Breuken 2f Les 7.1

• Retail
• MBO
• Studiejaar 1

2/5

1/5

1/3

3/4

1/4

2/3

4/5

Noem een breuk die gelijknamig is met 2/3

Noem een breuk die gelijknamig is met 4/5

Noem een breuk die gelijknamig is met 3/8

Noem een breuk die gelijknamig is met 6/10

5 op de 7 mensen is een hondenmens.
Wat is de breuk?

Per 3 mensen zijn er 2 mensen met blauwe ogen.
Wat is de breuk?

Een kwart van de leerlingen.
Welke breuk hoort hierbij?

De helft van een chocoladereep.
Welke breuk hoort hierbij?

Driekwart van de cake
Welke breuk hoort hierbij?

Imane besteedt 1/5 deel van haar spaargeld aan een tas van €30,-. Hoeveel spaargeld had zij in totaal?

Thomas betaald €70 euro aan boodschappen. Dit is 2/3 deel van zijn maandbudget. Wat is het maandbudget van Thomas?

Welke breuk past bij het gevulde deel van de bakvorm?

Welke breuk past bij het lege deel van de bakvorm?