Wanneer je de hartslag telt, beoordeel je de hartslag tegelijkertijd op een aantal andere punten
Frequentie. De normale frequentie ligt bij volwassenen in rust tussen de 60 tot 100 slagen p/m.
Regelmaat. De hartslag moet regelmatig zijn. Dit betekent dat de slagen elkaar opvolgen met gelijke pauzes ertussen.
Vulling. De vulling is de hoeveelheid bloed die het hart per samentrekking in de slagaders perst. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een grote, normale en geringe vulling.
Gelijkmatigheid. De gelijkmatigheid betekent dat het hart bij elke samentrekking evenveel bloed rondpompt. De vulling is dan met elke slag gelijkmatig.
Spanning. De spanning is de druk in de vaten. Deze kun je alleen goed voelen bij een hele hoge of hele lage druk. Een hartslag die je niet goed kunt voelen, wijst op een lage bloeddruk. Een cliënt die in shock dreigt te raken heeft bijvoorbeeld een moeilijk voelbare hartslag, door de lage druk in de vaten.