1. Introductie

Español A1/A2  DBSP2
1 / 46
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Español A1/A2  DBSP2

Slide 1 - Slide

Welkom bij de eerste les Spaans!
Wat gaan we vandaag doen?
- Voorstellen + leerdoelen
- Inloggen op Quizlet
- Inloggen op Canvas
- Introductie Spaans

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

¡Hola!
Yo soy Martin Reins. Vivo en Zwolle. Tengo 2 hijos: tienen 17 y 19 años.  Tengo 54 años. Soy profesor de Español y de Comercio Internacional. Me gustan las vacaciones 
Mi motto es: 'Work hard, play hard'

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Welke opleiding volg je?

Slide 6 - Open question

     5

Slide 7 - Slide

1

Slide 8 - Slide

In  zicht = uit  zicht
                            
                        In sight = outside

                          En la vista = 

Slide 9 - Slide

2

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

3

Slide 12 - Slide

4

Slide 13 - Slide

5

Slide 14 - Slide

Leerdoelen (SBB)
Kennis & vaardigheden

5 leergebieden (examens)

Slide 15 - Slide

Schrijven (A1)
- je kan een korte, eenvoudige mededeling doen, bijvoorbeeld voor het zenden van
   vakantiegroeten aan collega’s, klanten of gasten

 
- je kan nummers en data, eigen naam, adres, leeftijd, geboortedatum of aankomstdatum in 
  een land, etc. schrijven zoals op een inschrijvingsformulier

- je kan eenvoudige frases en zinnen schrijven over jezelf of andere personen, over waar ze
   wonen en wat ze doen

Slide 16 - Slide

Spreken (A1)
- je kan zichzelf voorstellen beschrijven, kan beschrijven wat je doet en waar je woont

- je kan een zeer korte en vooraf geoefende mededeling voorlezen, bijvoorbeeld een toost
  uitbrengen of een spreker introduceren

Slide 17 - Slide

Gesprekken voeren (A1)
- je kan je zelf voorstellen, groeten en afscheid nemen
- je kan mensen om dingen vragen en mensen dingen geven
- je kan omgaan met cijfers, hoeveelheden, kosten en tijd, bijvoorbeeld voor je werk
- je kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden, eenvoudige uitspraken doen op het
  gebied van directe behoeften of over zeer vertrouwde onderwerpen, bijvoorbeeld 
  werkgerelateerd, en op dergelijke uitspraken reageren
- je kan vragen stellen en beantwoorden over jezelf en andere mensen, bijvoorbeeld over
   collega’s, opdrachtgevers, klanten of gasten

Slide 18 - Slide

Luisteren (A2)
- je kan gewoonlijk het onderwerp bepalen in gesprekken om je heen, bijvoorbeeld tussen 
   collega's, zakenrelaties, opdrachtgevers, gasten en/of klanten, wanneer er langzaam en
   duidelijk gesproken wordt

- je kan de hoofdzaken begrijpen in korte, heldere en eenvoudige boodschappen en
   aankondigingen, bijvoorbeeld in werkverband

- je kan eenvoudige aanwijzingen (bijvoorbeeld in werkverband) begrijpen

- je kan hoofdpunten van korte en duidelijke berichten op radio en tv begrijpen als onderwerp
  en context bekend zijn en wanneer er langzaam en duidelijk wordt gesproken

Slide 19 - Slide

Lezen (A2)
- je kan korte, eenvoudige brieven en e-mails over vertrouwde onderwerpen begrijpen, 
  bijvoorbeeld die je in je werk tegenkomt
- je kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudig, alledaags materiaal,
   bijvoorbeeld in werkteksten
- je kan specifieke informatie in lijsten vinden en de benodigde informatie daaruit halen
- je kan alledaagse borden en mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld als je onderweg bent 
   voor je werk
- je kan specifieke informatie vinden in eenvoudiger schriftelijk materiaal dat je tegenkomt,
  zoals brieven, brochures of korte krantenartikelen die gebeurtenissen beschrijven
- je kan eenvoudige instructies begrijpen bij apparatuur die men in het dagelijks leven
   tegenkomt

