Disco H10 perfectum

Disco les 10
Werkwoordstijd "perfectum"

1 / 25
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Disco les 10
Werkwoordstijd "perfectum"

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

VERGELIJK:
PRAESENS: NECAT
PERFECTUM: NECAVIT

Slide 3 - Slide

vorming perfectum: stam
  • a- stam en i-stam:        stam + v + uitgangen
  • e-stam:                              stam + u + uitgangen (of + v of onregelmatig)
  • mk-stam:                          onregelmatige stam (woordenlijst) 
                                                     bijvoorbeeld: ven-i, ik kwam/ ben gekomen
                                                     vid-i, ik zag/ heb gezien
  •  esse:                                  fu + uitgangen 
  •  posse:                               potu + uitgangen 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

3) de perfectum stam maak je door ...

Slide 7 - Mind map

1) De uitgangen van de perfectum zijn

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

praesens
perfectum
voco
vocas
vocat
vocamus
vocatis
vocant
vocavi
vocavisti
vocavit
vocavimus
vocavistis
vocaverunt

Slide 10 - Drag question

vocavistis
A
jij hebt geroepen
B
jullie hebben geroepen

Slide 11 - Quiz

Vertaal:
1. vocavisti

Slide 12 - Open question

Vertaal:
2. audiverunt

Slide 13 - Open question


Vertaal: vocavimus

Slide 14 - Open question

Vertaal
3. audivimus

Slide 15 - Open question

perfectum esse 
(perf. stam: fu-)

fu-i 
fu-isti
fu-it 
fu-imus

fu-istis 
fu-erunt
  • 
fu-isse  (inf.)
perfectum posse 
(perf. stam: potu-)    

potu-i 

potu-isti

potu-it

potu-imus
potu-istis

potu-erunt
  • potu-isse    (inf.)

Slide 16 - Slide

4. Vertaal: potuistis

Slide 17 - Open question

5. Vertaal: potuerunt

Slide 18 - Open question


6. Vertaal paruerunt

Slide 19 - Open question

Hoe vertaal je de vorm fuisti ??
A
jij bent
B
jij was
C
jij bent geweest

Slide 20 - Quiz

fuisti kan je zowel met 'jij bent' als 'jij was' vertalen in een tekst.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 21 - Quiz

est is praesens, maar wat is het perfectum van deze vorm?
A
fuimus
B
fuisti
C
fuit
D
essevit

Slide 22 - Quiz

Welke vorm hoort er niet bij?

potuimus - finimus - reliquimus - erravimus
A
potuimus
B
finimus
C
reliquimus
D
erravimus

Slide 23 - Quiz

Welke vorm hoort er niet bij?

exploraverunt - fuerunt - possunt - venerunt
A
exploraverunt
B
fuerunt
C
possunt
D
venerunt

Slide 24 - Quiz

ik ken de uitgangen en de vorming
van het perfectum:
110

Slide 25 - Poll