Module week 3/4

Module D week 3/4
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Module D week 3/4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud
Terugblik
Kwaliteitseisen zorgorganisaties
Beroepsvereniging/Vakbonden/ CAO
Bronnen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les benoemt de student wat kwaliteitseisen zijn.
Aan het einde van de les benoemt de student wat de beroepsvereniging van verpleegkundige zijn.
Aan het einde van de les benoemt de student wat een CAO is.
Aan het einde van de les benoemt de student waar hij/zij op moet letten bij het zoeken van een betrouwbare bron. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Terugblik

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is kwaliteitszorg

Slide 5 - Mind map

In beroep als verpleegkundige. De zorgvrager stelt steeds eisen aan de beroepsuitoefening. Hij wil bijvoorbeeld dat je hem respectvol behandelt, dat je bepaalde technische handelingen goed uitvoert, dat je zaken efficiënt afhandelt en dat hij geen pijn heeft. Daarbij komt dat de gezondheidszorg snel verandert. De eisen die mensen aan jou als verpleegkundige stellen veranderen mee en worden steeds hoger. De zorgvrager en zijn naasten worden mondiger en de overheid gaat steeds meer controleren. Ook in de eigen beroepsgroep durven jij en jouw collega's steeds kritischer naar elkaar te kijken. De kwaliteit van de zorgverlening en de deskundigheid die daarvoor nodig is, worden in jouw verpleegkundige zorg steeds belangrijker.
Je levert meer een dienst dan een tastbaar product. Een ander verschil is dat zorgvragers nog niet gewend zijn om te controleren of de dienst die jij levert goed is of niet. En zorgvragers kunnen eigenlijk alleen vanuit hun eigen situatie beoordelen of de zorg voldoet aan kwaliteitseisen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Micro-, meso-, macroniveau

Slide 7 - Slide

3x draaien, studenten uitleggen wat de begrippen zijn. 

Het microniveau van zorgverlening is de zorgverlening die het dichtst bij de zorgvrager ligt. Hierbij kun je denken aan de wasbeurt die je een zorgvrager geeft, de zorg voor medicijnen, het hygiënisch verzorgen van een zorgvrager of het aanhoren van een klacht.

Bij mesoniveau kijk je vooral naar de omgeving waarin de zorg verleend wordt. Voorbeelden daarvan zijn:
  • de wooneenheid waar de wasbeurt plaatsvindt;
  • de apotheek waar de medicijnen klaargemaakt worden;
  • het verpleegkundige team dat kijkt of er hygiënisch gewerkt wordt;
  • de instellingscommissie die een klacht van een zorgvrager behandelt
Tot het macroniveau behoren de beleidsmakers en koepelorganisaties. Dat zijn organisaties die opkomen voor de belangen van de mensen die zij vertegenwoordigen.
Kwaliteitseisen zorgorganisaties
  • Er moet deskundig personeel zijn. .
  • Er moet gecontroleerd worden of personeel in het verleden geen ernstige fouten heeft gemaakt.
  • Bij langdurige zorg moet er een zorgplan zijn. 
  • Er moet een orgaan zijn in de organisatie waarmee zorgvragers kunnen meepraten over het beleid in de organisatie.
  • De geleverde zorg moet van goed niveau, tijdig, veilig en effectief zijn.
  • In de organisatie moet een klachtenfunctionaris zijn. 
  • Ieder jaar legt de organisatie verantwoording af over wat er gebeurd is en hoe de zorg georganiseerd is.
  • Medewerkers in de organisatie moeten incidenten kunnen melden zonder dat zij daarop afgerekend worden. De organisatie moet het ook mogelijk maken om van incidenten te leren.

Slide 8 - Slide

De Nederlandse overheid houdt in de gaten dat zorgorganisaties zorg leveren die voldoet aan bepaalde kwaliteitseisen. Elke zorgorganisatie moet aan de volgende eisen voldoen:
  • Er moet deskundig personeel zijn. De zorgorganisatie moet het ook mogelijk maken om die deskundigheid op peil te houden, bijvoorbeeld door bijscholingsprogramma's te bieden.
  • Er moet gecontroleerd worden of personeel in het verleden geen ernstige fouten heeft gemaakt.
  • Bij langdurige zorg moet er een zorgplan zijn. Dat plan moet samen met de zorgvrager gemaakt worden en minimaal eenmaal per jaar worden geëvalueerd.
  • Er moet een orgaan zijn in de organisatie waarmee zorgvragers kunnen meepraten over het beleid in de organisatie.
  • De geleverde zorg moet van goed niveau, tijdig, veilig en effectief zijn.
  • In de organisatie moet een klachtenfunctionaris zijn. Ook moet de organisatie aangesloten zijn bij een onafhankelijke geschilleninstantie.
  • Ieder jaar legt de organisatie verantwoording af over wat er gebeurd is en hoe de zorg georganiseerd is.
  • Medewerkers in de organisatie moeten incidenten kunnen melden zonder dat zij daarop afgerekend worden. De organisatie moet het ook mogelijk maken om van incidenten te leren.
Opdracht
  1. Ga opzoek naar de beroepsvereniging voor verpleegkundige die met kwaliteitszorg te maken hebben. 
  2. Zoek informatie over infectiepreventie

Slide 9 - Slide

Beroepsvereniging voor verpleegkundige is de V&VN. .  (verpleegkundige & verzorgende Nederland)Houdt zich bezig met beroepsinhoudelijke kant van het werk
https://www.venvn.nl/thema-s/infectiepreventie 
(Kan ook Beroepsorganisatie voor verpleegkundigen en verzorgenden Nu'91, maar deze heeft geen thema's. Deze houdt zich bezig met de cao en mag meepraten tijdens onderhandelingen).

Ook de thema's laten zien wat de studenten kunnen op zoeken.
Bespreek met de studenten of dit een betrouwbare bron is en waarom?
Vakbonden 
Vakbonden FNV, CNV zorg & welzijn. Komen op voor de belangen van alle werknemers in de gezondheidszorg. Zij doen dat door:
  • collectieve arbeidsovereenkomsten (cao's) voor de zorgsector af te sluiten;
  • zeggenschap via leden in ondernemingsraden en besturen van instellingen;
  • advies en juridische bijstand te geven;
  • scholing van leden en informatievoorziening.

Slide 10 - Slide

De vakbonden FNV Zorg & Welzijn en CNV Zorg & Welzijn komen op voor de belangen van alle werknemers in de gezondheidszorg.
Opdracht
Ga eens op zoek naar de CAO voor verpleegkundige en lees dit eens door. 

Slide 11 - Slide

https://www.fnv.nl/getmedia/40b7bba6-4a46-420b-a828-e62666417d8f/1728-verpleeg-verzorgingshuizen-thuiszorg-en-jeugdgezondheidszorg-vvt-cao-01-01-2022-tm-31-12-2024-v09062024.pdf?ext=.pdf&dtime=20240827150317 

Een voorbeeld van CAO. Dit is de CAO van VVT en jeugdgezondheidszorg. 
Neem met de studenten de inhoudspagina door, zodat ze weten wat ze er in terug kunnen vinden. 
Pauze
10 minuten

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Verschillende bronnen
  • Schriftelijke bronnen
  • Digitale bronnen 
  • Trainingen en cursussen
  • Netwerken en belangenorganisaties

