§8.2 - Je ademt

Biologie
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 10 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Biologie

Slide 1 - Slide

§8.2 - Je ademt
Je leert hoe je ademhaalt en hoe zuurstof in je bloed komt, waarom je door je neus moet ademhalen en hoe je ademhaling wordt geregeld.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Ademhaling
Ribademhaling of borstademhaling: het bewegen van je ribben om te ademen
Middenrifademhaling of buikademhaling: het bewegen van je middenrif om te ademen

Ze gebeuren meestal tegelijk

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Inademen
  1. Tussenribspieren en middenrifspieren trekken samen.
  2. Ribben kantelen omhoog en het middenrif wordt plat. 
  3. Borstholte en je longen worden groter. 
  4. Lucht in je longen krijgt meer ruimte, daardoor neemt de luchtdruk in je longen af. 
  5. Lucht stroomt vanzelf naar binnen: je ademt in. 

Slide 7 - Slide

Uitademen

  1. Tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen.
  2. Ribben zakken naar beneden. Het middenrif wordt bol.
  3. Borstholte en longen worden kleiner.
  4. Lucht in je longen krijgt minder ruimte, luchtdruk neemt toe.
  5. Lucht stroomt naar buiten: je ademt uit. 

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Het ademhalingsstelsel

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

Gaswisseling
Waar komt zuurstof in het bloed ?

Slide 13 - Slide

Gaswisseling
De uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide 
Verloopt snel door: 
  • Groot oppervlak van longblaasjes
  • Wand van longblaasjes heel dun
  • Haarvaten rond longblaasjes 
hebben dunne wand

Slide 14 - Slide

Gaswisseling

Slide 15 - Slide

0

Slide 16 - Video

Waarom moet je ademhalen door je neus? 

Slide 17 - Slide

Lucht klaargemaakt voor longblaasjes
  1. Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen.
  2. Slijmcellen in neusholte, luchtpijp en bronchiën maken slijm -> maakt lucht vochtig en stofdeeltjes en ziekteverwekkers blijven plakken.
  3. Trilhaartjes in het slijmvlies van luchtpijp en bronchiën zwiepen slijm met stofdeeltjes en ziekteverwekkers naar keelholte

Slide 18 - Slide

Ademhaling regelen
  1. Via koolstofdioxidezintuigcellen in bloedvaten
  2. Impulsen naar ademcentrum in hersenen
  3. Hersenen sturen signalen naar tussenribspieren en middenrifspieren.

Slide 19 - Slide

Ademhaling regelen

Slide 20 - Slide

De luchtpijp vertakt zich in
A
bronchiën
B
longblaasjes
C
luchtpijpvaten
D
luchtpijptakjes

Slide 21 - Quiz

Waarom kan er snel gaswisseling plaatsvinden in de longen?

A
de wand van de luchtpijp is erg dun
B
er zit een laagje slijm in de longblaasjes
C
Het oppervlak van de longblaasjes is groot
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 22 - Quiz

Je kunt beter ademhalen door je neus omdat
A
de lucht dan wordt verwarmd
B
je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
C
de lucht vochtig gemaakt wordt
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 23 - Quiz

Ik heb behoefte aan extra uitleg met de docent omdat ik nog vragen heb.
A
Ja, ik kom naar een KWT-uur
B
Ja, maar ik ga eerst zelf §8.1 bestuderen en maken.
C
Nee

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Video

Aan de slag!

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Door die ringen staat de luchtpijp altijd open. Zo kan de lucht er steeds doorheen.

Slide 32 - Slide

Wat zou nog een functie kunnen zijn van deze kraakbeenringen?

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide

Ademhalingsstelsel mens
In de longen zitten longblaasjes. Deze longblaasjes worden omringt door een netwerk van bloedvaatjes.

De longblaasjes zorgen voor een uitwisseling van O2 en CO2.

Slide 35 - Slide

Je hebt miljoenen longblaasjes.

Slide 36 - Slide

0

Slide 37 - Video

0

Slide 38 - Video

0

Slide 39 - Video

Slide 40 - Slide