verkleinwoorden (1.1)

• Taal
• Basisschool
• Groep 4

verkleinwoorden

de jongen

het jongetje

verkleinwoorden met - je

de brief- het briefje

de vlek - het vlekje

de hand- het handje

-JE

- tje

de stoel - het stoeltje

de vrouw- het vrouwtje

de deur - het deurtje

-TJE

- pje

de boom- het boompje

het raam - het raampje

de bloem- het bloempje

-PJE

Het lidwoord

Het lidwoord voor een verkleinwoord is altijd het

wat is het verkleinwoord?

de les

1. het lesje
2. het lestje
3. het lespje

het hoofd

1. het hoofdtje
2. het hoofdje
3. het hoofdpje

de jas

1. het jaspje
2. het jasje
3. het jastje

de keuken

1. het keukenje
2. het keukentje
3. het keukenpje

de schoen

1. het schoentje
2. het schoenje
3. het schoenpje

de bloem

1. het bloemje
2. het bloemtje
3. het bloempje

schrijf het verkleinwoord op.
de deur

de arm

het potlood

Welk verkleinwoordje zet je achter het woord?

je

tje

hond

fluit

lepel

varken

deken

zwaan

1. je
2. tje
3. pje

kast

1. je
2. tje
3. pje

pomp

1. je
2. tje
3. pje

de muur

de plant

de mand

wordwall.net

Visueel dictee 

wat vind je van verkleinwoorden?

😒🙁😐🙂😃

het einde