Slide 13 - Slide

Er zijn veel soorten bronnen.
Schriftelijke bronnen zijn alle bronnen die je leest: vaktijdschriften en vakliteratuur, zowel op papier als digitaal. Ook vallen beleidsstukken en jaarverslagen hieronder. Denk ook aan werkgerelateerde blogs en columns. Digitale bronnen zijn niet alleen digitale teksten, maar ook filmpjes waar je iets
Trainingen en cursussen worden ook wel bijscholing genoemd. Ze zijn een aanvulling op je opleiding. Ze kunnen een dag, of een deel van een dag duren, of veel langer. Meestal gaan ze over één specifiek onderwerp. Je volgt ze meestal in een groep, maar er zijn ook cursussen die je thuis alleen doet. van leert over je werk.
Jouw netwerk bestaat uit alle mensen die jij kent. Netwerken betekent: je netwerk uitbreiden en gebruiken. Je kunt bijvoorbeeld je netwerk gebruiken om een stageplek of een baan te vinden. En om nieuwe dingen te leren, bijvoorbeeld over de ontwikkelingen in het vakgebied.
Een belangenorganisatie is een groep mensen die dezelfde belangen hebben. Ze vinden dezelfde dingen belangrijk en ze willen hetzelfde doel bereiken. Er zijn belangenorganisaties voor werkgevers, werknemers en patiënten.
Is chat GPT een betrouwbare bron? Waarom wel of niet?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Betrouwbare bronnen
Wetenschappelijk tijdschrift
Boeken
Krantenartikelen of nieuwsberichten
Internetartikelen

Slide 15 - Slide

https://www.scribbr.nl/bronvermelding/welke-bronnen-kan-ik-mijn-scriptie-gebruiken/
Wanneer is een bron betrouwbaar?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Onderstaande vragen kunnen helpen bij het beoordelen van een website of deze betrouwbaar is

1. Wie zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de website?
2. Wat is hun belang?
3. Hoe actueel is de site? 
4. Is de website de oorspronkelijke bron of is de informatie afkomstig van anderen
5. Door wie wordt de site gesponsord?
6. Is de informatie logisch en komt die overeen met andere geraadpleegde bronnen?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vaktijdschrift
Hierin vind je artikelen en actuele wetenswaardigheden over je eigen vakgebied.
Er zijn vele vaktijdschriften (digitaal), voorbeelden zijn;
-Nursing
-TVZ
-Bijzijn XL
-Pallium
De artikelen zijn recent, wat betekent niet ouder dan 5 jaar.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
  1. Ga op zoek naar een betrouwbaar nieuwsartikel over de zorg
  2. Waarom heb je dit artikel gekozen?
  3. Waarom vind je dit artikel betrouwbaar?
  4. Bespreek je artikel in tweetallen en kijk je buurman/buurvrouw jouw gekozen artikel ook betrouw vindt

Slide 19 - Slide

Je kan ook nursings meenemen naar de lessen. Er liggen nursings in lokaal 2A05
Tijd over?
In lesweek 5 t/m 7 ga je oefenopdracht B1-K2-W1 V1 uitvoeren.
Je gaat vaktijdschriften en -sites opzoeken en een artikel lezen dat zelfgekozen en relevant is voor het beroep van de verpleegkundige.
Je kan het artikel in eigen woorden samenvatten.
Maak een poster of infographic van je artikel. Alleen met steekwoorden
In een sub(peer)groep van 3 a 4 studenten ga je aan elkaar een presentatie geven en elkaar voorzien van peerfeedback
Hierop ga je reflecteren a.d.h.v. een verslag of filmpje (STARR of Korthagen)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen bereikt?
Aan het einde van de les benoemt de student wat kwaliteitseisen zijn.
Aan het einde van de les benoemt de student wat de beroepsvereniging van verpleegkundige zijn.
Aan het einde van de les benoemt de student wat een CAO is.
Aan het einde van de les benoemt de student waar hij/zij op moet letten bij het zoeken van een betrouwbare bron. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Bronnen
Digibib leermodules 6 en module 8
Thieme Meulenhoff
Boek: zorgverlening, beroep en organisatie
module 7 kwaliteit en veiligheid, hoofdstuk 1
module 8 professionele ontwikkeling hoofdstuk 4
https://www.scribbr.nl/bronvermelding/welke-bronnen-kan-ik-mijn-scriptie-gebruiken/ 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions