Verzet les 2 (1/3)

De Franse Revolutie
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De Franse Revolutie

Slide 1 - Slide

LEERDOEL
Op 14 juli 1789 start de Franse Revolutie met een                                            bestorming door de bevolking van Parijs van Bastille.
De opstand zou het einde betekenen van het koninkrijk Frankrijk.

Na deze les kun je uitleggen

  1. Uitleggen waarom de Fransen in opstand kwamen tegen hun koning.
  2. Vertellen hoe de revolutie verliep
  3. De gevolgen van de revolutie voor het bestuur in Frankrijk vertellen.

Slide 2 - Slide

Lesdoel 1: uitleggen waarom de Fransen in opstand kwamen tegen hun koning.
  1. absolutisme
  2. standenmaatschappij
  3. verlichting
  4. misoogst
  5. faillissement 

Slide 3 - Slide

Het absolutisme 

Slide 4 - Slide

L'État, c'est Moi  | 'De staat, dat ben ik' 
De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme.  

Lodewijk XIV (14e) (de Zonnekoning)
  • Een Franse koning met absolute macht.
  • Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)
  • Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

Slide 5 - Slide

2

Slide 6 - Video

00:44
Waarom maakte koning Louis XIV het grootste kasteel van Europa? 2 Antwoorden zijn goed!
A
Omdat hij zijn macht wilde laten zien
B
Omdat hij niet wist wat hij met zijn geld moest doen
C
Zodat hij alle belangrijke edelen bij zich kon houden

Slide 7 - Quiz

01:45
Hoeveel mensen konden er in totaal op Versailles leven?
A
1000
B
5000
C
10.000
D
50.000

Slide 8 - Quiz

Wat is de betekenis van het begrip: 'absolutisme'?
A
De koning is door God gekozen
B
Een strenge koning
C
Alle macht ligt bij de koning
D
Een koning die erg rijk is

Slide 9 - Quiz

Lesdoel 1: uitleggen waarom de Fransen in opstand kwamen tegen hun koning.
  1. absolutisme
  2. standenmaatschappij
  3. verlichting
  4. misoogst
  5. faillissement 

Slide 10 - Slide

STANDENMAATSCHAPPIJ
Sinds de middeleeuwen,
 Franse samenleving verdeeld in 3 standen: 
'bidders, strijders en werkers'


'God had dit zo bepaald'

Slide 11 - Slide



    3 STANDEN
D
D
  1. Geestelijkheid
  2. Adel
  3. Burgerij
1e stand
1e stand
2e stand
2e stand
3e stand
3e stand

Slide 12 - Slide

1

Slide 13 - Video

00:43
In welke stand zaten de meeste mensen?
A
Geestelijken
B
Adel
C
Boeren
D
Koning

Slide 14 - Quiz

Waarom kwamen de boeren in opstand?

Slide 15 - Slide

Lesdoel 1: uitleggen waarom de Fransen in opstand kwamen tegen hun koning.
  1. absolutisme
  2. standenmaatschappij
  3. verlichting
  4. misoogst
  5. faillissement 

Slide 16 - Slide


De Verlichting
vanaf ±1700



Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)

Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Wat is de Verlichting?
A
Het volk kwam in opstand tegen de koning
B
Mensen gingen anders nadenken over de verdeling van macht
C
Koningen gingen zich anders gedragen
D
Er werd heel veel kunst gemaakt

Slide 19 - Quiz

Wat leert de 3e stand van de Verlichting?
A
Dat de koning is aangesteld door God.
B
Dat traditie, geloof en gewoonte juist zijn.
C
Ze zien in dat het oneerlijk is dat alleen zij belasting moeten betalen.
D
Ze leren dat je niet in opstand moet komen, want mensen kunnen niet goed nadenken.

Slide 20 - Quiz

Lesdoel 1: uitleggen waarom de Fransen in opstand kwamen tegen hun koning.
  1. absolutisme
  2. standenmaatschappij
  3. verlichting
  4. misoogst
  5. faillissement 

Slide 21 - Slide


Misoogst
1788



Door mislukte oogsten waren de graanprijzen (en dus ook de prijs van brood) enorm gestegen. Er ontstonden zelfs
hongersnoden -> Broden werden ontzettend duur!

Ondertussen moest de 3e stand wél veel belasting betalen. Terwijl ze niks over het land mochten beslissen

Slide 22 - Slide

Lesdoel 1: uitleggen waarom de Fransen in opstand kwamen tegen hun koning.
  1. absolutisme
  2. standenmaatschappij
  3. verlichting
  4. misoogst
  5. faillissement 

Slide 23 - Slide


Frankrijk gaat failliet
mei 1789



Feesten, paleizen, bestuur en oorlogen kosten veel geld, maar het geld is op. 
Koning Lodewijk XVI wil graag meer geld hebben, en roept daarom (voor het eerst in 175 jaar) de Staten-Generaal bij elkaar. 
= De vergadering van de 3 standen.

Slide 24 - Slide

LEERDOEL
Op 14 juli 1789 start de Franse Revolutie met een                                            bestorming door de bevolking van Parijs van Bastille.
De opstand zou het einde betekenen van het koninkrijk Frankrijk.

Na deze paragraaf kun je:

  1. uitleggen waarom de Fransen in opstand kwamen tegen hun koning.
  2. vertellen hoe de revolutie verliep
  3. de gevolgen van de revolutie voor het bestuur in Frankrijk vertellen.

Slide 25 - Slide

Welke 5 oorzaken voor de Franse Revolutie zijn deze les genoemd? Als ze alle 5 op het bord staan trakteert de docent de volgende les!

Slide 26 - Open question

De Franse Revolutie

Slide 27 - Slide