Thème 3 deel 2: faire + ontkenning !let op: ontkenning nog aanpassen!

1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

AU PROGRAMME
- FAIRE = doen, maken

- ONTKENNING ne ... pas of n' ... pas

Slide 2 - Slide

Tijd voor een nieuw werkwoord: FAIRE
FAIRE heeft twee betekenissen
1. doen
2. maken

Het hangt af van de zin hoe je het in het Nederlands vertaalt. 


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
fais
faites
fait
fais
font
faisons

Slide 5 - Drag question

FAIRE : Combineer blauw met rood
wij 
doen
zij doet
jij doet
ik doe
jullie 
doen
zij doen



nous faisons



je fais



ils font



tu fais



elle fait



vous faites

Slide 6 - Drag question

FAIRE : Combineer blauw met rood
wij 
maken
zij maakt
jij maakt
ik maak
jullie 
maken
zij maken



nous faisons



je fais



ils font



tu fais



elle fait



vous faites

Slide 7 - Drag question

Pak je OORTJES en maak nu ONLINE van Bravoure:
H3 C'est mon jour de chance

par. 3.3 Studio - Histoire Ultramoderne 
exercices 40 t/m 51

Klaar? 
Leer dan alle woorden en zinnen 
van blz. 157 NF + FN

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

La négation = De ontkenning
In het Frans gebruik je twee woorden om de ontkenning te maken.

Slide 10 - Slide

ne .......... pas
n'........... pas

en je vertaalt het met niet of geen

Op de plek van de puntjes zet je de persoonsvorm.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Wat is de ontkennende zin van
Je regarde la télé.
timer
0:15
A
Je regarde ne la télé pas.
B
Je ne regarde pas la télé.
C
Ne je pas regarde la télé.
D
Je ne regarde la télé pas.

Slide 18 - Quiz

Zet in de ontkenning met ne ... pas
Je veux danser.

Slide 19 - Open question

Maak de zin ontkennend:
Tu es en France.
timer
0:10
A
Tu ne es pas en France.
B
Tu es en ne France pas.
C
Tu n'es pas en France.
D
Tu n'es en France pas.

Slide 20 - Quiz

Zet in de ontkenning met 'ne ..pas'.
Je sais.

Slide 21 - Open question

Maak de zin ontkennend:
Tu aimes les maths?
met: ne/n'..... pas

Slide 22 - Open question

Maak de zin ontkennend:
Nous habitons en Hollande.
met: ne/n' ..... pas

Slide 23 - Open question

Let op:
het is, dat is                       =         c'est 
ce   est geeft klinkerbotsing, dus c'est

Maar geen klinkerbotsing meer bij ce en est, wél bij ne en est:

het is niet, dat is niet     =         ce n'est pas

Slide 24 - Slide

timer
1:00
ce
n'
est
pas

Slide 25 - Drag question

Zet in de ontkenning met 'ne ..pas'.
C'est cool.

Slide 26 - Open question

Maak nu de oefening die je krijgt 
op papier.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Maak nu in je BOEK:
blz. 137 - 138
exercices 52 en 53

Klaar? 
Leer dan de woorden + zinnen van blz. 158 NF + FN

Slide 30 - Slide