BK_H2_TestPrep1

Oefenen voor de toets deel 1
Woordjes: A, B theme words
Stones: 4 
Grammatica: 4 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefenen voor de toets deel 1
Woordjes: A, B theme words
Stones: 4 
Grammatica: 4 

Slide 1 - Slide

Onderdeel 1: Vul het juiste woord in op de lege plek in de zin.
5 woordjes (5 punten)
kies uit: mark - tired -timetable - Dutch
I have to look at my 1. (...) to see which lessons I have today. I have 2. (...) today which is my favourite subject. I also have an English test, I hope I get a good 3. (...). At the end of the day I am very 4. (...) of school.      

Slide 2 - Slide

I have to look at my (...) to see which lessons I have today.
A
mark
B
tired
C
timetable
D
Dutch

Slide 3 - Quiz

I have 2. (...) today which is my favourite subject.
A
mark
B
tired
C
timetable
D
Dutch

Slide 4 - Quiz

I also have an English test, I hope I get a good 3. (...).
A
mark
B
tired
C
timetable
D
Dutch

Slide 5 - Quiz

At the end of the day I am very 4. (...) of school.
A
mark
B
tired
C
timetable
D
Dutch

Slide 6 - Quiz

Onderdeel 2: vertaal de zinnen naar het Engels
5 tijden (10 punten)

1.  Het is half acht. 

2. Het is kwart voor elf.

3. Het is tien over vier.

4. Het is drie uur.

Slide 7 - Slide

Vertaal de zin naar het Engels.
Het is half acht.

Slide 8 - Open question

Vertaal de zin naar het Engels.
Het is kwart voor elf.

Slide 9 - Open question

Vertaal de zin naar het Engels.
Het is tien over vier.

Slide 10 - Open question

Vertaal de zin naar het Engels.
Het is drie uur.

Slide 11 - Open question

Onderdeel 3: kies welke van de twee woorden het beste in de zin past.  5 zinnen (5 punten)
1. My birthday is on the one / first of August.
2. I have four / fourth sister.
3. I am twelve / twelfth years old.
4. This is the ninth / nine time I told you to make your homework.

Slide 12 - Slide

telwoorden
1
one
2
two
3
drie
16
sixteen
21
twenty-one
9
nine
5
five
1e
first
2e
second
3e
third
16e
sixteenth
21e
twenty-first
9e
ninth
5e
fifth

Slide 13 - Slide

My birthday is on the one / first of August.
A
one
B
first

Slide 14 - Quiz

I have four / fourth sister.
A
four
B
fourth

Slide 15 - Quiz

I am twelve / twelfth years old.
A
twelve
B
twelfth

Slide 16 - Quiz

This is the ninth / nine time I told you to make your homework.
A
ninth
B
nine

Slide 17 - Quiz

Onderdeel 4: maak van de zin een vraagzin
6 zinnen (6 punten)
can
'can' vooraan in de zin
I can dance. = Can I dance?
He can dance. = Can he dance?
am / are / is
am / are / is vooraan in de zin.
I am tall = Am I tall?
He is fast = Is he fast?
Geen can / am / are / is
do of does vooraan in de zin. (bij does ww-s)
I like horses = Do I like horses?
She loves candy = Does she love candy

Slide 18 - Slide

Maak van de zin een vraagzin:
He is crazy.

Slide 19 - Open question

Maak van de zin een vraagzin:
They can dance.

Slide 20 - Open question

Maak van de zin een vraagzin:
I love football.

Slide 21 - Open question

Maak van de zin een vraagzin:
Sarah likes homework.

Slide 22 - Open question

1
Vul het juiste woord in op de lege plek
5
Vocabulary chapter 2 check - fill in
2
Vertaal de zin naar het Engels (klokkijken)
10
Stone: 4ab
Stone 4: overschrijven
3
Kies welke van de twee woorden het beste in de zin past (telwoorden)
5
Vocabulary B check- fill in

4
Vertaal de woorden naar het Engels
5
Vocabulary chapter 2 check - fill in
5
Maak van de zin een vraag zin 
6
Grammar 4ab
6
Maak van de zin een ontkenning
6
Grammar 5ab
7
Vertaal de zin naar het Engels 
16
Stone: 5ab en 6ab  
Stone 5 en 6 overschrijven
8
Zet de zinsdelen in de juiste volgorde
5
Grammar 6ab

Slide 23 - Slide