medicijnenleer

Medicatie
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Medicatie

Slide 1 - Slide

Medicijnen, wat weet je hier al van?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Toedieningsvormen:
-Poeders - hoeveelheid water / welke vloeistof?
-Tabletten, breuklijn, fijnmalen, dauwtabletten
-Bruistabletten
-Dragees
-Capsules
-Dranken
-Zetpillen - indicaties?
-Vaginale tabletten
-Zalven / Cremes 

Slide 6 - Slide

Zeer belangrijk! 
Uit je hoofd leren! 

Slide 7 - Slide

Wat moet er op het etiket van een geneesmiddel staan?
A
Adres van de voorschrijvende arts
B
Naam van het geneesmiddel en sterkte.
C
Datum waarop het geneesmiddel is voorgeschreven.
D
Naam van de apotheek en apotheker.

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Paracetamol is een
A
Uitsluitend op recept - medicijn
B
Niet recept plichtig -medicijn
C
Homeopathisch middel
D
Alternatief geneesmiddel

Slide 19 - Quiz

Echinaforce is een
A
Uitsluitend op recept - medicijn
B
Niet recept plichtig -medicijn
C
Homeopathisch middel
D
Alternatief geneesmiddel

Slide 20 - Quiz

Fosinopril (bloeddrukverlager) is een
A
Uitsluitend op recept - medicijn
B
Niet recept plichtig -medicijn
C
Homeopathisch middel
D
Alternatief geneesmiddel

Slide 21 - Quiz

Welke gegevens staan er op de baxterrol?

Slide 22 - Open question

Baxter
Voorbeeld

K. de Haas 10-04-1938

Maandag 08 maart 2020 08.00h
1 Ibuprofen 600mg tabl
tablet, ovaal, roze
1 Metformine 850mg
tablet, rond, wit
1 omeprazol 40mg
tablet, ovaal, geel



Slide 23 - Slide

Welke medicijnen zitten niet in de baxter?

Slide 24 - Open question

Losse medicijnen
Zalf, pleister, poeder, inhalatiemedicatie, zetpillen, chemotabletten, antibioticakuur, antistollingsmedicatie trombosedienst

Slide 25 - Slide

Een bruistablet is een specifieke medicijnvorm. Kun je er nog 3 noemen?

Slide 26 - Open question

Deze medicijnvorm noemen we
A
Tablet
B
Dragee
C
Bruistablet
D
Capsule

Slide 27 - Quiz

Deze medicijnvorm noemen we
A
Dragee
B
Tablet
C
Zetpil
D
Smelttablet

Slide 28 - Quiz

Deze medicijnvorm noemen we
A
Tablet
B
Dragee
C
Smelttablet
D
Capsule

Slide 29 - Quiz

Deze medicijnvorm noemen we
A
Drank
B
Klsyma
C
Gel
D
Spray

Slide 30 - Quiz

Deze medicijnvorm noemen we
A
Gel
B
Klysma
C
Drank
D
Druppelvloeistof

Slide 31 - Quiz

Deze medicijnvorm noemen we
A
Tablet
B
Dragee
C
Bruistablet
D
Smelttablet

Slide 32 - Quiz

Zijn er vragen?
Zijn er vragen?

Slide 33 - Slide