25 apr: Les 27

Op tafel:
  • Laptop en log in op LessonUp
  • Map
  • Pen
Welkom havo 2B
timer
3:30
  • Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel óf in je tas en daar blijft 'ie dan ook.
  • Jas uit en over je stoel.
  • Tas van tafel.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Op tafel:
  • Laptop en log in op LessonUp
  • Map
  • Pen
Welkom havo 2B
timer
3:30
  • Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel óf in je tas en daar blijft 'ie dan ook.
  • Jas uit en over je stoel.
  • Tas van tafel.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag donderdag 25 april:
  • Les 27: werkwoordspelling!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions




Telefoon in je Zakkie in je tas

Laptop op tafel, ga naar onze klassenLessonUp en naar 'H2A - periode 4/les27/28





timer
2:30

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Agenda
  1. Korte uitleg 27/28
  2. Oefenen met NUMO

    Na de vakantie: verder met KERN/boekopdracht



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord
A
Bij een vraag komt deze vooraan
B
staat (bijna) altijd ge- be- of ver- in het werkwoord
C
wie/wat + werkwoorden
D
staat altijd ge- be- of ver in maar is geen werkwoord

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Voltooid deelwoord
A
Hij heeft gestund
B
Hij heeft gestundt
C
Hij heeft gestunt
D
Hij heeft gestuntt

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Uitleg
t of d bij een voltooid deelwoord: 
Stap 1. Hele werkwoord -en 
Stap 2. Wat is de laatste letter?
Stap 3. Zit de laatste letter in 't kofschip X?
Ja > t
Nee > d
Hij heeft gestun... d t?

Stap 1: stunten > stunt
Stap 2. t
Stap 3. Ja > t

Hij heeft gestunt

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord
A
Het vuur is gedoofd
B
Het vuur is gedoofdt
C
Het vuur is gedooft
D
Het vuur is gedooftt

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Uitleg
t of d bij een voltooid deelwoord: 
Stap 1. Hele werkwoord -en 
Stap 2. Wat is de laatste letter?
Stap 3. Zit de laatste letter in 't kofschip X?
Ja > t
Nee > d
Het vuur is gedoof ..d t?

Stap 1: doven > dov
Stap 2. v
Stap 3. Nee > d

Het vuur is gedoofd. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is een onvoltooid deelwoord?
A
lopen
B
lopend
C
gelopen
D
liepen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke twee dingen doet Sinem in:
"Stampvoetend rende Sinem de les uit."

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

HET ONVOLTOOID DEELWOORD
Je gebruikt het onvoltooid deelwoord om aan te geven dat je iets aan het doen bent, terwijl je ook iets anders doet.

Je doet dus twee dingen tegelijk.

Regel: hele werkwoord + d
stampvoeten + d
   


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

een onvoltooid deelwoord

A
is de infinitief met-d(e)
B
is de stam met-d
C
soms d en soms niet

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Maak een onvoltooid deelwoord van het werkwoord.

1. Niets ... ging hij op pad. (vermoeden)
timer
0:30

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Maak een onvoltooid deelwoord van het werkwoord.

2. ... gingen ze naar huis. (strompelen)
timer
0:30

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Maak een onvoltooid deelwoord van het werkwoord.

3. Hij vertrok, nog over zichzelf ... . (nadenken)
timer
0:30

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Maak een onvoltooid deelwoord van het werkwoord.

4. ... smeekte hij om genade. (kermen)
timer
0:30

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Maak een onvoltooid deelwoord van het werkwoord.

5. ... van blijdschap, kwam hij naar me toe. (huppelen)
timer
0:30

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Maak een onvoltooid deelwoord van het werkwoord.

6. Ik vind het jouw gedrag ... . (storen)
timer
0:30

Slide 19 - Open question

T/m hier
Volt dw/
onvt dw

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat is de juiste persoonsvorm TT?
A
Jij word ziek
B
Jij werd ziek
C
Jij wordt ziek
D
Jij werdt ziek

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT)?

De politie ............ de relschoppers naar een plein om ze te arresteren. (leiden)
A
leide
B
leidden
C
leidde
D
leiden

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Hoe weet je of je te maken hebt met een onregelmatig werkwoord?
A
onregelmatige werkwoorden zijn duidelijk herkenbaar.
B
je schrijft de persoonsvorm en het voltooid deelwoord niet volgens de normale regels.
C
een onregelmatig werkwoord komt niet heel regelmatig voor.
D
onregelmatige werkwoorden kunnen alleen in een zin staan.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

PV/onregelmatige ww

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hulp?
Docent
Buur



Succes en alvast een fijne vakantie! 
Opdracht 
Ga verder met je NUMO-taak 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions