HA3: grammatica zinsdelen: lijdende en bedrijvende vorm

Grammatica
lijdende en bedrijvende vorm
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Grammatica
lijdende en bedrijvende vorm

Slide 1 - Slide

Doelen:

- Ik weet wat een bedrijvende en een lijdende zin is


- Ik kan een bedrijvende zin omzetten in een lijdende zin en omgekeerd

Slide 2 - Slide

Kijk eens naar de volgende zinnen:

a. De man koopt een computer


b. De computer wordt door de man gekocht


Wat valt je op?

Slide 3 - Slide

De bedrijvende vorm

a. De man koopt een computer


- Deze zin is actief

- In zin a staat een onderwerp, werkwoordelijk gezegde en een lijdend voorwerp

Slide 4 - Slide

De lijdende vorm

b. De computer wordt door de man gekocht


- Deze zin is passief

- Er veranderen dan drie dingen:
1. Het lijdend voorwerp wordt onderwerp.
2. Het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die begint met door.
3. In het gezegde komt een vorm van het hulpwerkwoord worden te staan.

Slide 5 - Slide

Let op!

- In welke tijd de zin staat


  1. De man heeft de computer gekocht. (v.t.t.)
    De computer is door de man gekocht. (v.t.t.)
  2. De man zal de computer kopen. (o.t.t.t.)
    De computer zal door de man gekocht worden. (o.t.t.t.)
  3. De man zou de computer gekocht hebben. (v.v.t.t.)
    De computer zou door de man gekocht zijn. (v.v.t.t.)

Slide 6 - Slide

Tijden:

OTT: onvoltooid tegenwoordige tijd
OVT: onvoltooid verleden tijd
OTTT: onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd
OVTT: onvoltooid verleden toekomende tijd

VTT: voltooid tegenwoordige tijd
VVT: voltooid verleden tijd
VTTT: voltooid tegenwoordige toekomende tijd
VVTT: voltooid verleden toekomende tijd

Slide 7 - Slide

Voorbeelden
ActiefPassief (hulpwerkwoord is worden)
OTTJan slaat de hond.De hond wordt door Jan geslagen.
OVTJan sloeg de hondDe hond werd door Jan geslagen.
OTTTJan zal de hond slaan.De hond zal door Jan worden geslagen.
OVTTJan zou de hond slaan.De hond zou door Jan worden geslagen.

Slide 8 - Slide

Voorbeelden
ActiefPassief (hulpwerkwoord is zijn)
VTTJan heeft de hond geslagen.De hond is door Jan geslagen.
VVTJan had de hond geslagen.De hond was door Jan geslagen.
VTTTJan zal de hond hebben geslagen.De hond zal door Jan zijn geslagen.
VVTTJan zou de hond hebben geslagenDe hond zou door Jan zijn geslagen.

Slide 9 - Slide

Even oefenen

Je krijgt zinnen te zien die of in de bedrijvende of in de lijdende vorm staan.

Let op! Je hebt 10 sec om te antwoorden!

Slide 10 - Slide

Hij zal waarschijnlijk de iPhone X kopen.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 11 - Quiz

De auto is door de man gekocht.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 12 - Quiz

Je moet hem niet zo plagen.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 13 - Quiz

Mijn jas is meegenomen door mijn vriendin.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 14 - Quiz

Hij keek door het zolderraam naar buiten.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 15 - Quiz

Open vragen
Maak van een bedrijvende zin een lijdende zin of andersom

Slide 16 - Slide

Op het herfsttoernooi won onze club alle wedstrijden

Slide 17 - Open question

Overmorgen zullen de schilders het pand geschilderd hebben

Slide 18 - Open question

Lastig?
Bekijk de site van cambiumned.
Ook staan er onderin de website van cambiumned 3 uitlegvideo's

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Evaluatie

Slide 21 - Slide

Wat vind je nog lastig aan dit onderdeel?

Slide 22 - Open question