H5-1 PULSAR 2HV Gewoon water

5.1 Gewoon water
  • Kernwoorden:
  • Gas, vast & vloeibaar
  • Fasen
  • Moleculen
  • Dichtheid, massa & volume
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

5.1 Gewoon water
  • Kernwoorden:
  • Gas, vast & vloeibaar
  • Fasen
  • Moleculen
  • Dichtheid, massa & volume

Slide 1 - Slide

Toestand van water
  • 3 vormen
  • Vast
  • Gas
  • Vloeibaar

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Fasen

Slide 4 - Slide

Fase overgangen
  • Toestand waar een stof in verkeerd heet fase
  • Overgang van de ene fase naar de andere fase heet fase overgang

Slide 5 - Slide

Belangrijk om te weten!
  • Smeltpunt: 0 graden celsius
  • Kookpunt: 100 graden celsius

Slide 6 - Slide

Opdrachten maken!
Activiteitenboek opgaven 2 t/m 6

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Drijven, zweven of zinken?
........ heeft niets te maken met overdrijven!
  • Dichtheid uitgedrukt in  
  • Massa (gewicht) in g of kg
  • Volume in 
g/cm3
cm3

Slide 10 - Slide

Rekenen met dichtheid!
  • Dichtheid P  Rho
  • Massa m
  • Volume v
  • m = V x P

Slide 11 - Slide

Opdrachten maken
Aktiviteitenboek 7 t/m 10

Slide 12 - Slide

Bijzonder water
  • Water koelt af 20 van naar 4 graden celsius
  • Moleculen bewegen langzamer en gaan dichter op elkaar
  • Water krimpt
  • Dichtheid wordt groter
  • Water koelt verder af van 4 naar 0 graden celsius
  • Water zet weer uit
  • Er onstaan ijskristallen die meer ruimte innemen

Slide 13 - Slide

Anders bij kaarsen
  • Kaarsvet drijft op vast kaarsvet
  • Vast kaarsvet heeft een hogere dichtheid

Slide 14 - Slide

Opdrachten maken op school
Aktiviteitenboek 11 t/m 12
Digitaal werken thuis, maak de vragen in de volgende dia's.

Slide 15 - Slide

In welke vormen komt water voor. Schrijf ze alle drie op!

Slide 16 - Mind map

Als je water op pompt uit de bodem noem je dat...?
A
Oppervlakte water
B
Brak water
C
Grond water
D
Rivier water

Slide 17 - Quiz

Hoe noem je water in een kanaal?
A
Oppervlakte water
B
Brak water
C
Bron water
D
Grond water

Slide 18 - Quiz

Schrijf op in welke fases het water is in A, B en C.

Slide 19 - Open question

In welke fase zit waterdamp?
A
Instabiele fase
B
Stabiele fase
C
Vloeibare fase
D
Gasvormige fase

Slide 20 - Quiz

Zet alle faseovergangen op hun juiste plaats.
Vervluchtigen
Rijpen
Condenseren
Verdampen
Bevriezen
Smelten

Slide 21 - Drag question

Wat is oppervlakte water?
A
Al het water dat zich in vloeibare vorm aan de oppervlakte van een planeet bevindt.
B
Water dat bij bronnen opwelt.
C
Waterdamp in de dampkring.
D
Het op de polen en in gletsjers in de vorm van ijs gebonden water.

Slide 22 - Quiz

Uit welk soort water wordt in ons land drinkwater gemaakt?
A
grondwater
B
kraanwater
C
leidingwater
D
oppervlaktewater

Slide 23 - Quiz

Omschrijf wat mist is?

Slide 24 - Open question

In welke fase bevindt de kaars zich in (A) en in (B)?

Slide 25 - Open question

Water kookt bij 100 . Alcohol kookt bij 78 .
De aantrekkingskrachten tussen de watermoleculen zijn groter/kleiner dan die tussen de alcohol moleculen.
°C
°C
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Er is geen aantrekkingskracht

Slide 26 - Quiz

Een blokje met een kleinere dichtheid dan water, zinkt in water.
A
Niet waar
B
Waar
C
Kan niet

Slide 27 - Quiz

Een goudvis zweeft in het aquarium. Zijn dichtheid is......
A
kleiner dan het water
B
groter dan het water
C
even groot als het water

Slide 28 - Quiz

Water komt voor in verschillende fases. Welke fases zijn er?
A
Vast, flexibel en vloeibaar
B
Los, gas en vloeistof
C
IJs, gas en vast
D
Vast, gas en vloeibaar

Slide 29 - Quiz

De dichtheid van de badeend is ...... dan de dichtheid van water
A
Groter dan
B
Kleiner dan
C
Gelijk aan
D
Geen idee

Slide 30 - Quiz