Con Gusto 2, LoL EHV

¡Buenos 
            días!


hoy es el 17 de noviembre
1 / 23
next
Slide 1: Slide
SpaansHBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

¡Buenos 
            días!


hoy es el 17 de noviembre

Slide 1 - Slide

Periode 2 Lessen op Locatie
  • de lessen worden zo veel mogelijk op locatie gegeven
  • we gaan tijdens de lessen de stof van de voorgaande week herhalen
  • we zullen dit zo veel mogelijk met spreekopdrachten doen


Degenen die ivm coronagerelateerde klachten niet aanwezig zijn maken de LessonUp thuis ( tijdens de "normale"lestijd!!).
Voor de spreekopdrachten krijgen zij vervangende opdrachten.
Alle opdrachten moeten op de lesdag vóór 16u zijn ingeleverd, via de mail

Slide 2 - Slide

Repaso:
gramática CG 1
- verbos regulares e irregulares
- verbos reflexivos    
- futuro próximo       
- presente perfecto  
- gerundio    
 
 comunicación   
      - ¿Quién eres?        
Tekst

Slide 3 - Slide

geef de infinitivo van een
ww op -ar/-er en -ir en
zeg daarna een zin

Slide 4 - Mind map

Los verbos regulares 

Slide 5 - Slide

e--ie
o--ue
c--zc
e--i
i--y
1ste pers.
onregelm.
acertar
merecer
remover
competir
perseguir
construir
soñar
salir
hacer
Traducir
manifestar

Slide 6 - Drag question

los verbos reflexivos : repaso
Voorbeelden: levantarse/ acostarse

Yo                                me levanto-              me   acuesto
Tú                                te levantas-               te     acuestas
Él, Ella,Usted            se levanta-                 se     acuesta
Nosotros(as)             nos levantamos       nos  acostamos
Vosotros(as)              os levantáis               os     acostáis
Ellos(as), ustedes     se levantan                se     acuestan

Slide 7 - Slide

Maak zinnen met  van de verbos reflexivos 

zeg om de beurt een zin met een wederkerend ww , steeds in andere pers.vorm

Slide 8 - Slide

2 aan 2 bespreken
De futuro próximo
¿Qué vais a hacer esta semana?

ir a + infinitivo........

Slide 9 - Slide

voltooid deelwoord=

participio

   ww op -ar= ado    cant ado 

      ww op -er= ido    com ido   

 ww op -ir= ido       viv ido

let op:

het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord staan altijd bij elkaar!!!!!

hulp-ww

Haber:

he

has

ha


hemos

habéis

han

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De presente perfecto
Cuéntame una historia...

Vertel samen wat er vanmorgen bij de dokter is gebeurd:
om de beurt een zin

Slide 12 - Slide

                        De gerundio
y tú ¿ Qué estás haciendo?

Slide 13 - Slide

¿quién eres? 
datos personales
cómo eres
profesión
pasatiempos
 el fin de semana ( ir a + inf.)
las vacaciones ( perfecto)
gebruik zoveel mogelijk werkwoordsconstructies!!
vragen aan elkaar stellen

Slide 14 - Slide

De pretérito indefinido= de o.v.t. : ik at, jij ging etc. :  p.101 TB Con Gusto 1/ p.10 TB Con Gusto 2

- De indefinido gebruik je bij een afgesloten handeling, gebeurtenis  op een bepaald moment / periode in het verleden.
- ook bij opeenvolgende handelingen in het verleden gebruik je de indefinido.

Slide 15 - Slide

Marcadores del indefinido

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

De Indefinido van ser en ir:
onregelmatig én hetzefde


fui
fuiste
fue
fuimos
fuisteis
fueron




ir / ser   =



Slide 18 - Slide

Vul de juiste vorm in:
En 1999___________(viajar, yo) a Italia.
La semana pasada___________(escribir, él) una carta.
Anoche___________(comer, nosotros) una pizza.
En agosto_______________(llegar, ellos) a España. 

Lincoln_______(ser) el presidente de los EEUU.
viajé
escribió
comimos
llegaron
Ayer___a Amsterdam
fui
era

Slide 19 - Slide

Sleep de zinnen naar het juiste vervoegen v/d pretérito indefinido 
comiste
nació
vivieron
comí
estudió
vivió
estudiaron
nacieron
Yo...............................(comer) patatas con carne.
Abdul............................(estudiar) para el examen de física.
Heleen.........................(vivir) en Holanda
¿Tom ...........................(comer-tú) pizza en la cena?
Melinda y Quirine........................(nacer) en Holanda
Ellas..........................(estudiar) estañol  con sus amigas.
Michelle y Estelle........................(vivir) en Holanda
Suleiman........................(nacer) el 10 de noviembre.

Slide 20 - Drag question

Slide 21 - Video

Deberes:


  • opdr. 11, 12, 13  WB CG1 U 11
  • filmpje uit vorige slide bekijken

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide