Groep 4, taal oude kind Een zaak van alle vakken les 2

Groep 4, taal oude kind Een zaak van alle vakken
les 2
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Groep 4, taal oude kind Een zaak van alle vakken
les 2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat gebeurde er
Met of bij wie?
Waar?

Slide 4 - Slide

Lesdoel
We gaan een spannend amuserend verhaal afschrijven. 
We weten wat we daarvoor nodig hebben: 
Wie, wat, waar ...
evt. wanneer en hoe?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Het geheim van de gouden pepernoot.
De hoofdpiet stormt de slaapkamer
van Sinterklaas binnen. Snel legt
Sint de gouden pepernoot in de klomp
op zijn bureau. Heeft Piets iets gezien?
Sint hoopt van niet.
‘Wat is er?’ vraagt Sint geschrokken.
‘O Sint, het is zo druk,’ begint de hoofdpiet
meteen. ‘Mag ik extra inpakpieten regelen?’

De boot is klaar voor de afvaart morgen.
Eindelijk kan Sint gaan slapen. Maar de
gouden peternoot…. Die vergeet hij. Bij
zonsopkomst, landt er een blauwe ekster
op de vensterbank. Hij kijkt nieuwsgierig
om zich heen en fladdert de slaapkamer
van Sinterklaas in.



Slide 7 - Slide

‘Natuurlijk,’ zegt Sint, terwijl de hoofdpiet
alweer wegrent.

De boot is klaar voor de afvaart morgen.
Eindelijk kan Sint gaan slapen. Maar de
gouden peternoot…. Die vergeet hij. Bij
zonsopkomst, landt er een blauwe ekster
op de vensterbank. Hij kijkt nieuwsgierig
om zich heen en fladdert de slaapkamer
van Sinterklaas in.


Slide 8 - Slide

Opeens ziet hij de blauwe pepernoot.
Bijna zo snel als Max Verstappen pakt de blauwe ekster het geheim van Sint
en vliegt ermee weg. Niemand heeft het gezien. 

Slide 9 - Slide

Verhaal behandelen:
Wat gebeurde er met wie of wat? 
Waar gebeurde dat? 
Wanneer gebeurde dat? 
Waardoor kon dat? 



Slide 10 - Slide

Verhaal behandelen: (4 min)
Wie kan dat laten zien: binnenstormen, fladderen.
Plaatje: klomp/ekster/bureau/vensterbank 

Uitleggen:
Afvaart 
Nieuwsgierig 



Slide 11 - Slide

3 min: Uitleg schrijven
Doel tekst; lezer/jouw buurman plezier laten beleven
Wanneer iets gebeurd;  tijdswoorden 
Wat gebeurd? werkwoorden
Met wie? mensen, dieren of dingen. 
Waar: plaats- woorden 
Soms vertel je ook waarom iets gebeurd.
Doel: je verhaal precies en spannend maken.




Slide 12 - Slide

timer
6:00
Model
Wie, wat, waar, wanneer

Slide 13 - Mind map

Schrijven aan de slag 
Jullie: schrijf hoe het verhaal afloopt
Afspraken
- Stil voor jezelf werken; zelf schrijven op het blaadje van het stencil.
- Vragen? weet je schoudermaatje het antwoord? (fluisteren)

Schoudermaatjes controleren
- van elkaar of zinnen aan het eind een punt hebben.
- of de wie, wat, waar en evt. waarom compleet is.
Klaar, maak er een mooie tekening bij!



timer
20:00

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Afsluiten
Ik wil een verhaal uit de klas horen.

... hoe gaat het verhaal uit het boekje van de gouden pepernoot.


Slide 16 - Slide

Opruimen & evalueren
Wat heb je geleerd over hoe je een tekst moet schrijven?
Wat mij opviel:  wat ging goed en wat kan beter. 

Slide 17 - Slide