Les 15 Hoofdstuk 9 Faillissement

Recht
Faillissement


1 / 12
next
Slide 1: Slide
rechtMBOStudiejaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Recht
Faillissement


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma van de les
Programma:

  • Vorige les, faillissement
  • presentaties
  • Uitleg
  • Maken vragen


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is blijven hangen van de vorige les?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Doel
Aan het einde van deze les weet hoe het proces van faillissement loopt. 

Slide 4 - Slide

Startperiode van max 26 weken met 29% korting op uitkering
Urenkorting ( aantal uren tegen fictief loon in aftrek op de uitkering)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp)

Surseance van betaling
  • uitstel
  • rechtbank

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp)
Eerst proberen vrijwillige regeling te treffen. 
schuldsaneringsregeling (minnelijk traject)
Schuldenaar ( gebruik maken van regeling) = saniet
Instelling doet namens saniet voorstel voor schuldsanering aan eisers. Vrijwillige schuldsanering)
Bij mislukken wettelijke schuldsanering. 






Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wettelijke schuldsanering
Verzoekschrift indienen bij de gemeente.
Financiële situatie in kaart
Bewindvoerder aangewezen. 
  • controleert of je je verplichtingen nakomt en of je beschikt over een bovenmatige boedel die verkocht kan worden, 
  • postblokkade
Rechter stelt saneringsplan op.
Meestal 3 jaar
Meestal schone lei. 







Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Surseance van betaling
Voorlopige surseance.
- bewindvoerder aangewezen
- brief door rechtbank naar schuldeisers
- registratie bij handelsregister









Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Surseance van betaling
definitieve surseance. 
Alle schuldeisers uitnodigen. , schuldenaar biedt akkoord aan. 
Een definitieve surseance wordt niet verleend als:
- meer dan tweederde van de concurrente schuldeisers, die samen meer dan 75% vertegenwoordigen van de totale concurrente schulden, tegenstemmen.
- er getwijfeld wordt of de schuldenaar zijn schulden later wel zal/kan betalen.
- er vermoed wordt dat de schuldenaar zijn schuldeisers wil gaan benadelen.

Bij weigering kan faillissement uitgesproken. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


Maken opdrachten  Hoofdstuk 9.3 en 9.4.
Maak een samenvatting of mindmap van 
paragraaf 1 en 2. 
Deze moet je kunnen 'presenteren'  voor de rest
van de klas. 
Volgende les is deze presentatie dan. 



timer
10:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions