MRN 4KB Les 1: TW1 + intro 5.1

Alles bij je?
  • Schrift
  • Rekenmachine
  • Boek
  • Pen
  • Opgeladen Chromebook
1 keer lenen, tweede keer nablijven
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Alles bij je?
  • Schrift
  • Rekenmachine
  • Boek
  • Pen
  • Opgeladen Chromebook
1 keer lenen, tweede keer nablijven

Slide 1 - Slide

Na deze les
Na deze les:
  • Snap je 5 MOEILIJKE LEES- en REKENOPGAVEN uit de toets
  • Weet je (weer) wat IMPORT en EXPORT zijn
  • Weet je je toetscijfer

Slide 2 - Slide

Wie betaalt wat? (T1)
c T1

Slide 3 - Slide

Variabele en vaste kosten (T2)
A T2

Slide 4 - Slide

Afschrijving van een          (T1)



Aanschafwaarde: € 1,1 miljard = € 1.100 miljoen voor 20
€ 1.100 miljoen : 20 = € 55 miljoen voor 1 

Slide 5 - Slide

Afschrijving van een          (T1)



Aanschafwaarde: € 1,1 miljard = € 1.100 miljoen voor 20
€ 1.100 miljoen : 20 = € 55 miljoen voor 1 
Restwaarde: € 5 miljoen voor 1

Slide 6 - Slide

Afschrijving van een          (T1)



Aanschafwaarde: € 1,1 miljard = € 1.100 miljoen voor 20
€ 1.100 miljoen : 20 = € 55 miljoen voor 1 
Restwaarde: € 5 miljoen voor 1
Afschrijving in 20 jaar = € 55 - € 5 = € 50 miljoen

Slide 7 - Slide

Afschrijving van een          (T1)



Stap1: Aanschafwaarde: € 1,1 miljard = € 1.100 miljoen voor 20
€ 1.100 miljoen : 20 = € 55 miljoen voor 1 
Restwaarde: € 5 miljoen voor 1
Afschrijving in 20 jaar = € 55 - € 5 = € 50 miljoen
Afschrijving per maand: € 50 miljoen : 20 jaar : 12 maanden =
€ 0,208333 miljoen = 208.333 euro

Slide 8 - Slide

Kostprijs per             (T2)





De vaste kosten per brood zijn: (1)  : (2)  = (3) 
De kostprijs per brood is (4) 

Slide 9 - Slide

Kostprijs per             (T2)





De vaste kosten per brood zijn: (1) € 140 : (2) 400 = (3) € 0,35
De variabele kostprijs per brood is (4)

Slide 10 - Slide

Kostprijs per             (T2)





De vaste kosten per brood zijn: (1) € 140 : (2) 400 = (3) € 0,35
De variabele kostprijs per brood is (4) € 0,18 + € 0,04 + € 0,35 = € 0,57

Slide 11 - Slide

Arbeidsmarkt (R)

Slide 12 - Slide

Arbeidsmarkt (R)
krappe
uitstroom
flexibel

Slide 13 - Slide

Nederland en het buitenland

Slide 14 - Slide

Import
Export

Slide 15 - Slide

Import
Export
Wederuitvoer

Slide 16 - Slide

Waarom doen we dit?
  • Import
  • Export
  • Doorvoer / wederuitvoer?

Slide 17 - Slide








> Waarom zoveel naar Duitsland?

Slide 18 - Slide








> Als er in 2019 60,2 miljard aan landbouwgoederen geëxporteerd wordt  naar de 7 landen hierboven, hoeveel procent is dit dan van het totaal?

Slide 19 - Slide

Aan de slag!
  • Maak opgave 2 en 3 op pag. 160
  • Maak het voor jezelf
  • Klaar? Laat de opgaven aan mij zien

Slide 20 - Slide