Nijntje naar de dierentuin

1 / 32
next
Slide 1: Slide
TaalPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Waar gaat Nijntje naar toe?
A
Nijntje gaat naar de trein.
B
Nijntje gaat naar de speeltuin.
C
Nijntje gaat naar de dierentuin.
D
Nijntje gaat naar het zwembad.

Slide 14 - Quiz

Hoe gaat Nijntje naar de dierentuin?

Slide 15 - Open question

Met wie gaat Nijntje naar de dierentuin?

Slide 16 - Open question

Welke dieren komt Nijntje tegen in de dierentuin?

Slide 17 - Mind map

Slide 18 - Slide

Welke kleuren zijn de papegaaien?
A
geel en bruin
B
geel en oranje
C
rood en groen
D
blauw en zwart

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Zebra's hebben..
A
grijze stippen
B
zwart-witte strepen
C
grijze strepen
D
zwart-witte stippen

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Dit zijn dieren uit het land Australie.
Hoe heten deze dieren?
A
Kangaroo's
B
Pangaboo's
C
Kindjes
D
Pindjes

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Olifanten hebben..
A
..een korte nek.
B
...lange poten.
C
..een lange neus.
D
..korte poten.

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Apen kunnen heel goed...
A
springen.
B
fietsen.
C
klimmen.
D
lopen.

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Een giraffe...
A
..heeft strepen
B
..heeft vlekken
C
..is bruin en geel
D
..is grijs en zwart

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Nijntje mag rijden op een schildpad.
Kan dat echt?
A
Ja, dat kan.
B
Nee, dat kan niet.
C
Ik weet het niet.

Slide 31 - Quiz

Welke dieren wil jij in de dierentuin zien?

Slide 32 - Mind map