evalueren les 2

B1-K1-W7
Evalueert de geboden ondersteuning

Les 2:
Hoe voer ik een evaluatiegesprek en hoe maak ik een evaluatieverslag (rapportage)
1 / 29
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

B1-K1-W7
Evalueert de geboden ondersteuning

Les 2:
Hoe voer ik een evaluatiegesprek en hoe maak ik een evaluatieverslag (rapportage)

Slide 1 - Slide

Lesinhoud deze week
Aan het einde van deze les:
  • Kunnen jullie een evaluatiegesprek voorbereiden en voeren
  • Kan je een rapportage schrijven in de vorm van een evaluatieverslag
  • Hebben jullie tips & tools gekregen voor het maken van de BPV oefenopdracht en het examen

Slide 2 - Slide

Wie heeft er nog geen casus?

Slide 3 - Slide

Evaluatiegesprek
  • Samen met de cliënt en/of naastbetrokken en/of collega's
  • Terugkijkend op korte of langere termijn
  • Het evalueren van een specifiek iets:
- Afgelopen periode
- Afgelopen activiteit
- Begeleidingsdoelen
- Gehele begeleidingsplan
- Afgesproken acties 
- Samenwerking met collega's of eigen handelen

Slide 4 - Slide

Voorbereiden
  • Je moet je goed voorbereiden
- Lees een begeleidings-, handelings- of ondersteuningsplan goed door
- Lees rapportages goed door
- Overleg met collega’s of andere disciplines
- Gebruik de diverse evaluatiemethodes, zoals observeren, vragenlijst, etc.

  • Bepaal vervolgens hoe het evaluatiegesprek er uit komt te zien 
- Waar? (let op privacy, rust)
- Wie nodig je uit? 
- Wat heb je nodig?

Slide 5 - Slide

Aandachtspunten
  • De evaluatie wordt gepland in overleg met de cliënt en/of naastbetrokkenen.
  • De zorgverlener kent de cliënt goed en komt op voor zijn belangen.
  • De cliënt krijgt de gelegenheid zich voor te bereiden op het gesprek en gesprekspunten in te brengen. (dus plan vooruit)
  • De cliënt wordt gestimuleerd om naasten of andere professionals uit te nodigen bij het gesprek en beslist wie hij bij het gesprek wil hebben.
  • Er wordt voldoende tijd genomen voor het gesprek.
  • Afspraken over begeleiding worden genomen in overleg met de cliënt (en eventueel zijn naasten).
  • De zorgverlener draagt zorg voor het vastleggen en verwerken van de besluiten.

Slide 6 - Slide

Het evaluatiegesprek
Vier fasen
Fase 1: Welkom
Fase 2: Inleiding
Fase 3: Inhoud van het gesprek
Fase 4: Afronding

Slide 7 - Slide

Opdracht
Vier fasen
Fase 1: Welkom
Fase 2: Inleiding
Fase 3: Inhoud van het gesprek
Fase 4: Afronding

Overleg in een groepje wat je in welke fase zou doen en wat je eventueel nodig hebt. Neem hier 15 minuten de tijd voor. 

Slide 8 - Slide

Wat zouden jullie doen?
Fase 1: Welkom
Fase 2: Inleiding
Fase 3: Inhoud van het gesprek
Fase 4: Afronding

Slide 9 - Slide

Fase 1: Welkom (aanloopfase)
  • Welkom heten en voorstellen
  • Koffie of thee aanbieden
  • Een informeel gesprekje voeren door bijvoorbeeld te vragen: ‘Hebt u een goede reis gehad? Kon u het makkelijk vinden?’ Creëer een goede sfeer: praat wat over koetjes en kalfjes.
  • Het is belangrijk dat iemand even rustig binnenkomt en op zijn gemak wordt gesteld.

Slide 10 - Slide

Fase 2: Inleiding (planningsfase)
  • Doelen vaststellen (wat wil je met het gesprek bereiken?)
  • Verloop van het gesprek uitleggen (agenda?)
  • Verwachten scheppen en afstemmen
  • Bespreken hoeveel tijd er is


Slide 11 - Slide

Fase 3: Inhoud (kernfase)
  • In fase 3 vindt het gesprek daadwerkelijk plaats.
  • In deze fase wordt de inhoudelijke informatie uitgewisseld en ze begint vaak met een startvraag die de gesprekspartner uitnodigt om te gaan vertellen.
  • Gesprekstechnieken zoals LSD toepassen (en denk aan Oma, Oen, Nivea, Anna etc.)

