Minor A2 Unidad 7 parte II CG2_woe 6/1 en do 7/1

• spaans
• HBO
• Studiejaar 1

Welkom

Hoy es miércoles. ¿Qué vamos a hacer hoy? 

Wat gaan we vandaag doen?

¡No busques excusa! Nr. 6 TB pag. 66

Je werkt op een reclame bureau. Het team is nu bezig met een bewustmakingscampagne. Je kiest één onderwerp en gaat in je campagne verwerken:

- Uso del agua

- El medio ambiente

- Ahorrar energia

- Uso del plástico

- Eigen ideeën

GEBRUIK DE IMPERATIVO NEGATIVO EN AFIRMATIVO

Werk in groepjes

Presenteer je campagne

-Doel van de campagne

- 4 zinnen imp. afirmativo

- 4 zinnen imp. negativo

¿Qué vamos a hacer hoy?

• oefenen met de gebiedende wijs: imperativo afirmativo y negativo

• Unidad 7: Nr. 1 t/m 5 + 11, libro de texto
• denk aan de schrijfopdracht - deadline vanmiddag

El imperativo  

• afirmativo 
•  negativo

El uso del imperativo                                           

1. Opdracht of nadrukkelijk verzoek

Niños , apagad la tele y haced los deberes / No dibujéis  en la pared , niños

2. Bij verzoek, vaak afgezwakt door por favor  

Páseme la sal, por favor/ No hable en voz alta, por favor

3. Instructies en aanwijzingen, bv in recepten

tómese dos cucharadas de_______/ no bebas tanto café

-ar

-er/ir

e/ie-o/ue

 ir 

decir

hacer

De vormen van de imperativo

Let op:

voornaamwoorden achter de imperativo afirmativo: dímelo

 maar vóór de imperativo negativo  : no me lo digas

e/i wissel:

tú pide/no pidas

usted pida/no pida

vs pedid/no pidáis

ustedes pidan/no pidan

Horóscopo 

Eres un astrólogo/una astróloga – construye consejos:  

( jij en u-vorm)

Cáncer: hacer un viaje al extranjero, estudiar más, ahorrar dinero, relajarse, cortarse el pelo

we gaan samen oefenen

Horóscopo

Eres un astrólogo/una astróloga – construye consejos:  

( jij en u-vorm) 

 

 

Géminis: hacer más deporte, comer frutas y verduras, reducir el consumo de grasas animales, beber agua, hacer una dieta . 

Horóscopo

Eres un astrólogo/una astróloga – construye consejos:  

( jij en u-vorm) 

Leo: dar un paseo diario de 45 minutos, tener cuidado con los deportes violentos, comer más carne, encontrarse con amigos, jugar a la lotería. 

 

 propósitos para 2021

Wat zijn jouw voornemens voor 2021?
(infinitivo)

¡A practicar! en grupos

Oefen aan de hand van de nu volgende slides met de Imperativo. Geef elkaar adviezen en wissel de jij-vorm, u-vorm en u meervoud vorm af.

Consejo: ¡Haz una foto de las páginas siguientes!

Consejos para pasar el confinamiento  (lockdown)

¿Qué me aconsejas?

¿Qué me aconsejas?

Geef antwoord met een vorm vd imperativo en gebruik deze ww:

completar    contar

     encender     leer

 tomar (2x)   decir    ir

        relajarse

hacer    volver    dar 

   beber   pasar (2x)

unidad 7: Vamos al parque

ya hicimos los ejercicios 6,7,8 del libro de texto

faltan: ejercicio 1 al 5 y 11

Programa de hoy 

- Paisaje y animales       

- Una conversación telefónica

- Los posesivos tónicos

- Los demostrativos 

Vamos al parque p.63 TB

¿Qué se ve en este anuncio?

¿ Puedes describir los 3         paisajes?

¿Cómo se traduce?             

Pídanos el cielo             

Pídanos el mar                

Pídanos las estrellas....

El Parque Nacional de Doñana      Nr. 2 TB p. 64 

Leemos la información sobre el parque

Contesta a las siguientes preguntas con frases completas:

-¿Dónde se encuentra este parque nacional?

-¿Cómo se puede visitar el parque? (medios de transporte)

Un paraíso - nr. 2b TB p. 64

Vul zo veel mogelijk in per categorie (m.b.v. de tekst)

-¿Qué animales se pueden encontrar en el parque?

animales: ___________________________________________
 

-¿Qué tipos de paisajes hay en el parque?

paisajes: ____________________________________________

Reserva de visitas Nr. 4a TB p. 65

39

Completa la reserva (ej. 4a), escuchamos 2 veces

Respuestas:

Wat fijn!

Wat ben ik daar blij om!

 Ik verheug me er al op!

 Geweldig!

Wat goed!

Wat jammer! 

Wat zonde!

Wat een pech!

Luister naar de fragmenten en geef aan hoe er wordt gereageerd en welke uitdrukkingen er worden gebruikt. 1 x luisteren, dan 5a maken

40

41

42

Nr.5a TB p.66

expresiones de alegría y tristeza

Nr.5b TB p.66

p. 66 TB vocabulario para una conversación telefónica.....

Ejemplos de conversaciones telefónicas

¡Qué difícil es decir adiós!

a practicar en grupos (40 min)

1.  haz el ejercicio en la siguiente página (haz una foto)

Na afloop werktijd wordt deze besproken

2. Haz ejercicio 5c TB p. 66: escribe un diálogo

3. Haz ejercicio 3 y 4 WB p. 67-68

Tijd over? describe el parque del ejercicio 10a TB p. 68 (oefenen mondelinge toets)

¡ A practicar...!

jueves 7 de enero

Programa de hoy

última parte de la unidad 7, nr. 11 TB p.69

-aanwijzend voornaamwoorden

-beklemtoond bezittelijk voornaamwoord

beklemtoond bezittelijk vnw  

Nr. 11a - TB p. 69

Om een al genoemd zn niet te herhalen, wordt beklemtoonde

bezittelijk vnw gebruikt met het bepaald lidwoord

met ser en zonder lidwoord: geeft bezit aan (van wie is het?)

Nr. 11b TB p.69

pronombres posesivos - bezittelijk vnw

we kennen al de onbeklemtoonde vormen: 

mi/ mis

tu/tus

su/sus

nuestro/-a/-os/-as

vuestro/-a/-os/-as

su/sus

deze worden bijvoeglijk gebruikt en staan vóór het zelfstandig nw en ze komen in getal en geslacht overeen met het bezit:

-tu padre es profesor

-no me gustan vuestras excusas

De beklemtoonde bezittelijke voornaamwoorden TB pg. 69

beklemtoonde vorm

de hiervoor genoemde beklemtoonde vormen kunnen bijvoeglijk gebruikt worden maar ook zelfstandig.

bijvoeglijk? dan direct achter het zelfstandig naamwoord en komen ze overeen (geslacht/getal) met het bezit:

una hermana mía

unos hermanos míos

Indien het bepaald lidwoord erbij staat, is dat om een al genoemd zelfstandig naamwoord niet te herhalen

Es mi libro; es mío

Nr. 11 c TB p. 69

Cambia 'nieto' por 'nieta' en el diálogo del

ejercicio 11a.

doe hetzelfde met:

pelota -> camiones

herschrijf de tekst

Een paar gaat uit elkaar en verdeelt zijn bezittingen in hun appartement. 

Vertaal naar het Spaans.

 Een paar gaat uit elkaar en verdeelt zijn bezittingen in hun appartement. 

aanwijzend voornaamwoord

ejercicio 11d TB p. 69

zie ook TB p. 72 en 5.3 Tb p.116 

HET AANWIJZEND VOORNAAMWOORD 

HET AANWIJZEND VOORNAAMWOORD 

LA: acá en allá

daarginds

1. Esta / esa / aquella señora de ahí es mi profesora de matemáticas.

2. En este / ese / aquel grupo de allí hay varios amigos míos.

3. Este / ese / aquel parque de aquí es muy bonito.

4. En esta / esa / aquella oficina de aquí trabaja mi padre.

5. Me gusta esta/ esa / aquella mesa de allí.

6. Este / ese / aquel autobús de ahí va para Barcelona.

7. ¿Cómo se llama este / ese / aquel señor de ahí?

Kies het juiste aanwijzend vnw. 

a practicar en grupos

via agenda in je groepjes, camara aan. 
Petra is beschikbaar voor vragen (gewoon via ons team)

maak de oefeningen van h.7 af

maak de R&S van unidad 7

Maak de TT 5-6-7

dinsdag a.s. kun je hierover vragen stellen