woordsoorten bijwoord + pers en bez vnw

Grammatica woordsoorten
doelen:
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammatica woordsoorten
doelen:

Slide 1 - Slide

Programma

Slide 2 - Slide

Grammatica woordsoorten
Voorzetsels: Voorzetsels zijn de 'kast' en 'feest woorden: onder, boven, met, naast, tijdens, voor, over, in, uit, etc.

bijwoord:  Een bijwoordelijke bepaling (gram. zinsdelen) dat uit één woord bestaat is als woordsoort een bijwoord.
- Een bijwoord kan van alles aangeven: tijd, plaats, reden/oorzaak, tegenstelling, zekerheid, onzekereheid, ontkenning, etc.

Slide 3 - Slide

Grammatica woordsoorten
 - Een bijwoord kan ook iets zeggen over een ander woord:
  • een bijwoord kan iets zeggen over een werkwoord (ik fiets hard.)
  • een bijwoord kan iets zeggen over een bijvoeglijk naamwoord (de hele mooie tafel)
  • Een bijwoord kan iets zeggen over een ander bijwoord (ik fiets heel hard.)      


Slide 4 - Slide

Sleep de woorden van de onderstaande zin naar de goede woordsoort:
Waar heb ik dergelijke saaie verhalen eerder gehoord? 

olw
blw
zn
bn/sbn
hww
zww
kww
vr.vnw
aanw.vnw
vz
bw
Waar
heb
dergelijke
verhalen
eerder
gehoord

Slide 5 - Drag question

Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
  • Een persoonlijk voornaamwoord duidt een persoon dier of ding aan.
  • Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is en staat altijd voor het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. 

Slide 6 - Slide

Voorbeelden
Persoonlijk voornaamwoord:
Zij verloren de wedstrijd.
De hond is niet zo lief. Hij bijt soms. 

Bezittelijk voornaamwoord:
Dit is zijn auto. 
Dat is jullie verrekijker. 

Slide 7 - Slide

Let op: 
Iets is pas een bezittelijk voornaamwoord als het voor het zelfstandig naamwoord staat. Dus:
Bezittelijk: Dit is mijn verrekijker.
Persoonlijk: Die verrekijker is van mij.

Slide 8 - Slide

Maken/huiswerk

Slide 9 - Slide

Vandaag
- Herhalen bijstelling en bijvoeglijke bepaling;
- Herhalen grammatica woordsoorten:
zn, blw, olw, bn, zww, hww, kww, aanw.vnw, vr.vnw, vz en bw.
- Je weet wat een persoonlijk voornaamwoord is en wat een bezittelijk voornaamwoord is.
- Je kunt het persoonlijk voornaamwoord en het bezittelijk voornaamwoord herkennen in een zin. 

Slide 10 - Slide