Mentorles Motivatie 4h 240419

Hoe zet jij jezelf aan?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
MentorlesStudievaardigheden+1Middelbare schoolMBOvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6Studiejaar 1-4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoe zet jij jezelf aan?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Geef een cijfer voor je motivatie momenteel en licht dit toe!

Slide 2 - Open question

This item has no instructions


Wat vind jij vaak lastig om
te doen?
Op tijd komen
Aan mijn planning houden
Mijn telefoon wegleggen
Vroeg opstaan
Sporten
Mijn kamer opgeruimd houden
Op tijd beginnen met leren

Slide 3 - Poll

  • Wijs de leerlingen erop dat er maar één antwoord kan worden gegeven, dus dat ze het antwoord aanklikken dat ze het lastigst vinden.

Slide 4 - Video

This item has no instructions



Tip 1: herinner jezelf

Goed gedrag is er niet, 
je leert het jezelf aan.

Niemand kan het voor jou doen!





Slide 5 - Slide

This item has no instructions



Tip 2: Maak het 'leuk'

Reality check: 
sommige dingen worden nooit echt leuk!

Maar wat helpt ook niet?
Duizend keer tegen jezelf zeggen
 dat het niet leuk is!

Slide 6 - Slide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie
Denk terug aan het voorbeeld van tandenpoetsen. Het zien van je tandenborstel herinnert je eraan dat het poetsen van je tanden zorgt voor een lekkere frisse adem. Die gedachte maakt het makkelijker om het ook echt te gaan doen. Wanneer je iets moet doen waarbij de actie langer duurt, minder leuk is of de beloning nog niet zo duidelijk en direct is helpt het om wat je wilt of moet doen zo leuk mogelijk te maken voor jezelf.
Bijvoorbeeld: Wanneer je je huiswerk gaat maken met lekkere snacks erbij en leuke muziek is dat vooruitzicht al een stuk fijner en vergroot je de kans dat je het ook echt gaat doen.


Tip 3: maak het makkelijk

Om echt aan de slag te gaan met dat 
wat je wilt of moet doen is het 
belangrijk dat het makkelijk is 
om te beginnen. 


Slide 7 - Slide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie
Bij deze stap gaat het om het voor jezelf zo makkelijk mogelijk te maken om aan de slag te gaan. Mensen zijn van nature namelijk geneigd om te kiezen voor de makkelijkste optie. 



Zorg bijvoorbeeld dat alles al klaarligt
wanneer je wilt gaan leren


      


      
     Je hoeft dan alleen nog te gaan zitten!     

Slide 8 - Slide

This item has no instructions



Schrijf 2 dingen op die je kan doen zodat je
makkelijker aan de slag kunt gaan

Slide 9 - Open question

  • Leg uit dat het dus gaat om 3 dingen die je kunt doen om het makkelijker te maken om je gewoonte uit te voeren.
Extra informatie
Belangrijk hierbij is dat de leerlingen dingen opschrijven die de drempel zo laag mogelijk maken. Het zorgt er dus voor dat ze nog minder stappen hoeven te zetten om hun gewoonte uit te voeren.
Enkele voorbeelden:
  • Je sportkleding helemaal klaar leggen, zodat je het alleen nog hoeft aan te trekken om te gaan sporten.
  • Je leesboek op je hoofdkussen leggen, zodat je het al in je handen hebt om naar bed te kunnen gaan en nog een stukje kan lezen. 
  • Een stofzuiger klaarzetten in je kamer, zodat je hem alleen nog maar aan hoeft te zetten om te gaan schoonmaken.
  • Je schoolboeken al helemaal op de juiste pagina open leggen op je bureau met pen en papier erbij.


De laatste tip:

Beloon jezelf. 

Je mag trotser op jezelf zijn
 als je iets doet wat je niet leuk vindt
 dan wanneer je iets doet 
wat je wel leuk vindt.

Slide 10 - Slide

  • Leg de informatie die hieronder staat aan de leerlingen uit.
Extra informatie
Hele uitdagende doelen passen vaak niet bij het kiezen van de makkelijkste weg: wanneer je besluit dat je in de middag een verslag wilt schrijven is dat best een opgave. Soms is de opgave zo groot, dat je het uitstelt om er aan te beginnen. In dit geval helpt het om de doelen een stuk kleiner te maken. Dit is wat je bij de 2-minuten challenge ook doet: in plaats van dat je in één keer een heel verslag gaat schrijven, zeg je tegen jezelf: ik ga minimaal twee minuten aan de slag en daarna mag ik er zelf voor kiezen om te stoppen of om door te gaan. Zo ga je makkelijker aan de slag!
Wat zou voor jou een
goede beloning zijn?

Slide 11 - Mind map

  • Brainstorm met de klas over beloningen.
  • Laat de leerlingen zoveel mogelijk beloningen voor zichzelf bedenken en delen.
Extra informatie
Er zijn twee dingen belangrijk bij het bedenken van een goede beloning. Ten eerste is het belangrijk dat de beloning op korte termijn gegeven kan worden na het gedrag. Als tweede is het belangrijk dat de beloning speciaal voelt en niet iets is wat de leerling toch al zou doen/krijgen.

Alle tips:
  1. Herinner jezelf
  2. Maak het 'leuk'
  3. Maak het makkelijk
  4. Beloon jezelf 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vind jij het moeilijk om
je aandacht ergens bij te houden?
A
JA! Altijd
B
Best wel vaak ja
C
Lang niet altijd, alleen bij bepaalde vakken
D
Nee, ik ben altijd 'full focus'!

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn dingen die
jou kunnen afleiden?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Quiz: Volgehouden aandacht
Er zijn heel veel manieren en technieken om je beter te concentreren
...Bijvoorbeeld de pomodoro-techniek:

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Wat is jouw favoriete
manier om dingen uit
te stellen?

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Hoe pak je een grote taak (bijvoorbeeld veel leren voor een vak) aan?
A
Deel het op in kleine taakjes
B
Leer tot 's avonds laat door
C
Kies het belangrijkste en sla de rest over
D
Kijk het vlak voor de toets nog eens goed na

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer je een hele grote taak hebt (bijvoorbeeld het leren van een toets) is het altijd goed om deze op te delen in kleinere taakjes.... 
Deeltaak 
= gedeelte van een grote taak

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Een van de belangrijkste taken bij het leren voor een toets of examen is herhaling. 

Herhaling zorgt ervoor dat je stof beter begrijpt en je het langer onthoudt.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Hoe sta je er nu voor?
A Ik sta op overgaan (geen tekorten)
B Ik sta op overgaan (1 tekortpunt)
C Ik sta op overgaan (2 tekortpunten)
D Ik sta op overgaan (3 tekortpunten)
E Ik sta op zitten blijven

Slide 21 - Poll

This item has no instructions