AK 1_natuurlijke hulpbronnen

AK1 natuurlijke hulpbronnen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

AK1 natuurlijke hulpbronnen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een natuurlijke hulpbron is en voorbeelden van een natuurlijke hulpbron opnoemen.
  • Je kunt het verschil tussen een hernieuwbare en niet-hernieuwbare hulpbron uitleggen en voorbeelden van niet-hernieuwbare en hernieuwbare hulpbronnen noemen.
  • Je kunt uitleggen wat grondstoffen zijn en het verschil tussen een delfstof en een landbouwproduct benoemen.
  • Je kunt drie redenen (1hb1: twee redenen) opnoemen waarom we steeds meer grondstoffen gebruiken in de wereld.
  • Je kunt voorbeelden van halffabricaten noemen en herkennen wanneer een voorwerp een halffabricaat is (alleen 1hb2).
  • Je kunt benoemen waarvoor we de delfstoffen aardgas, aardolie, zilver/goud en ijzer gebruiken (alleen 1hb2). Daarnaast kun je aanwijzen waar we deze grondstoffen kunnen vinden in de wereld. 
  • Je kunt herkennen wanneer iets een natuurlijke hulpbron is, maar geen grondstof.

Slide 2 - Slide

Begrippen
  • Grondstof
  • Natuurlijke hulpbronnen
  • Delfstoffen
  • Landbouwproduct
  • Hernieuwbare hulpbronnen
  • Niet-hernieuwbare hulpbronnen
  • Halffabricaat
  • Welvaart

Slide 3 - Slide

Geef een voorbeeld van een natuurlijke hulpbron.

Slide 4 - Mind map

Natuurlijke hulpbronnen
  • Bruikbare producten uit de natuur. 
  • Voorbeelden zijn:
  • Aardolie, hout, zand, drinkwater, graan, hout enz. 

Slide 5 - Slide

Hulpbronnen
  • Niet-hernieuwbaar = deze hulpbron raakt op, zoals gas en aardolie
  • Hernieuwbaar = deze hulpbron kun je opnieuw gebruiken en raken niet op. 

Slide 6 - Slide

Sleep de natuurlijke hulpbronnen naar het juiste begrip
Niet-hernieuwbare
 hulpbron
Hernieuwbare 
hulpbron

Slide 7 - Drag question

Grondstof 
Dit zijn materialen uit de natuur om iets te maken.  
Voorbeelden
  • Delfstoffen: grondstoffen die uit de aarde worden gehaald
  • Landbouwproducten
  • Grondstoffen zijn natuurlijke hulpbronnen maar niet alle natuurlijke hulpbronnen zijn grondstoffen 
  • Zonlicht of wind is geen grondstof, maar wel natuurlijke hulpbron.

Slide 8 - Slide

Geef een voorbeeld van een delfstof

Slide 9 - Open question

Geef een voorbeeld van landbouwproducten

Slide 10 - Open question

Welke van deze producten is een hulpbron maar geen grondstof?
A
Hout
B
Aardolie
C
Wind
D
Gas

Slide 11 - Quiz

Verbruik grondstoffen neemt toe: 
  • Groei wereldbevolking 
  • Groeiende welvaart
  • Producten worden steeds korter gebruikt
  • Groeiend transport van grondstoffen, producten en mensen
wat zijn de belangrijkste redenen waarom de bevolking groeit? 
minder sterfte
minder ziekten
wel meer kinderen
we leven langer

Slide 12 - Slide

Halffabricaat (voor 1hb2)
  • Als een grondstof wordt bewerkt en men dit verandert in een bruikbaar product dan kan het gebeuren dat het product eerst in een halffabricaat moet veranderen.
  • Dit is een tussenproduct waar je nog niks mee kan, maar wel gemaakt moet worden om tot een eindproduct te komen.
  • Een voorbeeld van een halffabricaat is meel en deeg.
  • Dit heb je nodig om brood te maken, maar je kunt er eigenlijk niks nuttigs mee doen. 

Slide 13 - Slide

Sleep de producten naar het juist begrip 
Grondstof
Halffabricaat
Boomstammen
Staal
Aardolie
Textiel

Slide 14 - Drag question

Noem twee redenen waarom we steeds meer grondstoffen gebruiken.