Slide 12 - Slide

Waar staat LSD (naast drugs) voor?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

1. Product evaluatie
  • Hierbij evalueer je de opgestelde doelen.


2. Procesevaluatie: de Start
  • Hoe was de beginsituatie?
  • Wat waren de opgestelde doelen?
  • Was er voldoende tijd om de doelen te behalen?
  • Wat was er nodig om de doelen te behalen?
Procesevaluatie: het Verloop
  • Hoe verliep het proces? Was er voor de juiste aanpak gekozen? Wat ging er goed? Wat kon er beter?
  • Hoe verliep de communicatie? Intern en extern.
  • Zijn alle afspraken nagekomen?
  • Waren er onverwachte gebeurtenissen? Hoe is hiermee omgegaan? Wat kun je de volgende keer doen om dit te voorkomen? Kun je het beter aan zien komen?
  • Wat heb je nodig om het volgende keer beter te doen?



Slide 15 - Slide

Procesevaluatie: het Resultaat

  • Heb je het gewenste resultaat gehaald?
  • Is het gewenste resultaat effectief?
  • Heb je de kwaliteit geleverd die je wilt leveren?
  • Ben je tevreden?

Slide 16 - Slide

Fase 4: Afronding (Slotfase)
  • Samenvatting geven
  • Afronden van het gesprek
  • Belangrijk dat beide partijen het gesprek ook klaar vinden
  • Vervolg afspraken maken


Slide 17 - Slide

Evaluatieplan deel 1

Slide 18 - Slide

Evaluatieplan deel 2

Slide 19 - Slide

Rapportage en verslag
  • Na het evaluatiegesprek maak je een verslag van de evaluatie.
  • Twee manieren:
- Per punt beschrijven wat er is besproken
- Alleen de resultaten/afspraken van de bespreking
- Soms een combinatie
  • Vermeldt in ieder geval altijd, datum, tijd, aanwezigen
  • Je vraagt de cliënt (en eventueel zijn naasten) het verslag te controleren.
  • Je brengt zo nodig verbeteringen aan.
  • Je verwerkt de afspraken/acties die voortkomen uit het gesprek in het ondersteuningsplan (afronden/aanpassen van de doelen en activiteiten).

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Rapporteren

Rapporteren is het doorgeven van informatie met een bepaald doel. De informatie kan bedoeld zijn voor jezelf, collega’s, ouders, deskundigen of andere instellingen.

Het doel van rapporteren is:
  • informatie doorgeven
  • belangrijke zaken niet vergeten
  • inzicht krijgen
  • verloop van de begeleiding volgen
  • tijdig problemen signaleren.

Slide 22 - Slide

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:

  • voortgangsrapportages
Dit zijn rapportages die dagelijks worden geschreven, bij voorkeur bij de cliënt tijdens of aan het einde van iedere dienst. Het beschrijft de geboden ondersteuning en bijzonderheden van dat specifieke moment.

  • periodieke evaluaties (tussen- en eindevaluaties) 
Deze zijn gericht op het evalueren van een langere periode en worden planmatig uitgevoerd. Het gaat om het vastleggen en waarderen van resultaten, het eventueel aanpassen van het ondersteuningsplan en het behouden/versterken van de eigen regie van de cliënt.

Slide 23 - Slide

Globale opzet van een Evaluatieverslag
Verzamelde gegevens verwerken.​

Gegevens met elkaar vergelijken​

Product en proces beantwoorden​

Conclusie plus bijstellingen

Slide 24 - Slide

Voorbeeld opbouw evaluatieverslag
  • Je maakt een verslag waarin je antwoord geeft op je evaluatievragen. 
  • Eerste kopje is de evaluatie op het product (bijv. doel uit ondersteuningsplan) 
  • Tweede kopje is proces (de wijze waarop het doel wel/niet is bereikt)
  • Derde kopje is conclusie en bijstelling, hierin concludeer je of de ondersteuning voldaan heeft. 
  • Je beschrijft wat je bij moet stellen.

Slide 25 - Slide

Vragenlijst
  • Ga aan de slag met het voorbereiden op je gesprek.
  • Overleg met andere klasgenoten als je er niet uit komt.
  • Zoek mij op als je er nog steeds niet uit komt!

Slide 26 - Slide

Hebben jullie voldoende voor het maken van de opdracht en examen w7 Evalueren?
Ik heb hem zelfs al af en alles uit de lessen zit erin!
Ja, ik heb voldoende handvaten om mijn opdracht/examen te maken
Ik moet de lessen nog eens rustig nalezen.....
Nee, ik heb nog meer uitleg nodig over.....

Slide 27 - Poll

Na de vakantie:
- Zorg dat je een cliënt hebt uitgekozen voor je evaluatiegesprek.
- Gaan we oefenen met actief luisteren.

Slide 28 - Slide

Volgende week vakantie!

Slide 29 - Slide