Blok 7- les 8 - VT dirigent politie

Welk woord is goed?
A
vakantsie
B
garantie
C
politsie
D
optsie
1 / 32
next
Slide 1: Quiz
SpellingBasisschoolGroep 6

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Welk woord is goed?
A
vakantsie
B
garantie
C
politsie
D
optsie

Slide 1 - Quiz

lesdoel
Ik leer woorden met een i die klinkt als /ie/ schrijven  en
woorden op tie eindigen.
Ik kan de persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden schrijven.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Welk woord is goed?
A
notitie
B
locatsie
C
spatsie
D
attentsie

Slide 4 - Quiz


Slide 5 - Open question


A
Felicitatsie
B
Felicitatie
C
Felicitati
D
Felicitasie

Slide 6 - Quiz

Ik kan worden met een i of ie correct schrijven. Dit zijn weetwoorden en moet ik onthouden.

Slide 7 - Slide

ri vier

Er is een open gedeelte en een gesloten gedeelte.
Achter de i is het open.
De ie zit opgesloten tussen de v en de r.

De i die klinkt als ie zit altijd in een open gedeelte, hij staat aan het eind van een klankgroep.
Nog een paar van zulke woorden:
Er is een open klankgroepen en een gesloten klankgroepen.

De i die klinkt als ie zit altijd in een open gedeelte, maar dit is dus de i.

Ri   vier

Slide 8 - Slide

Dit is een kopje .....

Slide 9 - Open question

Dit is een .....

Slide 10 - Open question

i of ie
m..crofoon

Slide 11 - Open question

i of ie
verl..zer

Slide 12 - Open question

i of ie
med..cijn

Slide 13 - Open question

i of ie
v..tam..nes

Slide 14 - Open question

i of ie
lachsp..gel

Slide 15 - Open question

Wat weet jij over zwakke werkwoorden?

Slide 16 - Open question

Zwakke werkwoorden blijven in een andere tijd hetzelfde klinken.



Bijvoorbeeld:
wacht - wachtte
dans - danste
kook - kookte
teken - tekende

Slide 17 - Slide

stappenplan zwakke werkwoorden

1. schrijf eerst de IK-VORM TEGENWOORDIG TIJD op.
2. Kijk naar de stam van het werkwoord (haal en eraf) Grazen
3. Zit deze  letter Graz in 't x kofschip


VT
ik graas
Nee, dan wordt het de of den
Ja, dan wordt het te of ten

Slide 18 - Slide


VT

Slide 19 - Open question


VT

Slide 20 - Open question


VT

Slide 21 - Open question

Papa …. gisteren de deur
VT
A
verft
B
vervde
C
verfde
D
verfte

Slide 22 - Quiz

werkwoord: blozen
TT
TT
Ik ..........

Slide 23 - Open question

De jongen ................,omdat hij het meisje leuk vindt.
VT
A
bloozt
B
bloosde
C
bloozde
D
blooste

Slide 24 - Quiz

werkwoord: niezen
TT
TT
Ik ..........

Slide 25 - Open question

werkwoord: niezen
VT
De dame ........ in haar elleboog.

Slide 26 - Open question

werkwoord: leven
TT
TT
Ik ..........

Slide 27 - Open question

werkwoord: leven
VT
Wanneer ......... de neanderthalers?

Slide 28 - Open question

werkwoord: bonzen
VT
Vanmorgen ...... jij op de deur.

Slide 29 - Open question

werkwoord: schroeven
VT
Gisteren ..... wij een plankje tegen de muur.

Slide 30 - Open question

spelling
Blok 7 - les 8
bladzijde 58

We beginnen samen!

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link