Les heures
1 / 11
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Video
Noteer 6 Franse woorden
die met de klok
te maken hebben
die met de klok
te maken hebben
Slide 2 - Mind map
Il est midi.
A
Het is middag.
B
Het is 12 uur 's middags.
C
Het is tijd.
D
Het is 12 uur 's nachts.
Slide 3 - Quiz
Il est huit heures et quart.
A
Het is 8 uur.
B
Het is 10 over 8.
C
Het is kwart over 8.
D
Het is kwart voor 8.
Slide 4 - Quiz
Il est cinq heures et demie.
A
Het is half 5.
B
Het is 5 uur.
C
Het is kwart over 5.
D
Het is half 6.
Slide 5 - Quiz
Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
sept heures et demie
sept heures et demie
Slide 6 - Open question
Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
minuit moins le quart
minuit moins le quart
Slide 7 - Open question
Vertaal de kloktijd in het Frans:
kwart over 12 's middags
kwart over 12 's middags
Slide 8 - Open question
Welke tijd is correct gespeld?
A
Il est trois heure et demie.
B
Il est trois heures et demi.
C
Il est trois heures et demie.
D
Il est trois heurs et demie.
Slide 9 - Quiz
Quelle heure est-il?
A
Il est cinq heures moins le quart.
B
Il est quatre heures et quart.
C
Il est quatre heure moins le quart.
D
Il est quatre heures moins le quart.
Slide 10 - Quiz
Ik begrijp de kloktijden.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
