Verwijswoorden

TOETS 3

Taalverzorging
Leesvaardigheid
Verwijswoorden
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

TOETS 3

Taalverzorging
Leesvaardigheid
Verwijswoorden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Verwijswoorden!!!
onderdeel!
Verwijswoorden.

HUNNIE hebben het gedaan!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Verwijswoorden vervangen woorden die eerder zijn genoemd.

Je kunt verschillende verwijswoorden tegenkomen of gebruiken.
verwijswoorden.

die - deze - dat - dit - hij -zij - het

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Verwijswoorden

De verwijswoorden verwijzen naar iets anders in de tekst ervoor.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Verwijswoorden
Mijn vader kwam gisteren laat thuis en nu is hij erg moe.
Hij verwijst hier naar mijn vader -> een verwijswoord.
Hij, zij, dat, die en daar zijn vaak verwijswoorden.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Verwijswoorden
Kies het juiste verwijswoord:





mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.
het-woorden (onzijdig)
het, zijn
de-woorden (mannelijk)
hij, hem, zijn
de-woorden (vrouwelijk)
zij/ze, haar
meervoud bij personen
zij/ze, hen, hun
meervoud bij dieren/dingen
ze, hen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

hebben 
een ticket
voor
verdiend.
gaan
dus
naar
de Olympische spelen.
te stellen
hopen
hoge eisen
aan het team.
Sleep alle verwijswoorden naar een vak onder de zin.
timer
1:00
verwijswoord
verwijswoord
verwijswoord
Zij
Daar
ze
De Nederlandse voetballers
Rio de Janerio

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Er kunnen meerdere verwijswoorden goed zijn als antwoord. 
Vera doet het trucje voor.    ________  zegt:

‘Zo moet je ________ doen.’
deze
die
dit
dat
hij
zij
het

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

timer
1:00
Signaalwoord
Verwijswoord
omdat 
dus
hoewel
en
hij 
zij
die
dat

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Het drumstel is van Davids vader, 

maar ________ gebruikt ________ niet meer.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Er kunnen meerdere verwijswoorden goed zijn als antwoord. 
Vorige maand bezocht mijn familie uit Australië ons en
 ...            was echt een verassing.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het

Slide 11 - Drag question

Herhaling paragraaf 3.
Verwijswoord
omdat 
dus
hoewel
en
hij 
zij
die
dat

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Hoe zie je dit in de toets
Erik is verkouden. Hij heeft al dagen een loopneus.

Vraag: Naar welk woord verwijst het woordje hij in deze zin?

Antwoord: Hij verwijst naar Erik

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoel en tekstsoort
Tekstdoel:          Tekstsoort:
  • Informeren   -    Informatieve tekst (facts)
  • instrueren     -    Instruerende tekst (instructions)
  • amuseren     -    Amuserende tekst (for fun, fiction)
  • activeren       -    Activerende tekst

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De doelgroep
Je kunt erachter komen voor welke doelgroep een tekst is door: (You can find out which target group a text is for by:)
1. Te letten op het taalgebruik. (1. Pay attention to the language used. )
Teksten voor kleuters zijn gemakkelijker geschreven, dan teksten voor volwassenen. (Texts for toddlers are easier written than texts for adults.)

 2. Te kijken naar het uiterlijk van de tekst. ( 2. Looking at the appearance of the text.)
- Teksten voor kleine kinderen hebben veel plaatjes en weinig tekst. (- Texts for small children have many pictures and little text. )
- Teksten voor jongeren hebben veel kleur en opvallende lettertypes. (- Texts for young people have lots of color and striking fonts. )
- Teksten voor volwassenen hebben veel tekst, weinig kleur en weinig afbeeldingen. (- Texts for adults have a lot of text, little color and few images.)



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De doelgroep

3. let op het onderwerp (pay attention to the topic)
Teksten over auto's zijn geschreven voor mensen die auto's leuk vinden. (texts about cars are for people liking cars)

Tekst over baby's
Tekst over hypotheken



Slide 16 - Slide

This item has no instructions

https://wordwall.net/nl/resource/28480111/verwijswoorden-hij-hem-zij-haar-of-het

https://wordwall.net/nl/resource/54044955/verwijswoorden-voor-dingen-hij-hem-het-ze


Slide 17 - Slide

This item has no instructions