Les 6: schoonmaak: werkvolgorde, pictogrammen

1 / 35
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Profielvak mens en omgeving
leerjaar 3 
periode 1

Thema: schoonmaken, de werkvolgorde en pictogrammen

Competentie: zelfstandig werken en leren & reflecteren

Slide 2 - Slide

Afspraken
Telefoon
kauwgom
Huiswerk?
Gevulde etui
Mapje
Bronnenboek
PEN

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:
- de schoonmaakregels noemen
- vertellen wat schoonmaakfrequentie is
(kader: noemt drie voorbeelden)
- de vier groepen schoonmaakmiddelen noemen
(kader: met voorbeelden)


 

Slide 4 - Slide

Lesplanning
Herhalen
Theorie schoonmaken
Opdrachten maken

Reflectie

Slide 5 - Slide

Veiligheid is een reden om schoon te maken
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Reinigingsniveau zegt wat over hoe vaak iets moet worden schoongemaakt
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Een operatiekamer moet ruwschoon zijn
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

De garage moet huishoudelijk schoon zijn
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Schoonmaakfrequentie zegt wat over hoe vaak iets moet worden schoongemaakt
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

De schoonmaakfrequentie van de ramen is wekelijks
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Desinfecteermiddelen zorgen ervoor dat micro-organismen gedood worden
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Synthetische schoonmaakmiddelen zijn beter voor het milieu
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

chloor is een
A
onderhoudsmiddel
B
reinigingsmiddel
C
desinfecteermiddel
D
oplosmiddel

Slide 14 - Quiz

Een voorbeeld van een oplosmiddel is
A
chloor
B
allesreiniger
C
schoonmaakazijn
D
spiritus

Slide 15 - Quiz

een voorbeeld van een reinigingsmiddel is
A
terpentine
B
schoonmaakazijn
C
ammonia
D
boenwas

Slide 16 - Quiz

Met welk middel verwijder je kalkaanslag?
A
ammoniak
B
bleekmiddel
C
ontsmettingsmiddel
D
schoonmaakazijn

Slide 17 - Quiz

wat is klamvochtig afnemen?
A
afnemen met een droge doek
B
afnemen met een microvezeldoekje
C
afnemen met een goed uitgewrongen doek
D
afnemen met een natte doek

Slide 18 - Quiz

welk middel is een voorbeeld van een oplosmiddel?
A
Terpetine
B
Allesreiniger
C
Chloor
D
Lederwas

Slide 19 - Quiz

Het doel van ergonomie is om zoveel mogelijk ...................... klachten te voorkomen
A
psychische
B
lichamelijke
C
geestelijke
D
sociale

Slide 20 - Quiz

Voor het reinigen van de parketvloer gebruik je:
A
Chloor
B
schoonmaakazijn
C
Soda
D
Polish

Slide 21 - Quiz

Dit is een voorbeeld van een natuurlijk schoonmaak middel
A
Allesreiniger
B
afwasmiddel
C
Spiritus
D
Groene zeep

Slide 22 - Quiz

Dit schoonmaakmateriaal heet:
A
een wisser
B
een schrobber
C
een ragebol
D
een bezem

Slide 23 - Quiz

Wat regelt de Arbowet?
A
het pensioen van de werknemer
B
de veiligheid van de werknemer
C
het salaris van de werknemer
D
het ziektegeld van de werknemer

Slide 24 - Quiz

Een reinigingsmiddel gebruik je om ......
A
aangekleefd vuil los te maken
B
een extra beschermlaag aanbrengen
C
micro-organisme doden
D
vette vlekken op te lossen

Slide 25 - Quiz

Schoonmaken
waarom?
waarom volgorde belangrijk?

Slide 26 - Slide

Schoonmaakregels
  • Werk van schoon naar vuil: start met minst vuil
  • eerst droog, daarna nat schoonmaken
  • van boven naar beneden
  • tussendoor nieuw sopje maken
  • als laatste ....... de vloer

  • Dus: stoffen - stofzuigen - vloer dweilen 

Slide 27 - Slide

Corvee?
  • terugkerende taken in een huishouden die over de leden ervan zijn verdeeld, vaak bij toerbeurt

Slide 28 - Slide

Ergonomisch werken?
  • werksituatie aanpassen aan je lichaam, verstandig met je lichaam omgaan, letten op een goede houding tijdens je werk

Doel: gezond blijven, klachten voorkomen

Slide 29 - Slide

Arbowet
Arbeids - omstandigheden - wet

Geeft voorschriften over arbeidsomstandigheden

Geldt voor werknemers en werkgevers
Veiligheid, gezondheid en welzijn van medewerkers 
tijdens het werk


Slide 30 - Slide

Schoonmaakfrequentie
periodiek
dagelijks
wekelijks
maandelijks

Slide 31 - Slide

Soorten schoonmaakmiddelen
  • oplosmiddelen:  terpentine, wasbenzine, spiritus
NOOIT MENGEN!!

  • reinigingsmiddelen: allesreiniger, schoonmaakazijn
  • onderhoudsmiddelen: was
  • desinfecteermiddelen: chloor, alcohol, dettol


Slide 32 - Slide

Aan de slag!
Opdracht ergonomisch werken
Opdracht veilig werken (tabel)
Stappenplan overhemd strijken

Slide 33 - Slide

Reflectie
Lesdoelen behaald?

Slide 34 - Slide

Vooruitblik
Na de pauze: ict

Slide 35 - Slide