Examentraining leesvaardigheid

Nederlands 4B

vrijdag 17 maart 2023

Proefwerk examenwoorden

Nakijken Woordraadstrategieen.

Lezen examentekst en vragen beantwoorden


1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands 4B

vrijdag 17 maart 2023

Proefwerk examenwoorden

Nakijken Woordraadstrategieen.

Lezen examentekst en vragen beantwoorden


Slide 1 - Slide

Strategie vragen beantwoorden
Lees eerst de tekst 'Smaken verschillen niet' uit het examen van 2016 Oriënterend: 
Je kijkt wat het onderwerp van de tekst is, je kijkt wie de schrijver is, je bekijkt de titel.
Je gaat nu vraag voor vraag werken. 
Voor elke vraag heb je telkens 2 minuten. Daarna bespreken we de antwoorden



Slide 2 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst 'Smaken verschillen niet'?
A
overeenkomsten in smaakvoorkeur
B
overeenkomsten tussen vormen
C
verschillen in smaak tussen personen
D
verschillen tussen vorm en beeld

Slide 3 - Quiz

Hoe wordt de tekst ingeleid in alinea 1?
De tekst wordt ingeleid door
A
een conclusie te trekken
B
een opmerking te plaatsen
C
een voorbeeld aan te halen
D
een waarschuwing vooraf te geven

Slide 4 - Quiz

De tekst is te verdelen in drie delen met de volgende kopjes:
1. Zoveel mensen, zoveel smaken?
2. Onderzoek naar schoonheidsprincipes
3. Vernieuwing en meerwaarde

Bij welke alinea begint deel 2?

Slide 5 - Open question

De tekst is te verdelen in drie delen met de volgende kopjes:
1. Zoveel mensen, zoveel smaken?
2. Onderzoek naar schoonheidsprincipes
3. Vernieuwing en meerwaarde

Bij welke alinea begint deel 3?

Slide 6 - Open question

“We houden in het algemeen ook meer van symmetrische dan van
asymmetrische vormen en beelden.” (regels 53-55)
 Geef een voorbeeld van het begrip asymmetrie dat genoemd wordt in
alinea 5 of alinea 6.

Slide 7 - Open question

Lees de informatie uit alinea 6.
Welke van de volgende afbeeldingen zou volgens het onderzoek van de
universiteit van Leipzig het hoogst gewaardeerd worden?
A

Slide 8 - Quiz

“Dezelfde esthetische norm hanteren we voor levenloze objecten (…)”
(regels 91-92)
Welke esthetische norm wordt hier bedoeld?
A
De norm dat onderlinge afstanden niet mogen afwijken van het gemiddelde
B
De norm dat voor levenloze objecten hetzelfde moet gelden als voor niet-levenloze
C
De norm dat vormen in gewone gezichten niet te veel mogen verschillen
D
de norm dat zaken best anders mogen zijn, maar niet te veel mogen afwijken

Slide 9 - Quiz

“(…) onze luie geest wil het wel meteen kunnen herkennen als een stoel
of een wijnglas.” (regels 96-98)
 Citeer een zin uit alinea 8 die deze bewering afzwakt.

Slide 10 - Open question

Noem de vier algemene principes die volgens deze tekst blijken te gelden
bij schoonheidservaringen.

Slide 11 - Open question

“Integendeel, veel vernieuwingen in kunst en design worden door het
grote publiek in eerste instantie afgewezen.” (regels 113-116)
 Noem twee redenen uit de alinea’s 9 en 10 waarom we vernieuwingen
toch mooier gaan vinden.

Slide 12 - Open question

Met welk doel is deze tekst geschreven? De schrijver wil de lezer
A
aansporen om het brein te prikkelen en zodoende de smaak te verbreden
B
ervan overtuigen dat het hebben van een eigen smaak staat voor identiteit
C
informeren over verrassende regels ten aanzien van smaakervaring
D
uitleggen hoe je ervoor zorgt dat producten voldoen aan ieders smaak

Slide 13 - Quiz

“Smaken verschillen, zo leren we als kind al. Maar is dat wel zo?”
(regels 13-14)
Welk antwoord geeft de tekst op deze vraag?
A
De smaak van mensen blijkt helemaal niet te verschillen, ook al denken veel mensen dat.
B
Doordat ons brein geprikkeld wil worden door ongebruikelijke vormen, verschillen smaken van mensen inderdaad.
C
Er liggen verschillende overeenkomende principes ten grondslag aan de smaak van mensen, maar smaken komen niet volledig overeen.
D
Mensen vinden het vooral belangrijk dat hun smaak niet te veel afwijkt van die van anderen, waardoor smaken vrijwel niet verschillen.

Slide 14 - Quiz