Slide 15 - Open question

Belangrijke delfstoffen voor ons: 
Aardolie
Aardgas
IJzer
Zilver
Goud 

Slide 16 - Slide

Aardolie:
  • Vind je in bijna alle werelddelen veel, behalve in  Australië 
  • Aardolie wordt gebruikt voor:
  • Het maken van brandstof.
  • Het maken van plastic. 
  • Zonder brandstof zouden we terug worden gegooid naar een manier van leven voor 1900.
  • Plastic is een heel goedkoop materiaal wat je overal terugziet. Zonder plastic zou alles veel duurder zijn.
  • Nadelen:
  • Aardolie is slecht voor het milieu. 
  • Het verbruik ervan zorgt voor co2 uitstoot.
  • Het vervoeren van Aardolie heeft voor grote milieurampen gezorgd. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Aardgas
  • Vind je vooral veel in Noord-Amerika en Azië
  • Aardgas wordt gebruikt:
  • Als warmtebron.
  • Het opwekken van relatief schone energie. (het is de schoonste fossiel brandstof)
  • We zouden zonder Aardgas kunnen, maar betaalbare alternatieven zijn heel slecht voor het milieu en andere alternatief zijn nog erg duur.
  • Nadelen:
  • Aardgas stoot co2 uit, ook als is dit minder erg dan andere fossiele brandstoffen.
  • De winning van aardgas zorgt voor aardschokken en schade in de omgeving. (zie Groningen)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Zilver en goud 
  • Zilver vind je veel op het continent Amerika en Azië in de grond en goud vind je overal in de wereld, maar alleen in kleine hoeveelheden. Het meeste goud vind je in Azië, VS en Australië.
  • Er is een stuk meer zilver in de wereld dan goud.
  • Goud en zilver zit in veel elektronisch apparaten. Dit komt doordat deze materialen goed geleiden.
  • Daarnaast vinden veel mensen goud en zilver erg mooi en omdat er niet veel van is wordt het als een waardevol product. 
  • Daarnaast roest goud niet en hierdoor blijft het mooi. 
Vindplaatsen van goud in de wereld 
Vindplaats van zilver in de wereld 

Slide 21 - Slide

IJzererts
  • Brazilië, Australië, China en India zijn de landen die het meeste ijzererts produceren en uit de grond halen
  • Van ijzerets maakt men ijzer & staal
  • In heel veel dingen die wij gebruiken zit ijzer verwerkt.
  • We gebruiken ijzer omdat het sterk is.

Slide 22 - Slide

Waarvoor gebruiken we aardolie?

Slide 23 - Open question

Wat was een nadeel van het gebruiken van gas?
A
Transport van gas kan voor milieurampen zorgen
B
Gas is erg duur
C
Gasboringen kunnen voor aardbevingen zorgen

Slide 24 - Quiz

Op welk continent wordt er weinig zilver uit de grond gehaald? Kies uit: Azië, Noord-Amerika, Zuid-Amerika of Afrika.

Slide 25 - Open question

Opdracht 
In drietallen krijgen jullie 3 stukken van de wereldkaart. 
a. Jullie gaan op deze kaarten aangeven met symbolen (gebruik allemaal dezelfde symbolen voor dezelfde grondstof) waar je de belangrijkste grondstoffen uit de grond wordt gehaald. De grondstoffen die jullie in je kaart verwerken zijn: 
• Aardolie                              Aardgas                        IJzererts
• Goud (1hb2)                      Zilver (1hb2)
Iedere leerling van het groepje gaat dit met zijn eigen stukje van de kaart doen. Om dit te doen heb je de kaart op blz. 240 van de atlas (56e) nodig en kaart a en b op blz. 238.  (tip kun je op de kaart niet goed zien waar het land ligt, pak dan google maps of een wereldkaart erbij) 
Wanneer jullie kaar zijn met je eigen kaart ga je jou groepsgenoten helpen. 
b. Wanneer iedereen in je groepje klaar is gaan jullie drie stukken kaart vastplakken en een titel bedenken. 
c. Maak een legenda die aangeeft wat de symbolen op jullie kaart betekent. 
Ben je klaar? Dan gaat de docent je kaart nakijken. 

Slide 26 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een natuurlijke hulpbron is en voorbeelden van een natuurlijke hulpbron opnoemen.
  • Je kunt het verschil tussen een hernieuwbare en niet-hernieuwbare hulpbron uitleggen en voorbeelden van niet-hernieuwbare en hernieuwbare hulpbronnen noemen.
  • Je kunt uitleggen wat grondstoffen zijn en het verschil tussen een delfstof en een landbouwproduct benoemen.
  • Je kunt drie redenen (1hb1: twee redenen) opnoemen waarom we steeds meer grondstoffen gebruiken in de wereld.
  • Je kunt voorbeelden van halffabricaten noemen en herkennen wanneer een voorwerp een halffabricaat is (alleen 1hb2).
  • Je kunt benoemen waarvoor we de delfstoffen aardgas, aardolie, zilver/goud en ijzer gebruiken (alleen 1hb2). Daarnaast kun je aanwijzen waar we deze grondstoffen kunnen vinden in de wereld. 
  • Je kunt herkennen wanneer iets een natuurlijke hulpbron is, maar geen grondstof.

Slide 27 - Slide