This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom bij aardrijkskunde!
Zorg dat je klaar zit met je werkboek, lesboek, pen en aantekeningenschrift.
Zet je webcam aan en doe gezellig digitaal mee!
Slide 1 - Slide
Goedemorgen!
1. Neem blz. 106 en 107 voor je in het lesboek
2. Lees alvast de tekst van paragraaf H7.2 Klimaat en natuurgeweld in de VS
3. Wacht totdat de les begint!
Vragen? Stuur een bericht naar je docent op SOMtoday!
Slide 2 - Slide
Vandaag
Herhaling paragraaf 7.2
Uitleg paragraaf 7.2 - vervolg
Zelf aan de slag gaan
Afronden
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
- Welke klimaten er in de V.S. voorkomen en waarom daar?
- Waar extreem weer in de V.S. voorkomt en waarom daar
- Wat het verschil is tussen een hoge- en lagedruk gebied
Slide 4 - Slide
Slepen maar!
Hogedruk gebied
Lage drukgebied
Droog weer
Bewolkt
Lucht stijgt op
Lucht daalt
Onder de 1000 Hpa
Bovenr de 1000 Hpa
Slide 5 - Drag question
Juist of onjuist? Sleep de uitspraak naar de juiste cirkel!
Juist
Onjuist
Lucht waait van een hogedruk gebied naar een laag drukgebied
Slide 6 - Drag question
Juist of onjuist? Sleep de uitspraak naar de juiste cirkel!
Juist
Onjuist
Bij een hoog drukgebied treedt er condensatie op.
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Video
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Lucht stroomt van een hoge drukgebied naar een lage drukgebied.
Hoe groter het verschil in luchtdruk tussen twee gebieden hoe sneller de lucht
stroomt en hoe hoger de windsnelheid.
In gebieden waar de isobaren het dicht bij elkaar liggen is de windsnelheid het
hoogst.
- Hogedrukgebied = Maximum
- Lagedrukgebied = Minimum = Depressie
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Je staat onvoldoende voor aardrijkskunde of je vind deze leerdoelen lastig
Je kijkt met de herhaling mee.
MAVO - verder werken
Je kunt mee doen met de uitleg of je de opdrachten op blz. 44 t/m 47
HAVO - verderwerken
Je kunt mee doen met de uitleg of je de opdrachten op blz. 44 t/m 47
Vanaf nu volgt er een herhaling, je gaat het volgende doen..
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Slide 21 - Video
Dat was het!
Ga nu voor jezelf na of je alles begrepen hebt.
Rechts zie je de onderwerpen die in deze les behandeld zijn. Ben je klaar voor de toets, of heb je hier nog hulp bij nodig? Sleep de leerdoelen naar de vakjes hieronder.
NEE!
Ik begrijp dit
echt niet
Ik vind dit nog steeds heel moeilijk
Ik begin het
te snappen!
Volgens mij begrijp
ik dit!
JA!
Kom maar door
met die toets!
Welke klimaten er in de V.S. voorkomen en waarom daar?
Wat het verschil is tussen een hoge- en lagedruk gebied
Waar extreem weer in de V.S. voorkomt en waarom daar
Slide 22 - Drag question
Orkanen
Tyfoons
Cyclonen
Slide 23 - Drag question
Zet de volgende zinnen in de goede volgorde.
1
2
3
4
Doordat de aarde draait, begint ook de vochtige lucht te draaien.
Orkanen ontstaan rond de evenaar. Het zeewater moet minstens 26°C zijn.
Water verdampt. De lucht is koud. Waterdamp condenseert, er ontstaan zware buien.
Zolang de orkaan boven zee is blijft deze groeien. Eenmaal aan land neemt de kracht af.
Slide 24 - Drag question
Hoe ontstaat een tornado? Sleep de onderstaande omschrijvingen in de juiste volgorde.
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
stap 6
Er zijn grote verschillen in temperatuur van de lucht.
De warme lucht stijgt heel snel op.
Droge, koude lucht botst tegen warme vochtige lucht.