3H H1 gramm WS Betrekkelijk vnw

H1 Betrekkelijk voornaamwoord 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H1 Betrekkelijk voornaamwoord 

Slide 1 - Slide

Lesdoel
- Aan het einde van de les weet je wat een betrekkelijk voornaamwoord is en kun je deze herkennen in de zin. 

- Aan het einde van de les weet je wat een betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent (betr vnw mia) is en kun je deze herkennen in de zin. 

Slide 2 - Slide

Het bestuur nam de beslissing... de trainer ontslagen moest worden.
A
die
B
dat
C
wat

Slide 3 - Quiz

De vraag... het team gaat trainen, moet snel beantwoord worden.
A
die
B
wie
C
dat
D
deze

Slide 4 - Quiz

Betrekkelijk voornaamwoord
Een betrekkelijk voornaamwoord verwijst naar een woord (of woorden)
dat eerder in de zin genoemd is.

Het eerder genoemde woord (of woorden) noem je een antecedent.

Het antecedent staat meestal vlak voor het betrekkelijk voornaamwoord.

De man die in het ziekenuis lag, is weer beter.
betrekkelijk voornaamwoord: die want die verwijst naar een woord dat eerder in de zin genoemd is
antecedent: de man want de man is het eerder genoemde woord en staat vlak voor het betr. vnw

Slide 5 - Slide

B

  • Die (verwijs je naar de-woorden)
  • Dat (verwijs je naar het-woorden)
  • Wie (antecedent is een persoon, bv de jongen, met wie ik afsprak en NIET waarmee ik afsprak)
  • Wat (zie volgende slide)


(welke of hetgeen)

Slide 6 - Slide

Betr.vnw WAT
gebruik je wanneer er wordt verwezen naar:
- een overtreffende trap
- een onbepaald vnw (bv alles, iets, niets)
- een hele zin

Slide 7 - Slide

Voorbeeld betrekkelijk voornaamwoord (1)
De boom die omgevallen is, rot weg.

Slide 8 - Slide

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord en het antecedent?
'De boom die omgevallen is, rot weg.

Slide 9 - Open question

Antwoord
De boom die omgevallen is, rot weg.

Die = betrekkelijk voornaamwoord (verwijst naar het woord/woorden dat eerder genoemd is)
De boom = antecedent (die zegt iets over de boom)

Slide 10 - Slide

Voorbeeld betrekkelijk voornaamwoord (2)
De burgermeester gaf een prijs aan de winnaar  van het voetbalelftal dat kampioen was geworden. 

Slide 11 - Slide

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord en het antecedent?:
De burgermeester gaf een prijs aan de winnaar van het voetbalelftal dat kampioen was geworden.

Slide 12 - Open question

Antwoord
De burgemeester gaf een prijs aan de winnaar van het voetbalelftal dat kampioen was geworden. 

Dat = betrekkelijk voornaamwoord (verwijst naar het woord/woorden dat eerder genoemd is)
het voetbalelftal = antecedent (dat zegt iets over het voetbalelftal )

Slide 13 - Slide

Voorbeeld betrekkelijk voornaamwoord (3)
De juffrouw aan wie ik iets vroeg, zie ik niet meer .

Slide 14 - Slide

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord en het antecedent?:
De juffrouw aan wie ik iets vroeg, zie ik niet meer .

Slide 15 - Open question

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord en het antecedent?:
Ik had tijdens LessonUp mijn best gedaan, wat een verstandige beslissing was.

Slide 16 - Open question

Betrekkelijk voornaamwoord met een ingesloten antecedent (betr.vnw mia) antecedent
Dus...
Een betrekkelijk voornaamwoord verwijst naar een woord (of woorden)
dat eerder in de zin genoemd is.

Het eerder genoemde woord (of woorden) noem je een antecedent.
Het antecedent staat meestal vlak voor het betrekkelijk voornaamwoord.

Bij een betr vnw met ingesloten antecedent wordt het antecedent niet genoemd.
Het antecedent zit al in het betrekkelijk voornaamwoord.
Je kunt het ingesloten antecedent vervangen door: diegene die/datgene wat.

Slide 17 - Slide

voorbeeld 1 (betrekkelijk vnw met ingesloten antecedent)

Slide 18 - Slide

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord?
Wie dit leest is gek.

Slide 19 - Open question

Aanvulling antwoord
Wie dit leest is gek.

Wie is geen vragend voornaamwoord, maar wie is een betrekkelijk voornaamwoord.
Wie kun je vervangen door: 'Diegene die dit leest, is gek.'
antecedent is ingesloten - namelijk 'diegene die' want diegene verwijst naar 'die' (betrekkelijk voornaamwoord)

Slide 20 - Slide

voorbeeld 2 (betrekkelijk vnw met ingesloten antecedent)
Wat je daar eet, is ongezond.


Slide 21 - Slide

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord?
Wat je daar eet, is ongezond.

Slide 22 - Open question

Aanvulling antwoord
Wat je daar eet, is ongezond.

wat= betrekkelijk voornaamwoord
wat kun je vervangen door: Datgene wat je eet, is ongezond.
antecedent is ingesloten - namelijk 'datgene' want datgene verwijst naar 'dat' (betrekkelijk voornaamwoord)

Slide 23 - Slide

Huiswerk
Maken H6 grammatica woordsoorten 

Slide 24 - Slide