VWO 3_Unité 3

Concours interscolaire

Deadline: 21 januari
Cijfer > Critères:
-    Qualité du français
-    Qualité des dessins
-    Contenu
-    Originalité et créativité

1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Concours interscolaire

Deadline: 21 januari
Cijfer > Critères:
-    Qualité du français
-    Qualité des dessins
-    Contenu
-    Originalité et créativité

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Unité 3: cours 1
Grammaire: l'adjectif
Iemand beschrijven
Je gebruikt een bijv. nw. om iets of iemand te beschrijven.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Grammaire: L'adjectif
  1. Kijken: l'explication sur Youtube
  2. Opdrachten en ligne
  3. Faire: ex. 5 + 6a
  4. Extra = En ligne, TV5

De links  naar de opdrachten vind je in de studiewijzer op Magister.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Unité 3: cours 3
Corriger les devoirs
Conversations I


Il/Elle est comment?
Je kunt iemand beschrijven
Ecouter
Faire

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Exercice 6a
1    Mehdi est un chanteur tunisien.
2    Ses premières chansons étaient en arabe,
3    mais maintenant, il écrit des chansons françaises.
4    Depuis deux ans, il habite dans la banlieue parisienne,
5    chez un vieil ami de son père.
6    C’est une famille sympathique, mais il y a trop peu de place.
7    Il cherche un nouvel appartement.
8    Il a rencontré un groupe de jeunes musiciens.
9    Ensemble, ils ont créé un album intéressant.
10    Ils ont reçu beaucoup de bonnes critiques.

Slide 9 - Slide

ex. 6B > kaartjes maken met nummers
Exercice 6b
timer
3:00

Slide 10 - Slide

De leerlingen krijgen per tweetal een nummer toegewezen. Deze zin van opdracht 6 moeten zij maken.
Conversations
Ecouter: ex. 8
Faire: ex. 9 + 11
Apprendre 3 + 4 (quizlet, wrts)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Programme - cours 1

Grammaire: L'adverbe

Je kunt een gebeurtenis beschrijven.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

L'adverbe
Bijwoorden zeggen iets over een werkwoord.

Hij werkt langzaam.
Il travaille lentement.

De auto rijdt snel.
La voiture roule rapidement.
MAAK AANTEKENINGEN

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

L'adverbe
Een bijwoord maakt je door -ment achter het bijvoeglijk naamwoord te zetten.

rapide > rapidement
libre > librement
vrai > vraiment

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

L'adverbe
Waneer een bijvoeglijk naamwoord niet eindigt op een klinker, maak je het bijvoeglijk naamwoord eerst vrouwelijk.

heureux > heureuse > heureusement

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

L'adverbe
Sommige bijwoorden zijn onregelmatig:
bon > bien (goed)
meilleur > mieux (beter)
mauvais > mal (slecht)
gentil > gentiment (aardig)
énorme > énormément (enorm)
long > longtemps (lang)
Dus niet bonnement

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

L'adverbe
Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -ent of -ant krijgen als bijwoord -emment of -amment.

patient > patiemment (geduldig)
prudent > prudemment (voorzichtig)
violent > violemment (heftig)
méchant > méchamment (gemeen)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

L'adverbe

Faire: ex. 18A
Apprendre: 1 + 2 + 3 + 6 + bijv. nw (=§5+6)

Slide 18 - Slide

Speed-overhoren: tekstboeken uitdelen
3 minuten elkaar overhoren
Programme - 16 janvier
Corriger ex. 18a
Parler

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Je vous présente...
- De opdracht staat op Magister.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Programme - cours 1
Herhaling Bijvoeglijk Naamwoord

Ecouter

Conversations II:
  • écouter
  • lire

Ik kan korte reclamespots begrijpen.
Ik kan mijn mening geven.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Maak aantekeningen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Conversations II


Faire: ex. 22 t/m 24
Leren: apprendre 6

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Programme - cours 2
Corriger les devoirs
Parler

Ik kan mijn mening geven

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Exercice 24
1    Explique-moi.
2    C’était quoi exactement?
3    C’est normal.
4    Ce n’est pas si facile que ça.
5    C’est impressionnant.
6    Tu m’as convaincu.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Exercice 24
7    Je trouve que ...
8    Tu exagères un peu.
9    Je suis pour.
10    Ça va pas, non?
11    Je suis d’accord avec Anne.
12    Tu as raison.
13    N’importe quoi!
14    Tu crois ça vraiment?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Link

This item has no instructions

Parler!
De opdracht staat op Magister (ELO, studiewijzer) > spreekopdracht je mening geven.

Travaillez à deux.
Maak een gesprekje over een probleemsituatie.
Ik kan mijn mening geven

Slide 32 - Slide

This item has no instructions