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Español A1/A2
'Regulier': september - juli (periode 1 t/m periode 4)
5 examens
April -> Schrijven
Mei-> Lezen & Luisteren
Juni -> Spreken & Gesprekken voeren
Juli -> herkansingen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Español A1/A2
'Intensief': september - januari (periode 1 & 2 (evt. uitloop p3)
5 examens
December -> Schrijven
December/januari-> Lezen & Luisteren
Januari/februari -> Spreken & Gesprekken voeren
Februari -> herkansingen

Slide 24 - Slide

Español A1/A2
Niet behaald? 
Vanaf p3 -> gewoon 'Regulier' verder : tot juli (p3 & p4) 
alleen op dinsdagavond

Dus woensdagavond 'vervalt'  


Slide 25 - Slide

Mijn voorkeur voor het keuzedeel Spaans gaat uit naar:
A
Intensief (P1&P2) Afronding in jan/feb
B
Regulier (P1 t/m P4) Afronding in juni/juli

Slide 26 - Quiz

Hoeveel woorden beheerst een jongere van 17 jaar op 3F niveau Nederlands?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Om een moderne vreemde taal te kunnen leren lezen/luisteren/spreken:
A
hoef je echt geen woorden te kennen of te leren
B
moet je toch wel minstens de basiswoorden kennen
C
wil ik tenminste het halve woordenboek uit mijn hoofd kennen

Slide 30 - Quiz

Het aantal basiswoorden voor Spaans niveau A1/A2 is ongeveer:
A
500
B
1000
C
1500
D
2000

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Ik ben me bewust dat ik minimaal 1.000 woorden moet beheersen.
A
Jazeker, ik ga mijn uiterste best doen en ga (bijna) dagelijks aan de slag hiermee.
B
Jazeker; helaas is dat écht te veel en ga ik maar een ander keuzedeel kiezen

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Link

Inloggen Quizlet
1. Kopieer de onderstaande link en druk dan op:
'Tot de klas toetreden'
https://quizlet.com/join/5nKJ6NaEw?i=3mzr8r&x=1bqt


of zoek mreins8, zoek daarna klas 'Club de 999 palabras de Español' en doe het  'verzoek om toe te treden'


Slide 35 - Slide

El libro 
 Reader SPA A1/A2


Slide 36 - Slide

Canvas  
 Digitaal lesmateriaal 


Slide 37 - Slide

In 'Mijn Deltion' --> Canvas tegel

Uitnodiging om deel te nemen aan de                cursus DBK Spaans A1/A2 --> 'accepteren'

En dan gaan we  'Aan de slag'

Slide 38 - Slide

Les opbouw: 
* korte herhaling grammatica (die je als huiswerk 
  in Canvas  vóór de les hebt bestudeerd)

* herhalingsopdrachten (bijv. Wordwall). Canvas           opdrachten maak je (ook) thuis.

* uitspraak (o.a. muziek), lees/luister/schrijf/spreek 
   oefeningen   

Slide 39 - Slide

Herken het Spaanse woord...

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Link

La pronunciacion
¿Qué significa?

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

Grootste verschillen:
C  voor de e/i = spreek je uit als een 's'
C voor de a/o/u = spreek je uit als een 'k'
H = spreek je niet uit
J = spreek je uit als een 'g'
LL = spreek je uit als een 'j'
V = spreek je uit als een 'b'

Slide 44 - Slide

¡Practicamos!
Barcelona es la capital de Cataluña
Vicente vive en Valencia
Juan es el hermano de Javier
El aeropuerto está cerca del centro
El perro de Ricardo se llama Bruno
¿Cuántos años tienes?
Carlota está de vacaciones en México

Slide 45 - Slide

Los deberes:
-> Canvas les 1 en les 2 afronden <-
- leren Quizlet 'woordenset 1: begroeten en voorstellen'
- leren Quizlet 'woordenset 2: het [fonetische] alfabet'



Slide 46 - Slide