Link B1 Thema 11.1

• NT2
• Beroepsopleiding

Er + voorzetsel/prepositie (met, voor, naast, van, op, onder, 

door …)

Gebruik "er" als je verwijst naar een ding

Kijk naar deze zinnen. Welk gedeelte wordt herhaald?

Ik houd van koffie. → Ik geniet van koffie.

Praat ze over haar werk? → Ja, ze praat over haar werk.

Zie je dat boek? → Wat doen we met dat boek?
Hij stopt zijn sleutels in zijn tas. → Hij doet ze in zijn tas.

Onbekende woorden worden op het bord geschreven. Vervolgens deze woorden bespreken met de klas.

Gebruik "er" als je verwijst naar een ding

Kijk naar deze zinnen. Welk gedeelte wordt herhaald?

Ik houd van koffie. → Ik geniet van koffie.

Praat ze over haar werk? → Ja, ze praat over haar werk.

Zie je dat boek? → Wat doen we met dat boek?
Hij stopt zijn sleutels in zijn tas. → Hij doet ze in zijn tas.

Onbekende woorden worden op het bord geschreven. Vervolgens deze woorden bespreken met de klas.

Gebruik "er" als je verwijst naar een ding

Soms wil je niet teveel herhalen. Je kan deze zinnen korter maken. 

Ik hou van koffie. → Ik geniet ervan.

Praat ze over haar werk? → Ja, ze praat erover.

Zie je dat boek? → Wat doen we ermee?
Hij stopt zijn sleutels in zijn tas. → Hij doet ze erin.

Onbekende woorden worden op het bord geschreven. Vervolgens deze woorden bespreken met de klas.

Gebruik "er" als je verwijst naar een ding

maak het werkblad"er + voorzetsel". 

Klaar? 

Onbekende woorden worden op het bord geschreven. Vervolgens deze woorden bespreken met de klas.

Thema 11 Taak 1

We gaan het hebben over normen en waarden op het werk in Nederland: de Nederlandse bedrijfscultuur.

Normen en waarden kunnen per cultuur verschillen. 

Welke cultuurverschillen heb jij gemerkt op je school / stage/ werk?

Bespreek in groepjes.

Hoe kun je volgens de tekst je betrokkenheid laten zien (tonen)?

1. Door je te verstoppen als er problemen zijn.
2. Door te schelden als iets je dwars zit.
3. Door je collega’s te negeren.
4. Door mee te leven en mee te denken met je collega’s.

Waarom is betrokkenheid belangrijk in een Nederlandse bedrijfscultuur?

1. Omdat je dan minder hoeft te werken.
2. Omdat je collega’s dan sneller voor jou invallen.
3. Omdat het samenwerken makkelijker maakt en voor een goede sfeer zorgt.
4. Omdat je dan leidinggevende wordt.

Wat betekent het als je anderen respecteert op het werk?

1. Je bent vriendelijk en positief.
2. Je beoordeelt hun gedrag en zegt dat.
3. Je spreekt altijd op een harde toon.
4. Je accepteert andere opvattingen niet.

Welke uitspraak past bij een respectvolle omgang?

1. Je spreekt iemand aan op een rustige toon.
2. Je zegt dat jouw opvattingen beter zijn.
3. Je schreeuwt als iemand iets verkeerd doet.
4. Je doet alleen aardig tegen je leidinggevende.

Wat zegt de tekst over het tonen van emoties op de werkvloer?

1. Je mag nooit iets laten merken.
2. Je mag iets zeggen, maar je moet je altijd beheersen.
3. Je mag altijd schreeuwen als je boos bent.
4. Je moet je emoties altijd opkroppen omdat je volwassen bent.

Wat moet je doen als iets je dwars zit op je werk?

1. Schelden en schreeuwen zodat iedereen het weet.
2. Je emoties opkroppen tot je thuiskomt.
3. Je emoties rustig bespreken, want dat is volwassen gedrag.
4. Je collega de schuld geven.

Wat betekent het als je je afspraken nakomt?

1. Je zegt iets en doet het daarna ook.
2. Je zegt iets, maar vergeet het later.
3. Je schrijft alles op, maar je doet niets.
4. Mondelinge afspraken hoef je niet na te komen!

Waarom is afspraken nakomen belangrijk in de Nederlandse bedrijfscultuur?

1. Dan hoef je minder te werken.
2. Dan vinden je collega’s je betrouwbaar.
3. Dan ben je sneller vrij.
4. Dan hoef je niets te bespreken.

Wat betekent de uitdrukking ‘geen woorden maar daden’?

1. Je hoeft niet te praten, als je maar doet wat je zegt.
2. Je hoeft niets te doen als je maar praat.
3. Je mag zelf bepalen wat je doet.
4. Je moet altijd alles mondeling uitleggen.

Wat hoort bij een goede werkhouding volgens de laatste norm?

1. Je komt afspraken niet na.
2. Je zegt veel, maar doet weinig.
3. Je laat zien wat je kunt, met je daden.
4. Je laat je emoties altijd zien, ook met schelden.

11.1: schrijven en spreken over de Nederlandse bedrijfscultuur 

Maak in Doe de taak 11.1:

opdracht 2

opdracht 3

opdracht 4 (alleen)

opdracht 5 en 6 (samen)

opdracht 8 (schrijf onder andere twee zinnen met om....te) 

Onbekende woorden worden op het bord geschreven. Vervolgens deze woorden bespreken met de klas.

- Thema 11 Taak 2 : 1 t/m 6 

- Test jezelf Thema 10

Huiswerk donderdag