slide 6 - Slide

Stap 2
Probleemstelling (aanleiding van je onderzoek)
Doelstelling (SMART)
Hoofdvraag en deelvragen

Werk dit uit in Word (zie document in Teams voor opzet van Onderzoeksrapport)

Slide 7 - Slide

Probleemstelling
Je omschrijft eerst het probleem en vervolgens formuleer je de probleemstelling.

Slide 8 - Slide

Doelstelling
Een doelstelling is een beschrijving van het gewenste resultaat dat een persoon of een organisatie wil behalen of naar streeft. 
Op persoonlijk vlak is ‘ik wil binnen 3 maanden mijn rijbewijs halen’ een voorbeeld. 
Als het om een organisatie gaat, is een voorbeeld van een doelstelling ‘in het eerste kwartaal van 2018 willen we 10% omzet behaald hebben’. 

Een doelstelling leg je van te voren vast en is SMART.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Voorbeeld
Probleemstelling: 
De docenten van het ROC van Twente willen meer inzicht krijgen in de ervaringen van de studenten met het digitaal onderwijs ten tijde van de corona crisis om vervolgens verbeterstappen te kunnen maken waar nodig. 

Slide 12 - Slide

Doelstelling: 
Aan het einde van kalenderjaar 2023 wil ROC van Twente het tevredenheidsonderzoek onder alle studenten in Hengelo uitgevoerd hebben en daarbij inzichtelijk krijgen wat de ervaringen zijn van de studenten wat betreft het digitale onderwijs ten tijde van de Corona criris die zich met name in 2020-2021 afspeelde.

Slide 13 - Slide

SMART
Specifiek: ja, studenten van alleen het ROC van Twente
Meetbaar: ja, door het stellen van de juiste vragen (enquete) kan de tevredenheid gemeten worden
Acceptabel: ja, studenten zijn bereid om mee te werken
Realistisch: ja, Corona Crisis is iets wat alle studenten raakt 
Tijdsgebonden: ja, het onderzoek moet tijdens dit kalenderjaar 2023 plaatsvinden, nu kan men vergelijken met digitaal en fysiek onderwijs.

Slide 14 - Slide


Oké, nu weet je hoe je een Probleemstelling en Doelstelling SMART formuleert. 

Volgende stap is het opstellen van je hoofdvraag en bijbehorende deelvragen

Slide 15 - Slide

Hoofdvraag
Aan het einde van je onderzoek wil je antwoord op deze vraag. 

Bijvoorbeeld
Zijn de studenten tevreden over het digitaal onderwijs van het ROC van Twente in Hengelo?

Slide 16 - Slide

Deelvragen
Vaak is een hoofdvraag heel breed en ga je deze 'opknippen' in deelvragen --> dit zijn direct je onderzoeksvragen. 

1. Welke opleiding volgt de student?
2. Heeft de student kennis van Microsoft Teams?
3. Heeft de student regelmatig contact met zijn docenten?
4. Wat zijn de ervaringen van de student?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide