Herhaling Chapitre 2

Bienvenue:     Répéter Chapitre 2
1 / 46
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenue:     Répéter Chapitre 2

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui on va :
- Répéter le vocabulaire & phrases-clés
- Répéter la grammaire D: à/de + lidwoord
- Répéter la grammaire H: Les verbes à -ir

Slide 2 - Slide

Vocabulaire et phrases-clés

Slide 3 - Slide

Traduis F-N:
faire la grasse matinée
A
uitrusten
B
uitzieken
C
uitslapen
D
uitkijken

Slide 4 - Quiz

Traduis F-N:
je me lève
A
ik word wakker
B
ik ga uit bed
C
ik sta op
D
ik val in slaap

Slide 5 - Quiz

Traduis F-N:
le début
A
de eerste keer
B
het begin
C
aan het eind
D
de snelste

Slide 6 - Quiz

Traduis F-N:
se reposer
A
elkaar treffen
B
ontspannen
C
elkaar zien
D
rusten

Slide 7 - Quiz

Traduis F-N:
chaque
A
vaak
B
veel
C
ieder
D
geen

Slide 8 - Quiz

Traduis N-F:
het scherm
A
le screen
B
l'écran
C
la tablette
D
l'ordinateur

Slide 9 - Quiz

Traduis N-F:
het tijdschrift
A
le magzine
B
la magazine
C
le magasin
D
la magasine

Slide 10 - Quiz

Traduis N-F:
afwassen
A
faire la vaiselle
B
faire le vaisal
C
faire la vesaille
D
faire le vaisalle

Slide 11 - Quiz

Traduis N-F:
het slachtoffer
A
le victim
B
le victime
C
la victim
D
la victime

Slide 12 - Quiz

Traduis N-F:
ik heb er genoeg van
A
j'en ai assez
B
j'en ai marre
C
je déteste
D
je ne veux plus

Slide 13 - Quiz

Traduis N-F:
naar de sportschool gaan

Slide 14 - Open question

Traduis N-F:
storen

Slide 15 - Open question

Traduis N-F:
daar word ik gek van

Slide 16 - Open question

Traduis N-F:
het hoofd

Slide 17 - Open question

Traduis N-F:
nogal

Slide 18 - Open question

Traduis N-F:
Wat doe je in het weekend?

Slide 19 - Open question

Traduis N-F:
Ik kijk naar online series.

Slide 20 - Open question

Traduis N-F:
Wat is je lievelingsserie?

Slide 21 - Open question

Traduis N-F:
Ik vind het leuk om naar de stad te gaan met mijn familie.

Slide 22 - Open question

Traduis N-F:
Ik sport met mijn vrienden.

Slide 23 - Open question

Grammaire: à/de + bepaald lidwoord

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Vul in:
Il va ... collège (m)
A
au
B
à le
C
à la
D
aux

Slide 29 - Quiz

Vul in:
C'est l'acteur ... film (m)
A
de le
B
de la
C
des
D
du

Slide 30 - Quiz

Vul in:
Il habite ... Pays-Bas.
A
au
B
à le
C
à la
D
aux

Slide 31 - Quiz

Vul in:
C'est la personne la plus importante ... histoire.
A
de l'
B
de la
C
des
D
du

Slide 32 - Quiz

Grammaire: H
Regelmatige werkwoorden op -ir

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Noteer zoveel mogelijk regelmatige werkwoorden op -ir in het Frans (hele werkwoorden).

Slide 37 - Mind map

Vervoeg in de présent:
nous - finir
A
nous finissons
B
nous finis
C
nous finissez
D
nous finissent

Slide 38 - Quiz

Vervoeg in de passé composé:
ils - remplir
A
ils vont rempli
B
ils avez rempli
C
ils ont remplir
D
ils ont rempli

Slide 39 - Quiz

Vervoeg in de passé composé:
je - choisir
A
je choisis
B
j'ai choisi
C
je vais choisir
D
je choisir

Slide 40 - Quiz

Vertaal N-F:
U heeft gekozen

Slide 41 - Open question

Vertaal N-F:
Jullie denken na (réfléchir)

Slide 42 - Open question

Vertaal N-F:
Jij hebt gekozen

Slide 43 - Open question

Ik ken de regels om regelmatige werkwoorden op -ir te vervoegen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Poll

Fin du cours! Bon courage!

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide