4.3 Brandstof en milieu

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Brandstoffen

4.3 Brandstof en milieu

Spullen op tafel

Telefoon in het zakkie op tafel

Jas uit en over je stoel

Tas op de grond

Lesprogramma

• Huiswerk
• Leerdoelen
  
• Uitleg
• Vragen
• Nabespreken
• Huiswerk

Leerdoelen

• Je leert over fossiele brandstoffen en biobrandstoffen.
• Je leert over het natuurlijk en versterkt broeikaseffect.
• Je leert over zure regen.
• Je leert over zuurgraad en pH.
• Je leert over milieu-effect.

Fossiele brandstoffen

• Steenkool (koolstof), aardgas en aardolie.
  
• Bestaan grotendeels uit koolwaterstoffen.

Trage koolstofkringloop

• Bij volledige verbranding van fossiele brandstoffen ontstaat koolstofdioxide.
  
• Planten halen al miljoenen jaren koolstofdioxide uit de lucht.
  
• Pas nu komt de toen opgenomen koolstofdioxide vrij in de atmosfeer.

Biobrandstoffen

• Dit zijn brandstoffen uit plantaardig materiaal, 

       bijv. mais.

• Voorbeeld = bioalcohol

Fotosynthese

• Planten zetten H2O en CO2 om in glucose en zuurstof.

• Planten zetten glucose om in zetmeel en cellulose.

• Zetmeel en glucose kun je omzetten in bioalcohol.

Drie generaties biobrandstoffen

1. Brandstoffen die gemaakt zijn van speciale gewassen die geteeld zijn op landbouw grond (concurrentie voedselgewassen, palmolie)
   
2. Plantaardig afval, zoals frituurvet.
   
3. Brandstoffen die gemaakt worden van algen en bacteriën. 

Natuurlijk/versterkt broeikaseffect

(versterkt) broeikaseffect

Broeikasgevaar

Milieugevolgen van fossiele brandstoffen

• Brandstoffen bevatten naast koolstof-, waterstof- ook zwavelatomen.
• Bij de verbranding van zwavel ontstaat zwaveldioxide.
• Zwaveldioxide reageert met water en zuurstof tot zwavelzuur.
• Er ontstaat daardoor zure regen.
• Zure regen tast de planten aan, zorgt voor verzuring van de bodem waardoor het kalk oplost en voor aantasten van beelden.

Nabespreken

• Je leert over fossiele brandstoffen en biobrandstoffen.
• Je leert over het natuurlijk en versterkt broeikaseffect.
• Je leert over zure regen.
• Je leert over zuurgraad en pH.
• Je leert over milieu-effect.

Huiswerk

Leren en maken 4.3