This lesson contains 8 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
5.1 herhalen
Slide 1 - Slide
Een Amerikaanse toerist vliegt met de KLM naar Nederland. Is dit voor Nederland export of import van diensten?
A
Export, want wij leveren diensten aan het buitenland.
B
Export, want er gaan personen naar het buitenland.
C
Import, want het buitenland levert aan ons diensten.
D
Import, want er komen personen naar ons land.
Slide 2 - Quiz
Een land dat veel in- en uitvoert in verhouding tot het nationaal inkomen, heeft een ...... economie.
A
Open
B
Gesloten
Slide 3 - Quiz
Nederland heeft een ..... economie.
A
open
B
gesloten
Slide 4 - Quiz
Hoe bereken je de importquote uit?
Slide 5 - Open question
Er zijn verschillende redenen waarom we producten importeren. 1. Ons klimaat is niet geschikt om bepaalde landbouwproducten te verbouwen. Noem de 3 andere redenen.
Slide 6 - Open question
Hoe noem je een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en ontvangsten uit het buitenland?
A
begroting
B
betalingsbalans
C
wederuitvoer
D
internationale balans
Slide 7 - Quiz
Als de koers van de euro ten opzichte van vreemde valuta stijgt, wordt het voor Nederland ...?.. om te importeren.