Deutsch - Kleidung, Farben und Modal Verben

Mittwoch 15-12
timer
1:30
Ga op je telefoon of tablet naar: www.lessonup.com
login met deze
pin code 
Gebruik je echte naam!
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Mittwoch 15-12
timer
1:30
Ga op je telefoon of tablet naar: www.lessonup.com
login met deze
pin code 
Gebruik je echte naam!

Slide 1 - Slide

 Deutsch:  Kleidungstücke + Farben
Modalverben
     
Aan het einde van de les kun je:
- een aantal kledingstukken in het Duits benoemen;
- kun je een aantal kleuren in het Duits benoemen;
-heb je geoefend met het vervoegen 
van modale hulpwerkwoorden.
This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 2 - Slide

 Lektion 2  Kleidungstücke
     
s.o.
Kleidung kaufen
Was fehlt (wat mist)? Zoek het woord op in het Duits en vul in op de volgende slide. 

Slide 3 - Slide

Wat mist er op de vorige slide?

Slide 4 - Open question

Was fehlt? Zoek het woord op in het Duits en vul in op de volgende slide.

Slide 5 - Slide

Wat mist er op de vorig slide?

Slide 6 - Open question

Was siehst du hier?

Slide 7 - Slide

Wat zag je op de vorige slide (in Duits)

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Sleep de Duitse woorden naar de juiste kleuren.
timer
1:00
gelb
blau
schwarz
grau
rot
grün
weiß
orange
pink
braun

Slide 10 - Drag question

de bruine jas
de rok
het groene overhemd
de trui
De blouse
de rode jurk
de gele broek
die braune Jacke
die gelbe Hose
der Rock
das grüne Hemd
der Pullover
das rote Kleid
die Bluse

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Video

Grammatik E: modale hulpww
können, müssen, mögen, dürfen, willen (en wissen / möchten)
in enkelvoud klinkerwisseling 
geen uitgang bij ich en er/sie/es
vaak met een heel werkwoord aan het eind van de zin

Slide 13 - Slide

mögen (ich mag / wir mögen)
müssen 
(ich muss / wir müssen)
dürfen 
(ich darf / wir dürfen)
können 
(ich kann / wir können)
wissen 
(ich weiß / wir wissen)
mogen /  lusten

moeten 
(externe druk)
kunnen 

weten
mogen (toestemming)

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Video

Welche Modalverben werden in diesem Fragment benutzt (gebruikt) ?
A
können, möchten, wollen, mögen
B
möchten, wollen, dürfen, können
C
können, mögen, wollen, dürfen

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Welche Modalverben werden in diesem Song benutzt ?
A
können und mögen
B
möchten und dürfen
C
wollen und müssen
D
müssen und mögen

Slide 18 - Quiz

Und jetzt seid ihr!

Slide 19 - Slide

Vertaal in het Duits:
Hij wil graag witte truien.
timer
0:20
A
Er will weiße Treuen
B
Er möchte weiße Treuen
C
Er möchte weiße Pullover
D
Er will weiße Pullover

Slide 20 - Quiz

Vertaal in het Duits:
Ik hou van gele rokken.
timer
0:20
A
Ich möchte gelbe Röcke
B
Ich darf gelbe Röcke
C
Ich möge gelbe Röcke.
D
Ich mag gelbe Röcke.

Slide 21 - Quiz

Vertaal in het Duits:
Deze week moet ik de schoenen kopen.
timer
0:20
A
Diese Woche muss ich die Schuhe kaufen.
B
Diese Woche müss ich die Schuhe kaufen.
C
Diese Woche musse ich die Schuhe kaufen.
D
Diese Woche müsse ich die Schuhe kaufen.

Slide 22 - Quiz

Du bist fast da!
Nu moet je het echt zelf doen...

Slide 23 - Slide

Vertaal in het Duits:
Ik wil graag de gele broek
timer
0:30

Slide 24 - Open question

Vertaal in het Duits:
Jij kunt de rode jurk kopen.
timer
0:30

Slide 25 - Open question

Vertaal in het Duits:
Hij wil die groene jas.
timer
0:30

Slide 26 - Open question

Vertaal in het Duits:
Wij moeten de bloes betalen
timer
0:30

Slide 27 - Open question

Gibt es noch Zeit?
dan gaan we nog wat lezen
....




en anders:

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide