4.3 Betoog

Lezen Hoofdstuk 4
4.1 Feiten en meningen
4.2 Argumenten
4.3 Betoog
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lezen Hoofdstuk 4
4.1 Feiten en meningen
4.2 Argumenten
4.3 Betoog

Slide 1 - Slide

Lesdoel van vandaag
Aan het eind van deze les kun je: 

  • een betoog herkennen 
  • en weet je hoe de schrijver je probeert
        te overtuigen

Slide 2 - Slide

Agenda
  • 4.2 argumenten herhalen
  • Uitleg over 4.3 betoog
  • Klassikaal aan de slag met een betogende tekst
  • Zelfstandig aan de slag
  • evaluatie les 

Slide 3 - Slide

Hoe herken je een argument in een zin/tekst?

Slide 4 - Mind map

Je mening geven en onderbouwen met argumenten heeft een doel. Welk doel?

Slide 5 - Mind map

4.2 argument
Een argument geeft aan waarom je iets vindt. 
Hierdoor kun je een ander beter overtuigen. 

Slide 6 - Slide

Signaalwoorden argument
Een argument kun je vaak herkennen aan de signaalwoorden:
  • omdat 
  • want
  • daarom
  • namelijk

Slide 7 - Slide

Wat weet je al van een betoog?

Slide 8 - Mind map

4.3 Betoog
De schrijver geeft in een betoog duidelijk zijn mening.
Hij gebruikt argumenten om de lezer te overtuigen van zijn gelijk.

Een bekend voorbeeld van een betoog is: een ingezonden brief in de krant.


Slide 9 - Slide

Tekstdoel: overtuigen
De schrijver niet de lezer een mening laten vormen, maar hij wil dat de lezer zijn mening overneemt. De schrijver zoekt dus medestanders.

Dit tekstdoel komt voor in de volgende tekstsoorten: 
betogen, ingezonden stukken en in columns.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slot van een betoog (herhaling van hoofdgedachte)

Slide 12 - Slide

Let op!
Wees kritisch bij het lezen van een betoog en vraag jezelf altijd af of de feiten wel kloppen.

Soms wil een schrijver je overtuigen door maar één kant van het onderwerp te laten zien.

Slide 13 - Slide

Gezamenlijk oefenen
We lezen en doen opdrachten aan de hand
van een examentekst 2F 2020-2021
"Alleen op vakantie gaan 
is een zegen"
  • Voor: jouw ideale vakantie
  • Tijdens: voor- en nadelen
  • Na: jouw standpunt/mening

Slide 14 - Slide

jouw ideale vakantie

Slide 15 - Mind map

Tijdens het lezen
  • We lezen gezamenlijk de tekst. 
  • Tijdens het lezen onderstreep je de genoemde voordelen en nadelen van alleen op vakantie gaan.
  • Na het lezen van de tekst vul je de onderstreepte delen in de juiste kolom (voordelen of nadelen).

Slide 16 - Slide

Na het lezen
Zou jij alleen op vakantie gaan?

Waarom wel of niet?

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken
1. Maak de vragen die horen bij de tekst "Alleen op vakantie gaan is een zegen"

2. Maak van  4.3 Betoog
Opdracht 1 t/m 3 en de Examenopdracht CE

Klaar: Maak de oefentoets Lezen 4



Slide 18 - Slide

Volgende les 
Oefenen met 
examen leesteksten 

Slide 19 - Slide

Bedankt!!!!!

Slide 20 - Slide