Les 4 Dieren

Ordening
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, k, t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ordening

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen.
  • Huiswerk bespreken
  • Kort opfrissen kennis vorige les
  • Uitleg over het rijk van de dieren
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Huiswerk en herhaling

Slide 3 - Slide

Wieren/
Algen
Sporen-
planten
Zaad-
planten
Wortels/
stengels/
bladeren
Bloemen

Slide 4 - Slide

DIEREN

Slide 5 - Slide

Wat moet je eind van deze les weten?
  • Je kunt de 8 stammen van het dierenrijk noemen
  • Je weet welke soorten skeletten er zijn 
  • Je weet welke soort skelet er bij een bepaalde stam van het dierenrijk hoort
  • Je weet welke soorten symmetrie er zijn
  • Je kunt van een figuur in een afbeelding zeggen welke soort symmetrie die heeft

Slide 6 - Slide

Indeling op basis van skelet en symmetrie
  • Skelet (harde delen van een organisme)
  • - geen skelet
  • - uitwendig skelet (pantser, schelp, huisje)
  • - inwendig skelet (schelp, geraamte)

Slide 7 - Slide

Geen skelet
Uitwendig skelet
Inwendig skelet

Slide 8 - Drag question

Indeling op basis van skelet en symmetrie
  • Symmetrie (zo kunnen doorsnijden dat de 2 helften elkaars spiegelbeeld zijn)
  • - geen symmetrie
  • - tweezijdig symmetrisch
  • - veelzijdig symmetrisch

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Geen symmetrie
Tweezijdig symmetrisch
Veelzijdig symmetrisch

Slide 12 - Drag question

Organismen
Bacteriën
Schimmels
Planten
Dieren
Eencelligen
Sponzen
Holtedieren
Wormen
Weekdieren
Geleedpotigen
Stekelhuidigen
Gewervelden
Rijken
Stammen

Slide 13 - Slide

Een
Sportieve
Hollumer
Wordt
Weeklijks
Geleidelijk
Steeds
Gewoner
  • Eencelligen
  • Sponzen
  • Holtedieren
  • Wormen
  • Weekdieren
  • Geleedpotigen
  • Stekelhuidigen
  • Gewervelden
Ezelsbruggetje stammen dierenrijk

Slide 14 - Slide

Skelet
Symmetrie
Eéncelligen
geen
geen
Sponzen
uitwendig
geen
Holtedieren
geen
veelzijdig
Wormen
geen
tweezijdig
Weekdieren
uitwendig/inwendig
tweezijdig
Geleedpotigen
uitwendig
tweezijdig
Stekelhuidigen
inwendig
veelzijdig
Gewervelen
inwendig
tweezijdig

Slide 15 - Slide

Eéncellige dieren
Kenmerken:
  • Bestaan uit slechts één cel
  • geen skelet
  • niet symmetrisch
  • leven in water

Slide 16 - Slide

Sponzen
Kenmerken:
  • Meercellig
  • Uitwendig skelet
  • Niet symmetrisch
  • leven in water

Slide 17 - Slide

Holtedieren
Kenmerken:
  • Meercellig
  • Geen skelet
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Leven in water
  • Vangen hun prooi met tentakels

Slide 18 - Slide

Wormen
Kenmerken:
  • Meercellig
  • Geen skelet
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Leven in het water en op   het land

Slide 19 - Slide

Weekdieren
Kenmerken:
  • Meercellig
  • Soms een uitwendig skelet (huisje of schelp), soms een inwendig skelet 
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Leven in het water en op het land

Slide 20 - Slide

Geleedpotigen
Kenmerken:
  • Meercellig
  • Uitwendig skelet (pantser)
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Leven in het water, op het land of in de lucht

Slide 21 - Slide

Stekelhuidigen
Kenmerken:
  • Meercellig
  • Inwendig skelet
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Leven in het water

Slide 22 - Slide

Gewervelden
Kenmerken:
  • Meercellig
  • Inwendig skelet
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Leven in het water en op het land

Slide 23 - Slide

Wat voor skelet heeft dit dier?
A
geen skelet
B
inwendig skelet
C
uitwendig skelet

Slide 24 - Quiz

Wat voor skelet heeft dit dier?
A
geen skelet
B
inwendig skelet
C
uitwendig skelet

Slide 25 - Quiz

Wat voor skelet heeft dit dier?
A
geen skelet
B
inwendig skelet
C
uitwendig skelet

Slide 26 - Quiz

Wat voor skelet heeft dit dier?
A
geen skelet
B
inwendig skelet
C
uitwendig skelet

Slide 27 - Quiz

Wat voor skelet heeft dit dier?
A
geen skelet
B
inwendig skelet
C
uitwendig skelet

Slide 28 - Quiz

Wat voor skelet heeft dit dier?
A
geen skelet
B
inwendig skelet
C
uitwendig skelet

Slide 29 - Quiz

Wat voor skelet heeft dit dier?
A
geen skelet
B
inwendig skelet
C
uitwendig skelet

Slide 30 - Quiz

Wat moet je eind van deze les weten?
  • Je kunt de 8 stammen van het dierenrijk noemen
  • Je weet welke soorten skeletten er zijn 
  • Je weet welke soort skelet er bij een bepaalde stam van het dierenrijk hoort
  • Je weet welke soorten symmetrie er zijn
  • Je kunt van een figuur in een afbeelding zeggen welke soort symmetrie die heeft

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide