4.3 Lezen

2H2 - donderdag 21 maart
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2H2 - donderdag 21 maart

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Start 4.3 Lezen
  • herhaling tekstdoelen


Slide 2 - Slide

4.3 Lezen
In deze paragraaf herhaal je:
  • een activerende tekst herkennen
In deze paragraaf leer je:
  • beeld en opmaak in activerende teksten herkennen
  • twee nieuwe tekstverbanden
           - middel-doel
               - voorwaardelijk tekstverband

    Slide 3 - Slide

    Activerende tekst, p.20
    In een activerende tekst probeert de schrijver de lezer tot actie aan te zetten. Het belangrijkste tekstdoel van deze tekst is activeren, maar bijna altijd is informatie geven het tweede tekstdoel. De informatie moet helpen de lezer over te halen om in actie te komen.

    Reclameboodschappen zijn altijd activerend. Ze proberen de lezer tot iets over te halen, zoals het kopen van een bepaald product. Maar een activerende tekst kan ook een oproep zijn, bijvoorbeeld om ergens lid van te worden of ergens aan mee te doen.

    Voorbeelden van activerende teksten zijn: een advertentie, een pop-up op een website of uitnodigingsbrief.

    Slide 4 - Slide

    Je oma stuurt je een uitnodiging voor een familie-uitje. Leg uit waarom dit een activerende tekst is.

    Slide 5 - Open question

    Een activerende tekst lees je anders dan een informatieve tekst. Welke vragen kun je jezelf stellen als je een activerende tekst leest?

    Slide 6 - Open question

    Aan de slag!
    4.3 Lezen: Maak opdracht 2 t/m 6. 
    Let op: bij opdracht 4 moet je Tekst 1 nauwkeurig lezen: markeer belangrijke woorden/zinnen.

    Niet af? Dan is het huiswerk voor maandag.

    Eerder klaar? 
    • Lezen in je boek

    Slide 7 - Slide

    2H2 - maandag 25 maart
    Lezen!

    Slide 8 - Slide

    Slide 9 - Slide

    Wat gaan we vandaag doen?
    4.3 Lezen 
    • Nakijken opdr. 2-6
    • activerende tekst
    • beeld en opmaak
    • tekstverband middel-doel en voorwaardelijk tekstverband

    Slide 10 - Slide

    Opdracht 3, p.21:
    wat is het onderwerp van tekst 1?

    Slide 11 - Open question

    Wat houdt duurzame kleding in?

    Slide 12 - Open question

    Wat is het tekstdoel van tekst 1?

    Slide 13 - Open question

    Vraag 4 t/m 6
    Vragen?

    Slide 14 - Slide

    Beeld en opmaak

    1. Lees de theorie op p.22 in je boek
    2. Maak opdracht 8 en 9, p. 23

    timer
    7:00

    Slide 15 - Slide

    Slide 16 - Video

    Wat vind je: is de Calvé-reclame een goede reclame? Leg je antwoord uit.

    Slide 17 - Open question

    Aan de slag!
    4.3 lezen: maak opdracht 12 t/m 14
    (hiervoor moet je de theorie op p.24 eerst lezen)
    Niet af? Dan is het huiswerk voor donderdag 28 maart.

    Eerder klaar?
    •     Lezen in je boek

    Slide 18 - Slide

    2h2 - Donderdag 28 maart
    Lezen!

    Slide 19 - Slide

    Slide 20 - Slide

    Wat gaan we vandaag doen?
    Uitleg Pecha Kucha
    4.3 Lezen
    • tekstverband middel- doel
    • voorwaardelijk tekstverband
    • herhaling andere tekstdoelen

    Slide 21 - Slide

    Boekpresentaties

    Slide 22 - Slide

    dinsdag 16  april
     Siem en Maksim
    Luna en Amy
    Tess en Sara
    Lizzy en Lisa
    Amon en Kerem



    donderdag 18  april
    Maxim
    Zilan en Julian
    Daan en Igor
    Marcus en Jisse
    Akio en Ryleigh






    Slide 23 - Slide

    Pecha Kucha?

    Slide 24 - Slide

    Pecha Kucha
    Presentatie
     diavoorstelling van twintig afbeeldingen 
     6 minuten en 40 seconden. 
    Elke afbeelding wordt 20 seconden getoond.

    PowerPoint  

    Slide 25 - Slide

    Slide 26 - Video

    Slide 27 - Slide

    Tekstverband middel/doel, p.24
    Noteer wat in de volgende zinnen het middel is en wat het doel. 
    Noteer ook het signaalwoord.

    1. Om een heel goede hardloper te worden, zul je veel kilometers moeten rennen.
    2. Ze had alle opgaven van het hoofdstuk al gemaakt, waarmee ze aan de docent haar goede werkhouding wilde laten zien.
    3. Mijn opa en oma hebben een camper gekocht, met als doel een rondreis door Europa te maken.
    4. Mijn moeder volgt haar zoveelste dieet, daarmee hoopt ze eindelijk 10 kilo af te vallen.

    timer
    3:00

    Slide 28 - Slide

    Antwoorden
    Signaalwoord
    Middel
    Doel
    1. om
    veel kilometers rennen
    een goede hardloper worden
    2. waarmee
    alle opgaven van het hoofdstuk maken
    haar goede werkhouding aan haar docent laten zien
    3. met als doel
    een camper gekocht
    een rondreis door Europa maken
    4. waarmee
    het zoveelste dieet volgen
    eindelijk 10 kilo afvallen

    Slide 29 - Slide

    Voorwaardelijk tekstverband, p.24
    Noteer van de volgende zinnen in je schrift de signaalwoorden die de voorwaarde aangeven en daarachter de voorwaarde.

    1. De kat wordt vast ziek wanneer je hem ’s winters iedere nacht buiten laat.
    2. Stel dat je dit jaar je eindexamen haalt, dan ga je zeker een fijne reis maken.
    3. Mijn vriend kiest Frans in zijn vakkenpakket, als hij madam Maillot als docente krijgt.
    4. Op voorwaarde dat jullie allemaal je mond houden, mogen jullie een kijkje 
    bij het pasgeboren kalfje nemen.
    timer
    2:00

    Slide 30 - Slide

    Antwoorden
    1. wanneer - je hem ’s winters iedere nacht buiten laat.
    2. stel dat - je dit jaar je eindexamen haalt
    3. als - hij madam Maillot als docente krijgt.
    4. op voorwaarde dat - jullie allemaal je mond houden


    Slide 31 - Slide

    'Shop tweedehands!'
    In tweetallen: 
    hoeveel tweedehandswinkels, rommelmarkten kennen jullie?
    Noteer ze in je schrift.


    timer
    2:00

    Slide 32 - Slide

    Aan de slag!
    Tekst 3, p.25
    • markeer alle signaalwoorden die je herkent
    • noteer in de kantlijn met welk tekstverband je te maken hebt
    Tip: gebruik het schema op p.151
    Let op:
    tijdsvolgorde = chronologisch
    uitleggend = toelichtend
    timer
    5:00

    Slide 33 - Slide

    Signaalwoorden / tekstverbanden

    Staat elk verband in de tekst?
    Over welke signaalwoorden/verbanden twijfel je?

    Slide 34 - Slide

    Huiswerk maandag 8 april
    4.3 Lezen: maak opdracht 18
    EN
    Lees tekst 4, p.26-27 nauwkeurig:
    • markeer de kernzin van iedere alinea
    • omcirkel de signaalwoorden en noteer in de kantlijn welk verband ze aangeven
    • onderstreep woorden waarvan je de betekenis niet kent

    Slide 35 - Slide

    2H2 - maandag 8 april
    Lezen!

    Slide 36 - Slide

    Pecha Kucha
    Presentatie
     diavoorstelling van twintig afbeeldingen 
     6 minuten en 40 seconden. 
    Elke afbeelding wordt 20 seconden getoond.

    PowerPoint  

    Slide 37 - Slide

    dinsdag 16  april
     Siem en Maksim
    Luna en Amy
    Tess en Sara
    Lizzy en Lisa
    Amon en Kerem



    donderdag 18  april
    Maxim
    Zilan en Julian
    Daan en Igor
    Marcus en Jisse
    Akio en Ryleigh






    Slide 38 - Slide

    Slide 39 - Slide

    Wat gaan we vandaag doen?

    • 4.3 Lezen afronden: leestaak

    Slide 40 - Slide

    Aan de slag!
    Huiswerk dinsdag 9 april:
     4.3 Lezen - maak opdracht 19 t/m 24


    Slide 41 - Slide

    2h2 - dinsdag 9 april
    Lezen!

    Slide 42 - Slide

    Slide 43 - Slide

    Wat gaan we vandaag doen?
    • Afronden 4.3 Lezen

    Slide 44 - Slide

    4.3 Leestaak
    Opdracht 18 t/m 24, p.26-27
    • klassikaal tekst lezen en moeilijke/opvallende dingen bespreken
    • vragen?

    Slide 45 - Slide

    Toets H4 Lezen en Woorden
    Donderdag 11 april 6de uur

    Slide 46 - Slide