§5.2 Een glorieuze Gouden Eeuw

tijdvak 6: Regenten & Vorsten 
1600 - 1700 (17e eeuw)
Een glorieuze Gouden Eeuw
In deze les kun je 11 punten verdienen.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

tijdvak 6: Regenten & Vorsten 
1600 - 1700 (17e eeuw)
Een glorieuze Gouden Eeuw
In deze les kun je 11 punten verdienen.

Slide 1 - Slide

Schrijf enkele woorden op waar jij aan denkt bij 'de Gouden Eeuw' bij het vak geschiedenis:

Slide 2 - Mind map

Hierna: leerdoelen.
Tijdvak 6: 
Regenten & Vorsten (1600-1700)

Slide 3 - Slide

Aan het eind:
1. kun je uitleggen waarom Amsterdam het centrum van de handel werd in de 16e en 17e eeuw; 

2. kun je uitlegen hoe de VOC en WIC onderdeel zijn van kolonialisme en van de wereldeconomie;

3. kun je uitleggen wat de relatie tussen slavenhandel en slavenarbeid op de plantages is.
Hierna: uitleg Gouden Eeuw

Slide 4 - Slide

  • De Gouden Eeuw (een bloeiperiode) duurt geen eeuw, maar van 1602 tot 1672. Nederland heeft in deze 17e eeuw een andere naam, namelijk De Republiek (om precies te zijn de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden).

  • De Republiek kent in deze periode een economische bloei door handel, vooral in de gewesten Holland en Zeeland. De moedernegotie (moeder van alle handel) is de (graan en hout)handel rondom de Oostzee. Gevolg is dat vooral Amsterdam een belangrijk handelscentrum wordt. 

  • Alle goederen worden bewaard in pakhuizen en worden weer doorverkocht als er veel winst meegemaakt kan worden, waardoor Amsterdam een grote stapelmarkt kent. De handelaren investeren in goederen om zoveel mogelijk winst te maken, dit heet handelskapitalisme. Alle pakhuizen (grachtenpanden) staan langs de wereldberoemde grachtengordel in Amsterdam. In 1585 komen veel handelaren vanuit wereldstad Antwerpen naar Amsterdam, omdat de Spanjaarden (lees: 80-jarige-oorlog) Antwerpen veroveren. 
Hierna: plaatje grachtengordel

Slide 5 - Slide

Hierna: 
Google Maps grachtengordel, daarna 
filmpje (+2 min.)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Map

Slide 8 - Video

Twee uitspraken:
1. De Gouden Eeuw is in de 17e eeuw, deze eeuw duurt van 1700 tot 1800.

2. De pakhuizen langs de Amsterdamse grachten hebben diverse gevels, zoals trapgevels, klokgevels, halsgevels en lijstgevels (zie plaatje).


Hierna: filmpje Clipphanger Grachtengordel (1 min.)
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video


Bij het vak geschiedenis heb je 4 soorten onderzoeksvragen.
1. Beschrijvende vragen: gebruik je als meer wilt weten over een situatie of verschijnsel in het verleden.
2. Verklarende vragen: gebruik je als je wilt uitleggen waardoor dingen gebeurd zijn.
3. Vergelijkende vragen: gebruik je als je overeenkomsten en verschillen van een situatie of verschijnsel wilt weten.
4. Waarderende vragen: gebruik je om te onderzoeken wat jij ergens van vindt.

"Waarom staat de Amsterdamse grachtgordel sinds 2010 op de Unesco Werelderfgoedlijst? is een voorbeeld van een......

A
beschrijvende vraag
B
verklarende vraag
C
vergelijkende vraag
D
waarderende vraag

Slide 11 - Quiz

De Republiek en de VOC:
  • De Republiek kent dus vooral een Gouden Eeuw door (graan en hout)handel op de Oostzee, maar bekender is de overzeese wereldhandel van bedrijf (compagnie) de V.O.C (Verenigde Oost-indische Compagnie).                             De VOC- schepen varen naar Oost-Indië (zeg maar Azië). Er waren al veel compagnieën uit De Republiek die naar
 Oost-Indië voeren, gevolg is veel concurrentie waardoor weinig winst werd gemaakt. Daarom wordt de VOC in 1602 opgericht die van de Republiek een monopolie-positie krijgt, kortom een octrooi (het alleenrecht, geen concurrentie). Dit betekent ook dat de VOC zonder goedkeuring van de regering van de Republiek zelf forten mag bouwen, oorlogen voeren, verdragen sluiten en veroverde gebieden mag besturen. 

  • Om de VOC op te richten is veel geld nodig. Om aan dit geld te komen is het voor iedereen mogelijk geld in de VOC te steken. Wie dat doet, krijgt een betaalbewijs - een aandeel. Maakt de VOC. winst? Dan krijg je ook een deel van de winst. Maak de VOC verlies? Dan moet je extra bij betalen. Ruim 1100 mensen durven een gok te wagen om een aandel van de VOC te kopen. 
    Gevolg: De VOC is het eerste bedrijf ter wereld met aandelen!

  • In Indië wordt gehandeld in specerijen (bv kruidnagel, cacao, nootmuskaat, foelie en peper(duur)). Deze exotische kruiden leveren in Europa veel geld op en worden gebruikt in de keuken, maar ook als geneesmiddel.
    De VOC heeft heel veel handelsposten (factorijen) langs de kust, het hoofdkwartier is Batavia (nu: Jakarta) op               Java. De bekendste leider (gouverneur-generaal) van Batavia is J.P. Coen (1617-129), hij sticht Batavia.
 De VOC is de eerste multinational (een bedrijf met vestigingen over meerdere landen) ooit ter wereld en groeit uiteindelijk uit tot het grootste bedrijf ter wereld! 






Slide 12 - Slide

Voorbeeld factorij
Kaapkolonie
Jan v. Riebeeck sticht in 1652 de Kaapkolonie met een verversingsstation nabij Kaap de Goede Hoop.
Hierna: filmpje VOC (+ 3 min.), daarna 2 quizvragen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video


1. In de Gouden Eeuw is peper erg gewild. Van gemalen peper moet je namelijk niezen dat volgens de mensen in de Gouden Eeuw weer goed is om je hersenen te zuiveren".
Deze opmerking is objectief (feit) / subjectief (mening).

2. "Een overeenkomst tussen Philips en de VOC is dat beide multinationals een eigen (soldaten)leger mogen hebben."
Deze uitspraak is....

A
1. objectief, 2. juist
B
1. subjectief, 2. juist
C
1. objectief, 2. onjuist
D
1. subjectief, 2. onjuist

Slide 15 - Quiz


Specerijen uit (1). Indië / Amerika zijn in de 17e eeuw erg gewild. Te veel verschillende bedrijven bieden deze specerijen op de markt aan, waardoor de prijs daalt.
(2) Een oorzaak / Een gevolg is dan ook de oprichting van de VOC in 1602 die een  monopolie-positie krijgt. 
A
1. Indië, 2. een oorzaak
B
1. Indië, 2.een gevolg
C
1. Amerika, 2. een oorzaak
D
1. Amerika, 2. een gevolg

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Bekijk hiernaast een kaart van Europa (1635) uit het boek de Atlas Mayor, gemaakt door de wereldberoemde Nederlandse kaartenmaker Joan Blaeu.
In het filmpje werd genoemd dat de Republiek (Nederland) in de 17e eeuw vooral rijk is geworden door de Oostzeehandel.
Maar waar ligt de Oostzee? Sleep de punaise naar de juiste plek:
Hierna: 1 quizvraag, daarna kaart vaarroute VOC en WIC.
Punaise

Slide 18 - Drag question


1. Hiernaast zie je een VOC- betalingsbewijs van kruidenier Theunis Jansz uit 1606 met een waarde van 600 gulden (= 275 euro). 
Een VOC- betalingsbewijs geeft een betrouwbaar / onbetrouwbaar beeld over de rol van aandelen bij de VOC;

2. Het VOC- betalingsbeeld geeft een objectief (feitelijk) / subjectief (mening) beeld over de rol van aandelen bij de VOC
A
1. betrouwbaar, 2. objectief (feit)
B
1. betrouwbaar, 2. subjectief (mening)
C
1. onbetrouwbaar, 2. objectief (feit)
D
1. onbetrouwbaar, 2. subjectief (mening)

Slide 19 - Quiz

De vaarroute van de VOC en de WIC:
Hierna: Wat is de WIC nog meer?

Slide 20 - Slide

De Republiek en de WIC:
  • In 1621 wordt na het succes van de VOC ook de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht. Terwijl de VOC handelt in het oosten (in Azië), gaat de WIC handelen in het westen (tussen Afrika, Europa en Noord- en Zuid-Amerika). Dit heet de driehoekshandel (trans-Atlantische handel). Die gaat zo: in de Republiek wordt eerst kleding en wapens in de schepen geladen. In Afrika worden hiermee zwarte slaven verkregen. Die worden dan naar Amerika vervoerd en op slavenmarkten verkocht. Voor de terugreis naar Europa schepen WIC-handelaren plantageproducten in die slaven verbouwd hebben in Amerika, zoals katoen, koffie en tabak. Die worden dan verkocht in Amsterdam. Zo is de 'driehoek' af en is veel winst gemaakt. 

  • Naast goud-, zilver- en slavenhandel moet de WIC veel Spaanse schepen kapen in deze tijd van de 80-jarige-oorlog met Spanje. Piet Hein heeft met de Spaanse zilvervloot (in een baai in Cuba, 1628) de bekendste kaap verricht. De kaap/ verovering is zo groot dat de Republiek de oorlog tegen Spanje er een jaar mee kan betalen. Piet Hein is met zijn 4000 man 8 dagen bezig al het zilver over te landen in de eigen schepen. 

  • De VOC en de WIC hebben veel overeenkomsten: beiden hebben een monopolie-positie, beiden zijn een multinational, beiden mogen in naam de Republiek oorlog voeren en beiden doen aan kolonialisme: overheersen van een overzees gebiedsdeel om eraan te verdienen. Een groot verschil is dat de VOC vaak winst maakt, maar de WIC leed vaak verlies. 

 
Hierna: filmpje interview Piet Hein (3 min.), daarna 
1 quizvraag + filmpje driehoehoekshandel (3 min.)

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video


Een directe oorzaak ('trigger') heeft direct invloed op de gebeurtenissen (denk aan: 'de laatste druppel die de emmer doet overlopen').
Een indirecte oorzaak speelt al langer, vaak op de achtergrond. Soms herken je pas achteraf dat dit een oorzaak was.

1. Een directe / indirecte oorzaak van het feit dat de Republiek in 1628 de oorlog tegen Spanje kon betalen was de kaap op de Spaanse Zilvervloot nabij Cuba door Piet Hein.

2. Een bewust / onbewust gevolg van deze Spaanse Zilvervloot was dat de 4000 bemanningsleden bij thuiskomst in de Republiek in protest kwamen, omdat zij de 200 gulden per man als beloning te weinig vonden.
A
1. directe, 2. bewust
B
1. directe, 2. onbewust
C
1. indirecte, 2. bewust
D
1. indirecte, 2. onbewust

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Video

De WIC- schepen varen in een driehoek. 
Bekijk eerst de 3 pijlen. Wat is er op het WIC- schip te vinden? 
Sleep de woorden naar het juiste WIC-schip:
Hierna: fimpje WIC (+ 2 min.)
goud
wapens
kleding
slaven
koffie
cacaco
tabak
suiker
drank
ivoor

Slide 25 - Drag question

Slide 26 - Video

Op de afbeelding zie je de skyline van een stad die belangrijk is geweest in de WIC.

Van welke stad is dit de skyline?


(hierna: uitleg slavenhandel.
A
New York
B
Batavia
C
Elmina
D
Cuba

Slide 27 - Quiz

Een inktzwarte bladzijde
  • Een inktzwarte bladzijde in de Nederlande geschiedenis is de slavenhandel die ruim 200 jaar duurt.
Met name vanuit hoofdkwartier Fort Elmina (Ghana - Afrika) worden vanaf 1637 in totaal 600.000 slaven verscheept naar de plantages in de Nieuwe Wereld aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. De scheepsreis duurt 2 maanden en 1 op de 8 'slaafgemaakten' (ook wel 'koppen') haalt de overtocht niet. Deze 'koppen' zijn geen mensen, maar goederen.

  • Terwijl andere Europese landen, zoals Frankrijk en Engeland, allang zijn gestopt met de slavernij, schaft Nederland pas in 1863 als laatste de slavenhandel af. 
Elk jaar op 1 juli vieren wij het einde van de slavernij. Dit feest heet Keti Koti, dit betekent 'verbroken ketenen'. 
Hierna: filmpje slavenhandel WIC (2 min.)

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video



Zet de onderstaande 4 gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde (van vroeger naar later):
1. Piet Hein verovert de Zilvervloot;
2. De moedernegotie (de moeder van alle handel) op de Oostzee gaat van start;
3. De WIC wordt opgericht.
4. De eerst aandelen van de VOC kunnen worden gekocht.
A
1 --> 4 --> 3 --> 2
B
3 --> 1 --> 2 --> 4
C
2 --> 4 --> 3 --> 1
D
3 --> 4 --> 2 --> 1

Slide 30 - Quiz

Sleep de onderstaande woorden naar de juiste kolom, kies uit:
- VOC, of
- WIC, of
- VOC en WIC
VOC:
WIC:
VOC en WIC:
slavenhandel
monopolie
specerijen
aandelen
J.P. Coen
multinational
Spaanse schepen kapen
Fort Elmina
Batavia
driehoeks- handel
Piet Hein
kolonialisme

Slide 31 - Drag question

Ga met je mobiel naar Youtube en typ in: 'Het Scheepvaartmuseum Dare to Discover | A VR Journey'.

Filmpje duurt ruim 5 minuten.
Linkje filmpje

Slide 32 - Slide