catheteriseren + oplossen en verdunnen

catheteriseren + oplossen en verdunnen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

catheteriseren + oplossen en verdunnen

Slide 1 - Slide

Deze les
14 uur korte terugblik vorige les
14.05 uur; med. rekenen oplossen en verdunnen
14.35 uur; filmpjes demonstraties
14.55 uur theorie catheteriseren
15.15  uur; oefenen !
15.55 opruimen en afsluiten

Slide 2 - Slide

medisch rekenen
Oplossen en verdunnen

Slide 3 - Slide

Lesdoel
Je kan na afloop van de les zelfstandig berekenen hoeveel verdunningsvloeistof nodig is om een oplossing met een hogere concentratie te verdunnen naar een lagere concentratie, en past daarbij correct de formule toe: beginconcentratie / eindconcentratie = verdunningsfactor."

Slide 4 - Slide

Expertcollege
e-Xpert mbo: Medisch rekenen niveau 3 
- 05. Oplossen en verdunnen

e-Xpert mbo: Medisch rekenen niveau 4 
- 05. Oplossen en verdunnen

Slide 5 - Slide

Als verzorgende (VIG) en verpleegkundige moet je kunnen doorverdunnen en oplossen van medicatie omdat
  • Je hiermee zorgt voor een juiste dosering en veilige toediening van medicijnen die in poedervorm, als concentraat of in ampullen worden geleverd. 

  • Sommige geneesmiddelen mogen niet puur worden toegediend omdat ze te sterk zijn of het weefsel kunnen beschadigen. 

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
Je moet een concentratie van 25 % door verdunnen
 naar
10 ml van 5 %

Slide 7 - Slide

Stap 1
Je kijkt eerst naar de concentratie die je hebt !
 beginconcentratie
is 25 %


Slide 8 - Slide

Stap 3
De beginconcentratie deel je door de eindconcentratie
dus
Beginconcentratie
__________
eindconcentratie
=
de verdunningsfactor

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
25 % (beginconcentratie)
_____
5 % (eindconcentratie)
=
5 (verdunningsfactor)

Slide 10 - Slide

Stap 2
Daarna kijk je naar welke concentratie je toe moet,
de eindconcentratie
Bijv.  10 ml 5 %

Slide 11 - Slide

stap 4
10 ml (die je nodig hebt )
_______
5 (verdunningsfactor)
=
2 ml van 25 %

Slide 12 - Slide

Stap 5
Bereken hoeveel verdunningsvloeistof je toevoegt:

10ml totaal−2ml 
=8ml verdunning

Slide 13 - Slide

oefenen oplossen en verdunnen
timer
20:00

Slide 14 - Slide

Lesdoelen catheteriseren
  • Je legt uit wat de indicaties zijn voor de verschillende soorten blaaskatheterisaties bij zorgvragers.
  • Je benoemt welke soorten urineopvangzakken er zijn.
  • Je legt uit wat de aandachtspunten zijn tijdens het inbrengen, verzorgen en verwijderen van een blaaskatheter en spoelen van de blaas bij een zorgvrager.
  • Je legt uit wat de indicaties zijn voor een suprapubische katheter bij een zorgvrager.
  • Je legt uit wat de aandachtspunten zijn tijdens het verzorgen van een suprapubische katheter bij een zorgvrager. 





Slide 15 - Slide

Theorie
Niv. 3+ 4. VTH; Module 4 Blaaskatheterisatie, laxeren en stomazorg.
H1.1 t/m 1.4
-Vilans
-www.zorgvoorbeter.nl

e-Xpert College module 13,14, 15 en 16

 























Slide 16 - Slide

Protocollen
Catheteriseren vrouw
Catheteriseren man
(Eenmalig catheteriseren)
Blaaspoelen
Suprapubis catheter

Slide 17 - Slide

Indicatie blaascatheter

Slide 18 - Mind map

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

wat zijn de contra-indicaties ?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

complicaties ?

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Waarom blaasspoelen ?

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Link

Oefenen !
2 lokalen; in duo's 
rouleren
4 oefen stations; sp catheter, vrouw en man, blaasspoelen

Slide 34 - Slide

Volgende week
 Stomazorg en darmspoelen
 + psychofarmaca 
+ iv medicatie berekenen (alleen vp)

Slide 35 - Slide